`Relax, zo leer je het beste'

| Redactie

Gebruik je brein, zo heette de workshop waar afgelopen dinsdag in gebouw de Waaier zo'n 25 studenten aan deelnamen. Inter-Actief, de studievereniging van informatica, bedrijfsinformatica en telematica organiseerde `em. Tristan Wesenhagen van de stichting Future Leadership University gaf `em. `Relax mensen, in ontspannen toestand leer je het beste!' De telematicastudenten Daan Stolp en Nieko Maatj


Gebruik je brein, zo heette de workshop waar afgelopen dinsdag in gebouw de Waaier zo'n 25 studenten aan deelnamen. Inter-Actief, de studievereniging van informatica, bedrijfsinformatica en telematica organiseerde `em. Tristan Wesenhagen

van de stichting Future Leadership University gaf `em. `Relax mensen, in ontspannen toestand leer je het beste!'

De telematicastudenten Daan Stolp en Nieko Maatjes hebben ooit een soortgelijke training gevolgd. `Om snel te leren lezen,' zegt Nieko. Ze knikken instemmend: daar hebben ze zéker wat aan gehad! `Alles wat helpt om die studieboeken snel door te nemen is mooi meegenomen,' lacht Daan. `Na die bijeenkomst was ik me ervan bewust hóe ik lees. Een simpel trucje dat het leestempo al aardig verhoogt, is het gebruiken van een pointer. Volgen je ogen bijvoorbeeld je vinger dan voorkom je dat je terugleest.' Studiegenoot Nieko probeert ook de geleerde technieken toe te passen. `Zo kun je het hardop voorlezen in je hoofd uitschakelen. Daar werk ik momenteel aan, maar is best moeilijk en intensief. Het lukt dus niet altijd.' De twee hopen van deze training op te steken hoe ze het leesvoer makkelijker kunnen onthouden. En daarvoor zijn ze bij trainer Tristan Wesenhagen aan het goede adres. `Maar,' stelt de vrolijke cursusleider, `wonderen ga ik niet verrichten. Wél laat ik wat trucjes en technieken zien om datgene wat je leest op een goede manier op te slaan.' Ook hier geldt het oude gezegde: oefening baart kunst. `Het is net als met sporten. Train je intensief de biceps, dan word je steeds sterker. Ga je niet meer naar de sportschool, dan verslapt de boel. Zo gaat het ook met geheugentechnieken: blijven oefenen en blijven doen! Maar eerst gaan we gekke dingen doen,' roept hij plotsklaps en vraagt iedereen te gaan staan om zich aan vijf mensen voor te stellen en een praatje te maken. De klas komt in beweging, handen worden geschud, informatie uitgewisseld.

`Hoe was dit nou,' vraagt Wesenhagen. `Het lijkt wel een wisselborrel,' roept iemand. `De sfeer is nu veel meer ontspannen,' vult een ander aan. Achter het onschuldige voorstellen gaat al een eerste opdracht schuil, want wie heeft alle namen nog onthouden? `Herkenbaar, of niet,' vraagt de trainer. `Het komt zó vaak voor dat je iemand tegenkomt die je niet goed kan plaatsen. Wil je dat voorkomen, dan moet je oprechte belangstelling en beleefdheid tonen voor de persoon in kwestie en laat je niet afleiden door sms-jes of wat dan ook.'

De trainer schetst een ander probleem: stapels nog te verslinden boeken, een tentamen dat nadert, stress, een nacht doorploeteren in de hoop de volgende dag een zesje te halen. `In heel korte tijd stamp je alle lesstof in je hoofd. Dat is kloten, geeft stress en het resultaat? Een mager zesje op het tentamen en de helft van de stof ben je daarna al snel weer vergeten, want dat is opgeslagen in je korte termijn geheugen.'

Een kleine oefening volgt om het geheugen te testen. Op het scherm verschijnen twintig woorden in twee rijen van tien naast elkaar. `Kijk er straks twee minuten naar, maar eerst gaan we ontspannen, want dan leren we het beste. Dus allemaal staan,' maant de energieke trainer, `schud je lekker uit, spring een paar keer op en neer en ga maar weer zitten.' De twee minuten gaan in. Wesenhagen klokt. `Noteer nu zoveel mogelijk woorden in de juiste volgorde.' Het resultaat: de meeste deelnemers hebben één tot vijf woorden op rij goed en een paar mensen scoort tussen de vijf en tien. `Wie heeft er meer,' vraagt Wesenhagen. `Jij Marc,' meldt iemand. `Nee, joh! `Ik heb er maar drie goed!' Gelach. Boven de tien haalt niemand. Een andere oefening. `Gebruik nu associaties, verbeeldingen en absurdistische verzinsels.' De trainer tovert weer twee woordenrijen naast elkaar op het scherm. Links staat rotte vis; rechts er tegenover onderbroek. `Een rotte vis in een string,' roept iemand. `Stinken!,' roept een ander. Nog een combinatie: lippenstift en pritt stift. `Rood,' klinkt het uit de zaal. `Plakkerig,' zegt een ander. `Smeren,' roept één. Wanneer alle combi's geweest zijn, vraagt Wesenhagen de deelnemers wederom de woorden op te schrijven. En voilà, moeiteloos verschijnen de woorden op papier. `Je ziet,' zegt Wesenhagen, `dat je door het visualiseren, verbeelden en associëren woorden beter onthoudt. Doe dit ook met lesmateriaal. Maak je de tekst eigen door het in een absurdistische context te plaatsen, het te koppelen aan de werkelijkheid, belachelijk te maken of voorbeelden te noemen. Zorg dat de tekst gaat leven, want zo onthoud je het veel makkelijker!'

Handen in de lucht op de vraag wie het probleem kent van stapels boeken, nachten doorploeteren en (dan nog maar) een zesje halen op het tentamen. (Foto: Gijs van Ouwerkerk)
Handen in de lucht op de vraag wie het probleem kent van stapels boeken, nachten doorploeteren en (dan nog maar) een zesje halen op het tentamen. (Foto: Gijs van Ouwerkerk)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.