Stel: buiten is het grauw, regen komt met bakken uit de lucht, het waait en het is koud. Wat doe je dan als campusgids? `Gewoon beginnen,' zegt Peter Timmerman. `En onderweg kijken wat haalbaar is. Je moet dan een goede combi zoeken tussen outdoor en indoor.' Improviseren dus. Een vaardigheid die je als gids zeker moet bezitten, vertelt Hiska Bakker. `Om flexibel in te spelen op het weer én op de verschillende groepen en hun wensen. Meer dan één wandelroute moet je daarom beslist kunnen lopen.'
De vierde, geactualiseerde uitgave van het wandelboekje Architectuur&Art is hiervoor een prima hulpmiddel. Het gidsje, in pocketformaat, bevat naast een uitgestippelde route, foto's van alle kunstobjecten en panden op het UT-terrein plus de bijbehorende verhalen. `Maar wij weten veel meer dan dat,' zegt de aanstaande gids Marthe Kampman (TCW) monter. `Daarvoor krijgen we ook een behoorlijke stapel readers mee van onze trainers. `Stukje literatuuronderzoek,' grapt ze. Het inlezen is volgens Timmerman écht nodig wil je een gedegen gids worden. `Die weet nu eenmaal veel meer dan de standaardinformatie, en kennis krijg je door veel te lezen én door een goed historisch besef te ontwikkelen.' Kampman laat horen dat ze haar huiswerk heeft gedaan en vertelt geanimeerd dat het landgoed Drienerlo destijds voor een symbolische gulden is verkocht voor de vestiging van de technische hogeschool. Haar debuut als gids moet ze nog maken. Vooruitblikkend: `Ik denk dat ik met een stukje geschiedenis en een vaste route begin. Gaat dat goed, dan lukt het me vast om alternatieve wandelroutes te lopen en meer verhalen te onthouden.'
Voor TBK-student Maarten den Braber is het rondleiden gesneden koek. `Al ruim vier jaar vertel ik tijdens voorlichtingsdagen scholieren over de essentie van een campusuniversiteit. De UT is rijk aan voorzieningen, een enorme toegevoegde waarde vind ik. Dat wil ik de leerlingen graag meegeven.' De geroutineerde gids met zo'n veertig rondleidingen achter de rug ontvangt keer op keer enthousiaste reacties. `Laatst wandelde ik met een groep oude studievrienden van de decaan van BBT mee. Lovend waren ze. Net als een aantal alumni dat midden in het openluchttheater ging staan en hun dispuutlied zong. Ze wisten dat het geluidseffect dan heel speciaal is. Leuke dingen zijn dat.'
Civiele techniek student Eric van Rooijen is ook al zo'n jaartje bezig als gids. `Je bekijkt de campus toch anders nu je alle weetjes kent.' Kunstwerk Het Ding is zijn favoriet. De uit telefoonpalen bestaande constructie staat al een jaar of dertig achter de hoofdingang in het gras en was destijds bedoeld als studentengrap naar voorbeeld van eenzelfde soort ontwerp in het Kröller-Müller museum. `Een grappig weetje! Wat je verder als gids in huis moet hebben? Ehm, een levendige en enthousiaste vertelmanier. En natuurlijk een sociale antenne om de reacties van de groep in de gaten te houden en daarop in te spelen.'
Animo voor de campuswandeling is er zowel vanuit de universiteit als van er buiten. Timmerman: `De Rotary Club, schoonmakers op de UT, beleidsmedewerkers van de gemeente, alumniverenigingen, disputen, nieuwkomers op de UT, mensen uit Münster. Van alles heb ik al rondgeleid. Wat je ze vertelt, hangt af van hun interesse. Een keer begeleidde ik een groep giechelende meiden die verplicht mee moesten, tja, die vertel ik allemaal smakelijke anekdotes om het voor beide partijen aantrekkelijk te maken.'
Floor de Jong (BiT) reageert: `Jaah, anekdotes! Die doen het áltijd goed! Het mooiste verhaal vind ik dat van de wc's in de Hogekamp. Weet je wel dat de architect vergeten was toiletten op de ontwerptekening te zetten? Pas bij de bouw zelf kwamen ze er achter dat de wc's in de hal ontbraken. De archiefkasten hebben ze toen maar omgetoverd tot sanitair. Vandaar dat die wc-hokjes daar zo klein en smal zijn!' De Jong moet haar eerste rondleiding nog geven, maar heeft privé al geoefenend. `Ik heb mijn vader en mijn oom een keertje meegenomen. Dat ging best goed! Ik was ook meteen verkocht toen ik op de campus kwam. Daarom studeer ik hier en niet in Delft. Mijn favoriete plekje? De Hunkerbunker, de flat naast Logica.'
Collega-gids Bartjan de Bruijn (IO) vindt Cubicus wel wat hebben. Het UT-terrein komt veel meer tot leven nu hij weet welke verhalen achter de kunstobjecten en gebouwen schuil gaan. Zijn kennis haalt hij uit de boeken: `Twee architectuurstromingen zie je op de campus. Structuralisten ontwierpen labyrintachtige gebouwen als Bastille en Cubicus. Kenmerkend voor deze complexen zijn de verdiepingen, vele trappetjes en gangetjes. Verdwalen in Cubicus is exact de bedoeling van de ontwerpers. Functionalisten, de naam zegt het al, gaan uit van de functie van een gebouw. Zij streven duidelijkheid na. De Hogekamp is er een goed voorbeeld van.' Bruijn is net als de anderen door Timmerman benaderd. `Ja, het rondleiden levert ons een zakcentje op, maar we doen het omdat we het écht leuk vinden.'
 |
| De vijf nieuwe gidsen en hun trainers. Vooraan vanaf links Peter Timmerman, Maarten den Braber, Bartjan de Bruijn en Eric van Rooijen. Achter vanaf links: Marthe Kampman, Hiska Bakker en Floor de Jong. (Foto: Frans van der Veeken) |
