Over en Sluiten

| Redactie

Ook zo dol op nieuwe technische snufjes, kekke apparaatjes en geinige machines? We hebben er weer eentje bij! Postdoc Aurel Ymeti heeft aan de faculteit TNW een ultragevoelige portable chip ontwikkeld die het mogelijk maakt om met een beetje bloed of speeksel in luttele minuten vast te stellen of iemand met een gevaarlijk virus rondloopt of niet. De uitslag is meteen bekend, je hoeft niet naar een lab. Kan handig zijn voor op luchthavens, zegt de doc, om bijvoorbeeld vast te stellen of iemand SARS heeft.

Virus

Kan, maar wij zien nog meer gaten in de markt. Vandaag nog liep een van onze collega's hoestend, kuchend en kreunend door het pand. Met grote bogen cirkelden we om hem heen, als de dood om een of ander ranzig virus toegehoest te krijgen. Zo'n portable chip had dit gedraai kunnen voorkomen. Je neemt de bleekneus met een wattenstaafje wat speeksel af, smeert het op de chip en in een mum van tijd weet je of je collega echt een virus onder de leden heeft of dat hij of zij zich alleen maar loopt aan te stellen.

Ook in de studentenwereld zien we mogelijkheden. Een one night stand is best leuk, maar niet als de eennachtsvlieg je vervolgens opzadelt met schimmels, een druiper, jeukende beestjes of andersoortige infecties. Een chip voorkomt dit leed. Draag em altijd bij je, verzamel in de zoenfase flink wat wangslijm van je eventuele bedpartner en spuug dat, ergens discreet op het toilet of zo, op je portable detector. Gaat-ie vervaarlijk piepen, ontsnap dan via een achterdeur.

Ook lijkt de chip ons nuttig om gevaarlijke computervirussen op te sporen. Maar in welke uitgang of opening we ook een wattenstaafje steken, onze computer geeft geen druppel lichaamseigen vocht prijs.

Weet Aurel Ymeti daar misschien ook wat op?

Taal

Studenten van tegenwoordig kunnen heel goed praten. Wat ze niet zo goed meer kunnen is schrijven. Spellen, werkwoorden vervoegen, zinnen ontleden, het ouderwetse werk zeg maar. Vorige week klaagden hoogleraren daarom in NRC Handelsblad dat studenten steeds slordiger schrijven. Het is zelfs zo erg dat verschillende universiteiten en hogescholen bijspijkercursussen Nederlands aanbieden om het gewenste (basisschool) niveau weer op peil te krijgen. Kunt u het zich voorstellen? Een student, die een master strategisch management volgt, moet rijtjes stampen als: ik word strategisch manager, jij wordt (met of zonder) strategisch manager, word jij strategisch manager, hij wordt strategisch manager. Lastig, hoor.

Het is niet gek dat het zover gekomen is. Zodra een kind het toetsenbord kan bedienen, gaat er een bijzondere taalwereld voor hem of haar open: die van de sms- en msn taal. En als je dat maar lang genoeg doet, ongeveer totdat je voor het eerst een paper moet schrijven op de universiteit, dan is het met je Nederlands natuurlijk wel slecht gesteld.

En dat terwijl een goede beheersing van de Nederlandse taal een must is voor een geslaagde carrière. Dialectsprekers hebben, zo bleek onlangs uit Nijmeegs onderzoek, enige achterstand op ABN-sprekers. Ze schoppen het minder ver in hun loopbaan. De msn-er wacht eenzelfde lot. Het begint al bij de sollicitatiebrief: GE8E MNSN, SEMA, WSWA, STB, VRGR, Kees Jansen. Vertaling: Geachte mensen, even samengevat: waar spreken we af? Kunt u me snel terug bellen? Met vriendelijke groet, Kees Jansen.

ZGTDT (Zo gaat dat) tegenwoordig. Wordt u daar ook niet een beetje SNIF (verdrietig) van?

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.