`Federatie prima, maar rivaliteit moet blijven'

| Redactie

De drie technische universiteiten richtten woensdag officieel hun federatie op. Zij gaan samenwerken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Goed voorbeeld doet goed volgen? Of zien anderen er geen heil in? In de aanloop naar de oprichting zijn de drie TU's al begonnen met samenwerken. Ze bieden twee gezamenlijke masteropleidingen aan en drie andere staan in de steigers. Bovendien werken ze same

De drie technische universiteiten richtten woensdag officieel hun federatie op. Zij gaan samenwerken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Goed voorbeeld doet goed volgen? Of zien anderen er geen heil in?

In de aanloop naar de oprichting zijn de drie TU's al begonnen met samenwerken. Ze bieden twee gezamenlijke masteropleidingen aan en drie andere staan in de steigers. Bovendien werken ze samen in zes centers of excellence. Andere universiteiten kunnen niet achterblijven, zou je denken.

Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen:
“We kunnen inderdaad proberen de krachten vaker te bundelen. Met name in de masterfase is het goed om samen te werken. Nu lijkt het soms alsof de universiteiten een confettikanon afschieten, zoveel masters zijn er. De instroom van studenten houdt niet altijd gelijke tred met het gelikte foldermateriaal. Dan kan een instelling twee dingen doen: of de eigen masters verbreden, of samenwerking zoeken. Samenwerking zou ook goed zijn voor onze positie op de internationale onderwijsmarkt. Waarom is er bijvoorbeeld nog geen grote internationale master over zeventiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst? De schilderijen hangen hier in de buurt. Als er al een master met zo'n titel bestaat, dan is dat een eenmansmaster, diep verscholen in de krochten van het universitaire pakhuis, terwijl we daarvoor juist de beste docenten moeten mobiliseren. De samenwerking van de drie TU's is hierin wellicht leidend. Het gaat natuurlijk `zoals de egeltjes'. We moeten ze vooral niet over één kam scheren, ze hebben ieder een eigen accent.”

Sijbolt Noorda, voorzitter van universiteitenvereniging VSNU:
“Er zijn nu al veel samenwerkingsverbanden. Daar is Nederland over het algemeen ongelooflijk goed in, veel beter dan universiteiten in het buitenland. Wij hebben hier veel onderzoeksscholen en instituten die uit samenwerkingsverbanden bestaan. Dat is een deugd. Onderlinge wedijver staat die samenwerking niet in de weg. Ik geloof niet in een wereld van centrale planning waarin iedereen hetzelfde doet. De verschillen worden juist interessanter naarmate er meer wordt samengewerkt. De drie TU's hebben er zeer verstandig aan gedaan om een federatie te vormen. Ze vergroten hun internationale zichtbaarheid. Ik kan me voorstellen dat anderen het goede voorbeeld volgen, maar die zullen eerder samenwerken op het niveau van opleidingen, bijvoorbeeld geneeskunde of talen.”

Ronald Plasterk, bioloog, opiniemaker en directeur van het Hubrecht Laboratorium:
“Ik weet niet zeker wat een `federatie' betekent. Voor afstemming van onderzoek en onderwijs heb je geen federatie nodig. Diergeneeskunde kun je bijvoorbeeld alleen in Utrecht studeren en dat is verstandig, gezien alle faciliteiten die daarvoor nodig zijn. Maar voor zo'n verdeling hoeft Utrecht niet met andere universiteiten te fuseren. Een 3TU-federatie moet niet de bedoeling hebben de onderlinge rivaliteit weg te nemen. Natuurlijk rivaliseren de TU's ook met universiteiten in het buitenland, maar dat lijkt me niet voldoende. Gelukkig trekken de wetenschappers in de laboratoria en de collegezalen zich geen snars aan van zulke beslissingen in de bestuurskamers. Die blijven de rivaliteit wel voelen en dat is nodig om zo goed mogelijk te presteren.”

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.