GW krijgt weer kleur

| Redactie

Bij de opening van het jaar 2007, begin deze maand, deden de vijf decanen van zich spreken. Voor eigen publiek - het faculteitspersoneel en studenten - ontvouwden ze een keur aan plannen voor de komende tijd. De facultaire leiders zijn spraakzamer dan ooit, zo lijkt het. Een van hen: Hubert Coonen (55), sinds 1 juli 2004 decaan van Gedragswetenschappen.


Een keurige verschijning, dat moet gezegd. Dress en performance zijn mooi in balans: donkerblauwe blazer, stemmige stropdas op een onberispelijk wit overhemd, de glimmende schoenen ademen duurzaamheid. Het kapsel verraadt een zorgzame hand en ook de minzame glimlach op de rode konen mag er zijn. Het klopt allemaal als een bus. En als er al een smetje ontstaat, dan schiet zijn secretaresse Emmie hem snel te hulp. Zijn werktafel op de begane vloer van Cubicus verraadt ordening. Drie stapeltjes met wat stukken, dat is het wel zo'n beetje. `Kijk, dit is de map met nieuwe initiatieven, die vind ik het belangrijkste.'

Coonen staat te boek als een Bourgondiër, erkent hij ook zelf. Een met zorg bereide maaltijd en een goed glas wijn zijn zeer aan hem besteed. De goede dingen van het leven, daar houdt hij van. De VVD is zijn politieke partij (`ik heb daar vrienden en dat is heel handig') en zijn auto, ja die kost een paar cent, maar dan staat er ook iets. `Ik hou van autorijden en naarmate je meer kilometers maakt - zoals ik, veertigduizend per jaar - spelen factoren als luxe en rijgenot een steeds grotere rol.'

Coonen werkt vier dagen in de week in Twente, de rest van zijn werkbare tijd stopt hij in zijn rol als deeltijdhoogleraar aan de Open Universiteit in Heerlen en als adviseur van de minister (over de kwaliteit van de onderwijsberoepen). Die mix van uiteenlopend werk is hem altijd prima bevallen. Voordat de vorige CvB-voorzitter Frans van Vught hem naar de UT haalde, had hij diverse banen in het onderwijs: als wetenschapper, als consultant, als manager en als adviseur van de toenmalige onderwijsminister Loek Hermans. Met tussen de bedrijven door het schrijven van een proefschrift. Alle facetten van het hogeronderwijsbestel werkte hij af in 35 jaar tijd, na een studie onderwijskunde. Heel stelselmatig. Het decanaat van een universitaire faculteit, dat ontbrak er nog aan, zegt hij. `Het bevalt me prima hier. En als dat niet het geval was, zou ik al lang weer zijn vertrokken. Vergeleken met het managen van een faculteit in het HBO is het leiden van een wetenschappelijke faculteit veel ambitieuzer en internationaler. Met onderzoek als de dominante factor. Wetenschap is topsport, er zit veel spanning op. Er moet continu worden gepresteerd.' Hij voegt er meteen aan toe de focussering van het UT-onderzoek in aparte instituten `een fantastische strategische keuze' te vinden.

Bij zijn komst, deze zomer drie jaar geleden, trof Coonen een faculteit aan die `enigszins' in mineurstemming verkeerde. De eerste contouren van de 3TU-federatie dienden zich aan en daarin leek geen prominente rol weggelegd voor de niet-technische wetenschappen. Coonen: `De situatie werd door de mensen als een dreigende schaduw ervaren, maar eerlijk gezegd vond ik het allemaal niet zo alarmerend. Integendeel, ik zag juist allerlei wetenschappelijke uitdagingen. Ik zei: alles heeft met elkaar te maken, dus ook techniek en maatschappij. Bouw aan je eigen profiel in de mondiale kennisontwikkeling. Communiceer met elkaar, meer dan je ooit gedaan hebt. Kom los van je eigen vakgroepdenken en kijk over de schutting: wie werkt hier nog meer? Leg verbindingen naar buiten, doe mee aan de internationale competitie. En voer nog steviger de discussie over het belang van de rol van de sociale wetenschappen in deze universiteit.'

Wat je nu ziet, aldus Coonen, is dat de faculteit haar zelfvertrouwen aan het herwinnen is. De hoogleraren communiceren met elkaar, filosofen zitten bij de technische onderzoeksinstituten, er ontstaan allerlei veelbelovende initiatieven op het gebied van leertechnologie en ict. `De pit is terug, maar het kan nog wel beter. Ik zou graag zien dat de faculteit met al die expertise nog meer profiel opbouwt dan nu het geval is. We moeten onze kennis materialiseren en zichtbaar maken. Ons mengen in het publieke debat, het voortouw nemen in landelijke en regionale discussies, aansprekende congressen organiseren. Je laten zien. Maar ik besef tegelijkertijd ook dat dit soort initiatieven een zware wissel trekt op de mensen, naast hun reguliere onderwijs- en onderzoektaken.'

Aan ambitie ontbreekt het niet bij GW, onderstreept hij. Ambitie is ook niet iets dat je zomaar eventjes oplegt. `Nee, dat gedrag ontstaat als vanzelf op het moment dat mensen zich senang voelen. Als decaan doe ik mijn best om daarvoor de juiste faciliteiten te bieden. Ik wil naar een aansprekende organisatiecultuur waarbinnen in samenspraak met elkaar prestaties worden geleverd.'

CvB-voorzitter Anne Flierman hekelde onlangs in een interview het ambitieniveau van de UT en Twente en haalde zelfs Oost-Groningen erbij als doemscenario. Daar was Coonen niet zo enthousiast over. En daarbij: `het was natuurlijk onhandig om dat via de krant te doen. Dat kan ook anders.'

Coonen zegt maar al te goed te weten dat je wetenschappers in hun ritme moet laten. `Die stuur je niet op snelheid; wetenschap is een kwestie van geduld. Veranderingen vragen tijd. Maar nieuwe initiatieven? Op dat punt mag er wel een tandje bij, het gaat me nu soms te langzaam. We mogen geen slagen missen.'

PLANNEN, zie kader elders in het UT-Nieuws

Hubert Coonen: …organisatiecultuur  belangrijk…(Foto: faculteit GW)
Hubert Coonen: …organisatiecultuur belangrijk…(Foto: faculteit GW)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.