3TU, noodzakelijke stap

| Redactie

In een artikel in het Delftse blad Delta geeft collega Teun Klapwijk een kritische beschouwing van het 3TU-proces. In zijn ogen versterkt het 3TU-initiatief ten onrechte de scheiding tussen de technische en algemene universiteiten, terwijl naar zijn mening de enige motivatie de financiële injectie van het ministerie is.

Laat ik beginnen met op te merken dat ik me volledig kan vinden in zijn opmerkingen over de verouderde, zogenaamde lineaire en dynamische modellen van wetenschapsuitoefening, waarin een scherpe scheiding tussen fundamentele en toepassingsgerichte wetenschap wordt aangebracht. In beide modellen gaat fundamentele wetenschap vooraf aan het toepassingsgerichte en behoren wetenschappers tot de ene dan wel de andere categorie. Het door hem genoemde vierkwadrantenmodel van Stokes, waarbij drijfveren en uitvoering van wetenschap zowel een fundamentele als toepassingsgerichte component hebben, doet inderdaad veel meer recht aan de praktijk van moderne wetenschap.

Ik denk echter dat het onzin is te beweren dat het 3TU-proces een bevestiging van het lineaire model is, met de strakke scheiding tussen fundamentele en toegepaste research. Evenmin ben ik ervan overtuigd dat de vorming van een 3TU-federatie de kloof tussen de algemene en technische universiteiten zal vergroten.

In mijn ogen is het 3TU-initiatief voornamelijk gedreven door de noodzaak om het steeds duurder wordende technologische onderzoek in Nederland (nog) beter af te stemmen. Het is voor een klein landje als Nederland onzinnig om op drie plaatsen infrastructuur te hebben voor alle takken van hoogwaardig, mondiaal concurrerend, technologisch onderzoek. Een voorbeeld van zo'n afstemming is het nationale Nanolab-initiatief vanuit Nanoned. Hierdoor wordt in ieder geval bewerkstelligd dat dure apparaten niet op alle universiteiten worden neergezet, terwijl ze wel beschikbaar zijn voor alle deelnemende partners. Een ander voorbeeld is de afstemming van de nieuwe leerstoelen binnen de 3TU-centers of excellence. Ook hierbij worden keuzes gemaakt voor onderwerpen die wel of niet binnen een bepaalde locatie worden onderzocht.

Hoewel er inderdaad een financiële `worst' aan de drie universiteiten is voorgehangen (50 miljoen euro) kan ik me niet voorstellen dat de CvB's zich door zo'n relatief kleine en vooral eenmalige injectie hebben laten leiden. Zo'n bedrag zet wellicht de zaak in beweging, maar mag geen motivatie voor beleid zijn.

Wat betreft Klapwijks angst dat de kloof tussen de technische en algemene universiteiten zal vergroten, denk ik dat dat niet zo'n vaart zal lopen. Sterker, algemene universiteiten krijgen via de 3TU-ingang in één keer een overzicht van het technologische onderzoekslandschap in Nederland, zodat ook Rotterdam en Leiden -wellicht via de 3TU-ingang in Delft- de weg naar het `verre' Eindhoven en Twente zullen vinden. Het lijkt me in het huidige ict-tijdperk vrij onzinnig dat geografische ligging, zoals impliciet gesuggereerd door Klapwijk, en niet wetenschappelijke en technologische competentie de mate van samenwerking zou bepalen.

Het meest concrete gevaar bij de vorming van de 3TU-federatie is dat er een extra bestuurslaag kan ontstaan en dat de bureaucratie vergroot wordt. Dit moet uit alle macht voorkomen worden. Het is dan ook de grootste uitdaging voor de betrokken besturen om het opzetten van de federatie te laten samengaan met het verminderen van het aantal bestuurslagen. Kortom, laten we de competitie met het buitenland niet tussen de 3TU's maar samen met de 3TU's en de algemene universiteiten aangaan!

Albert van den Berg, UT-trekker 3TU CoE Nanoapplications

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.