Een interview met Henk Zijm in zaal B van de Drienerburght, waar de dertien bijeen zijn gekomen voor de eerste kennismaking, vormt de aftrap van de minor ter waarde van dertig EC die twee jaar zal duren. Hoe kwam Zijm eigenlijk aan deze goede ideeën, wilden de interviewers bijvoorbeeld weten. `Dat veronderstelt', grapte de rector, `dat ik die wel eens heb.' Hij vertelt hoe hij ooit, staand op de pier achter Amsterdam CS, uitkijkend over het IJ, het bewijs voor een theorie rond kreeg. `Maar ik mag ook graag een stuk langs de zee lopen. Ik ben een eilander, dat raak je nooit helemaal kwijt.'
![]() |
Henk Zijm (Foto: Arjan Reef) |
Zijn tip aan de dertien deelnemende studenten: `Probeer niets als vanzelfsprekend te beschouwen. Er is niets mooiers dan je te verwonderen.'
Dat advies is niet aan dovemansoren gericht. Kom bij deze studenten ook niet aan met de obligate vraag of er geen leukere vrijetijdsbestedingen te vinden zijn. Remco Bloemen (20), tweedejaars student technische natuurkunde en toegepaste wiskunde, reageert oprecht verbaasd op die vraag. `Ik heb hier serieus lol in. Waar dat uit voort komt? Gewoon, een grote algemene interesse in de maatschappij en de wetenschap an sich.' Toch ambieert hij geen carrière als onderzoeker. `Ik zal nooit alleen een lab induiken. Ik wil niet van alles een beetje weten, maar zoveel mogelijk van alles.'
![]() |
Remco Bloemen |
Voor de Duitse Wiebke Wemheuer (20), eerstejaars European studies, geldt eigenlijk hetzelfde. `Of ik niets leukers kan verzinnen? Nee, eigenlijk niet. Ik vind het programma heel interessant en het idee met deze mensen een kleine academische gemeenschap op te bouwen, lijkt me heel leuk.' Ze verbaast zich over de losse, gezellige atmosfeer. `Dat had ik niet verwacht. Het is `je' en `jou' en iedereen spreekt docenten aan bij de voornaam. In Duitsland is die omgang veel formeler.'
![]() |
Wiebke Wemheuer (20) (Foto: Arjan Reef) |
`Een filmpje pakken of een biertje drinken doe ik al zo vaak. Ik wil iets nieuws, ik wil uitdaging, verbreding.' Arvid Keemink (19) is tweedejaars advanced technology en doet het met een gemiddelde van 7,7 erg goed. `Ik wilde hier aan meedoen omdat ik veel tijd over had voor andere dingen en erg geïnteresseerd ben in wetenschap. De vraag `hoe zit dat?' stel ik mezelf eigenlijk altijd. Elektronica vond ik bijvoorbeeld vroeger wonderbaarlijk, wilde altijd weten hoe iets werkte. Of ik veel sloopte thuis? Ha, nee, dat vonden m'n ouders niet goed.'
![]() |
Arvid Keemink `Ik wil niet van alles een beetje weten, maar zoveel mogelijk van alles' |
Het honoursprogramma eist veel van studenten - intellectuele topsport, noemen de ontwikkelaars het zelf. Twee avonden per week komen ze samen voor kleine intensieve werkgroepen onder leiding van topwetenschappers. Geen van de drie ziet daar tegenop. Wemheuer: `Ik heb met alleen het volgen van de opleiding European studies gewoon niet genoeg te doen.' Bloemen, die met TW en TNW al twee zware studies volgt noemt het programma `luchtig, maar interessant'. `Luchtig vergeleken met de andere twee studies. Het lijkt me te doen. Vorig jaar heb ik ook meegedaan aan het skills certificate en dat ging ook prima.' Keemink, tot slot: `Ik heb veel tijd over.'
Een speerpunt van het programma: het bij elkaar brengen van topstudenten en -onderzoekers om een hechte kennisgemeenschap te vormen. In zogenaamde `wondergroups' staat kennisuitwisseling centraal.
Elitair? Bloemen vindt dat geen vies woord. `Het is een beetje Amerikaans natuurlijk, het bij elkaar brengen van gemotiveerde topstudenten. Daar is niets mis mee. Het gelijkheidsdenken heeft te lang overheerst op universiteiten, vind ik.'
De wondergroups zijn een aspect van het programma dat Keemink, Bloemen en Wemheuer erg aanspreekt. `Ik vind dat belangrijk, al hangt het natuurlijk af van de groep of het gaat werken', reageert Bloemen. `Maar, het kan heel interessant worden en ik hoop dat we een permanente band kunnen ontwikkelen.' Keemink: `We zijn allemaal verschillend, qua leeftijd, qua studie en qua achtergrond. Maar we zijn, voor zover ik dat nu kan zien, allemaal goed gemotiveerde mensen met een sterke eigen mening. Dat maakt het interessant. Ik hoop dat we er echt in slagen zo'n gemeenschap te vormen.'
Rector Zijm, tot slot: `Ik zeg niet dat je leven zonder het honoursprogramma perspectiefloos is, maar met zo'n aantekening op zak heb je wel meer te bieden.'