Naam: Arjen Molag
Leeftijd: 27 jaar
Studie: assistent in opleiding (materiaalkunde)
Club: Klein Verzet
Rol: mountainbiker
Rul zand of vette blubber?
`Doe mij maar vette blubber. Ik ben met mijn zeventig kilo vrij licht in het veld van de mountainbikers. Een zwaar parcours is mij op het lijf geschreven. Maar rul zand kan ook behoorlijk pittig zijn, vergis je niet.'
Je bent een van de vijf mountainbikers bij Klein Verzet. Dat is een schamel aantal. Waarom geen wielrennen?
`Dat doe ik ook, maar het mountainbiken vind ik spannender en sensationeler. Voor je het weet zit je tegen een boom. Het is de bedoeling om de boom te passeren, maar ik kan je verzekeren dat dit niet altijd meevalt. Het is ook een individuelere sport dan het wielrennen.'
Hoezo?
`Ploegentactiek kennen we niet. Bij het mountainbiken is het ieder voor zich en God voor ons allen. Het mooie is dat bijna iedereen zich in de eerste ronde opblaast. Want als je in de eerste ronde niet vooraan zit, dan kun je het shaken. Kom je er nooit meer langs. En als je dan eenmaal voorop zit, dan komen ze je ook niet meer voorbij. Dan loop je in het laatste rondje zo drie minuten uit op je rivalen.'
Hoe kom jij voorop in een wedstrijd?
`Door bij de start mijn tegenstanders goed te observeren. Hoe staan de versnellingen, wie is er licht en wie is er zwaar. Vooral de zwaardere bikers kom je eenvoudig voorbij. Nog voordat we van start gaan weet ik al wie ik rechts en wie ik links voorbij moet.'
Nog andere rituelen voor een wedstrijd?
`Ik trek altijd een paar sprintjes voor de wedstrijd. Effe keihard doortrekken totdat ik met een hartslag van 170 slagen per minuut aan de start verschijn. Ik heb die hoge hartslag nodig om te kunnen knallen. Bovendien gaat de hartslag door de zenuwen bij mij ook altijd nog een beetje omhoog. Op weg naar een wedstrijd zet ik de muziek keihard. Daarmee laad ik de accu op.'
Waar sta jij nationaal?
`Ik bike twee klassen onder de nationale top. Ik heb vorig jaar wel meegedaan aan het NK, maar dus niet op het hoogste niveau.'
En waar eindigde je op dat NK?
`Ergens in de middenmoot.'
Is de middenmoot je niveau?
`Ik denk het wel, maar het moet wel beter. Volgens mij heb ik in 2005 voor het laatst bij de eerste tien gereden. Dus het wordt wel weer eens tijd voor een hoge klassering. Maar dan moet ik meer trainen. Ik train nu acht uur per week en eerlijk gezegd zit er niet veel meer in. Ik moet immers ook werken en uitrusten. Dat laatste is ook belangrijk.'
Heb jij het wel eens aan de stok met wandelaars?
`Nee, totaal geen last van. Ik vind de ophef in de media daarover ook wel een beetje overdreven. Ik heb nooit toestanden met wandelaars. Je moet gewoon zondags uit de bossen blijven. Want met wandelaars en loslopende honden is het lastig fietsen. Maar als je woensdagavond gaat is er niks aan de hand.'
Toch worden jullie tegenwoordig zo'n beetje overal geweerd.
`Dat klopt. Tegenwoordig ben je aangewezen op de mountainbikeroutes, bijvoorbeeld in het Hulsbeek in Oldenzaal. Op veel andere bospaden, waar je vroeger nog wel kon fietsen, kun je nu niet meer terecht. Dat geldt ook voor de bossen rond de campus. Daar mogen we ook niet meer komen, eigenlijk…'
Er mag wel meer niet…
`Haha. Laat ik het zo zeggen: officieel komt Klein Verzet daar niet.'
Altijd ongeschonden uit de strijd gekomen?
`Niet altijd. Ik ben ook wel eens flink op mijn snufferd gegaan, maar dat heeft gelukkig nooit tot een ziekenhuisopname geleid. Wel tot een paar kapotte knieën.'
Is het een gevaarlijke sport?
`De sport is zo gevaarlijk als je `m zelf maakt. Het is aan jou hoeveel risico je in een wedstrijd wilt nemen. Ik doe meestal geen rare dingen onderweg. Ik heb inmiddels acht jaar ervaring. Dat helpt ook bij het voorkomen van ongelukken.'
Als ik zeg Bart Brentjens, wat zeg jij dan?
`Brentjens heeft het mountainbiken in Nederland op de kaart gezet. De man was in 1996 al Olympisch kampioen, werd derde in de daarop volgende Olympische Spelen en hij wil straks weer meedoen aan de Spelen in Peking. Een fenomeen. Het laatste NK in augustus won hij met drie minuten voorsprong op de nummer twee. Dat getuigt van uitzonderlijke klasse.'
Hoe hoog is je waterrekening?
`Ik heb het niet bijgehouden. Maar na een training of wedstrijd komt er inderdaad een hoop modder vrij. Niet alleen van je lichaam maar ook van je fiets.'
Topbaan of topsporter?
`Topsporter zit er voor mij niet in. Ook al zou ik de potentie hebben om nationaal kampioen te worden dan is er in deze sport geen droog brood te verdienen. Je moet het leuk vinden en ik vind het leuk.'
Werk je nu naar een wedstrijd toe?
`Niet speciaal. Ik kijk wel uit naar de trainingen die half maart bij Klein Verzet weer van start gaan. Laat belangstellenden vooral meegaan. Het is echt de moeite waard, want dit is een prachtige sport.'
| Arjen Molag: `Ik doe meestal geen rare dingen onderweg.' (Foto: Arjan Reef) |