Genie Stoffels is universitair docent bij de WB-vakgroep thermische werktuigbouwkunde. Ze is betrokken bij de ontwikkeling van deze nieuwe propedeuse die voluit techniek, ontwerp en maatschappij heet. `Een progressief plan en helemaal in lijn met het UT-beleid om meer vrouwen bij technische opleidingen te krijgen,' zegt ze. Toch vindt ze dit niet alleen een taak van een universiteit. Het liefst ziet ze dat ouders, verzorgers en leraren al in een vroeg stadium meisjes kennis laten met techniek. `Techniek is meer dan snelle auto's en vliegtuigen.'
In Groningen kampen ze met eenzelfde probleem. John van Pol is directeur van het instituut voor informatie-, en communicatietechnologie van de Hanzehogeschool. Hij weet wat het is wanneer een opleiding een slecht imago heeft onder vrouwelijke studenten. `Net als bij technische studies zijn ict-opleidingen niet heel populair onder meisjes. Als je kijkt naar het keuzegedrag op de middelbare school dan zie je dat Nederland erg conservatief is. We hebben wereldwijd de laagste vrouwenparticipatie in de ict. Een Iranese studente maakte mij erop attent dat vijftig procent van de mannen en vijftig procent van de vrouwen in Iran een technische richting kiezen. Wij lopen daarin sterk achter.' Dit gegeven bracht de Groningse hogeschool ertoe acties te ontwikkelen om meer meiden te interesseren voor ict. `De meidenklas is daar één voorbeeld van,' vervolgt Van Pol. `Misschien vinden meiden het niet leuk om met alleen jongens te studeren.' Of het idee aanslaat, moet nog blijken. `We zijn vorig jaar mei begonnen en dan hebben de meeste havisten zich al bij een opleiding ingeschreven. Op basis van aanmeldingen kunnen we nu nog niets zeggen.'
Wel constateert hij dat er meer vrouwen afkomen op de open dagen en dat er veel belangstelling voor de thematiek is in de landelijke media.`Er komt beweging in.'
Ellen van Oost, universitair hoofddocent gender en technologie aan de faculteit MB van de UT (waar ze toegepaste wiskunde studeerde), hield zich in het verleden veel bezig met vraagstukken over vrouwen en technologie. Ze deed er onderzoek naar, zat in een adviescommissie emancipatie en bekleedde een bestuursfunctie bij Technika 10 Twente, een stichting die technische cursussen verzorgde voor meisjes. `Ik heb gemerkt dat het heel moeizaam is om iets te veranderen op dit gebied en ik heb sterk de indruk dat er op de UT momenteel nauwelijks echt nieuwe initiatieven hiervoor worden ontwikkeld.'
Naar het speciale CTW-programma kijkt ze uit. `Een heel spannend gebeuren! In Nederland hebben we namelijk een specifiek probleem: het keuzemoment. Meisjes moeten op de onhandige leeftijd van veertien/vijftien jaar een profielrichting kiezen. Dat is veel te vroeg. De meiden zijn erg ontvankelijk voor wat vriendinnen doen. Ze puberen en zijn gevoelig voor wat vrouwelijk en wat mannelijk is. Gevolg: ze kiezen vaak stereotype en dus niet voor techniek. Laat je ze op hun achttiende kiezen dan gelden heel andere motieven. Ik kan me dus best voorstellen dat er een groep is die na de middelbare school denkt: hé, techniek dat is eigenlijk best wel leuk. Bovendien snijdt het mes aan twee kanten. Het oude beeld van technologie verandert ook, namelijk dat je heel goed in bètavakken moet zijn en minstens een zeven of acht, liefst hoger, voor je exacte vakken moet hebben. Met dit programma hoeft dat niet meer.'
Van Oost verwacht niet dat de opleiding alleen meiden aantrekt. `Het zou me niets verbazen als de verdeling uiteindelijk fifty-fifty zal zijn. Het is immers gericht op mensen die niet het juiste profiel hebben voor een technische studie. En dat de meiden in deze doelgroep meer vertegenwoordigd zijn, geloof ik graag. Maar ook jongens zullen er vast aan deelnemen.' Van Oost denkt dat het succes van deze opleiding ligt in de raakvlakken tussen maatschappij en techniek. `De studie heet ook techniek, ontwerp en maatschappij. Dat maakt het interessant voor meiden, want die hebben vaak een brede belangstelling. Lees ik het curriculum, dan zie ik een strak inhaalplan voor wiskunde en natuurkunde, terwijl de titel anders doet vermoeden. Je moet dus oppassen met wat je belooft. Veel meiden vinden techniek namelijk wel interessant wanneer ze de maatschappelijke toepassing weten. Dat aspect moet ook zeker aan de orde komen.'
Voorzitter van het Female Faculty Network Twente Wilma Dierkes is ook enthousiast over het CTW-initiatief. `Er hangt zo veel af van het keuzemoment in de derde klas VWO, dat dit een goede manier is om een gemaakte keus te herstellen. Ze denkt dat het accent van technische opleidingen met dit programma verschuift. `Technische opleidingen worden toegankelijk voor een breder publiek dat op school gekozen heeft voor een cultureel maatschappelijk profiel. De kans bestaat dat zij meer vanuit dit perspectief naar technische vraagstukken kijken. Bovendien is dat een typische vrouwenbenadering.'
| Jong geleerd, oud gedaan: meisjes maken spelenderwijs kennis met techniek. |