Wim van Swaaij poseert voor Langezijds, het gebouw waar hij in 1972 op dertigjarige leeftijd aantrad als hoogleraar. Een jonkie. Grinnikt: `Wat moet die melkmuil hier, zeiden oudere professoren tegen elkaar.'
Hij kan er wel om lachen. `Ik begrijp dat nu wel. Ze hebben ook behoorlijk wat risico genomen, toen.
Denkt u ook wel eens zo over een aio… wat een melkmuil?
`Ik denk wel eens, goh, wat is die jongen of dat meisje al knap! De besten van elke generatie zitten op de schouders van de vorige. Daarmee bedoel ik dat intelligente mensen dankzij de kennis die er al is, een enorme sprong vooruit kunnen maken en zo boven hun leermeester uitstijgen.'
Denkt u dan, hmm, dat had ik liever zelf bedacht?
`Nee hoor, ik heb zelf zeker niet te weinig eer gehad. Ik denk eerder: is mijn naam niet teveel op de voorgrond geweest. Ja, dat kan ik in alle oprechtheid zeggen.'
Zijn naam is veelgeprezen. In zijn kamer in Langezijds hangen in mooie lijsten het eredoctoraat van het Institut National Polytechnique de Lorraine te Nancy en de Génie des Procédés prijs van de Franse Académie des Sciences. `Ik hang net als een kapper mijn diploma's aan de muur', zegt Van Swaaij jolig.
Hij kan terugkijken op een mooie carrière. Al tijdens zijn studie chemische technologie in Eindhoven werd hij `door een ronselaar van Shell' opgemerkt. In plaats van de militaire dienstplicht ging hij voor Shell als research fellow naar de universiteit van Nancy. Hij promoveerde, werkte vijf jaar voor Shell en kwam in 1972 naar Twente als hoogleraar proceskunde.
Zijn onderzoek werd vele malen bekroond, met de Hoogerwerffmedaille (voor zijn gehele oeuvre op het gebied van chemische procestechnologie) en de Koninklijke/Shellprijs (voor zijn onderzoek naar omzettingstechnologieën voor biomassa). Hij is geridderd, ontving de Australian-European Fellowship Award en de Dow Chemical Energie Prijs. Hij was directeur van de (nationale) Onderzoekschool voor Procestechnologie en is sinds 1986 lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Zo'n vijf jaar geleden ging Van Swaaij het rustiger aan doen. Het directeurschap van speerpuntinstituut PIT (nu in IMPACT) en zijn leerstoel proceskunde droeg hij over aan Hans Kuipers. Tevreden: `Die heeft er werkelijk een prachtige groep van gemaakt.'
Voor één dag in de week ging hij toen verder met de groep TCCB: thermochemische conversie van biomassa. De groep onderzoekt thermochemische technieken voor de omzetting van biomassa, materiaal van plantaardige oorsprong. Biomassa is CO2-neutraal en draagt dus niet bij aan het broeikaseffect.
Sinds 2002 is TCCB een zelfstandige groep. En dat blijft zo. `Een opvolger is er nog niet. Ik ga er dus nog twee jaar aan toevoegen.' Zijn opvolger zal een van de dertig hoogleraren zijn die in 3TU-verband wordt geworven, vertelt hij.
Dat moet toch leuk zijn dat in 3TU-verband uw groep belangrijk wordt gevonden..
`Dat is het ook. Ik ben met biomassa begonnen in de jaren zeventig. Professor Dick Feil, die veel deed op het gebied van ontwikkelingswerk, vroeg of ik niet iets kon doen om de energieproblemen in die landen te verlichten. Ik ontwierp een reactor om op kleine schaal landbouwafval te vergassen. De hoofdlijn van mijn werk is altijd de proceskunde geweest. Maar voor het lijntje biomassa, toen nog weinig glamourous, was altijd één aio actief. Het was mijn favoriete onderwerpje, mijn liefdesbaby. Later, met de hele klimaatproblematiek, nam de belangstelling toe. En nu is er dus in 3TU-verband tot een leerstoel besloten.'
Heeft u het gevoel dat onderzoek naar schone energie als urgenter wordt ervaren?
`De film van Al Gore heeft grote groepen mensen wakker geschud, dat wel. Maar wat mij betreft is er nog geen voldoende prioriteit. Het totale energieverbruik gaat enorm toenemen doordat landen als China en India meer energie gaan gebruiken. Daar wordt elke week een nieuwe kolencentrale gebouwd, heb ik me laten vertellen. In 2050 zijn we met negen of tien miljard mensen op deze aarde. Die willen allemaal een redelijk deel van de welvaart. Om dat op te vangen is een veel grotere inspanning nodig.'
Gaat het u aan het hart?
`Ja, heel erg. Als ik naar mijn kleinkinderen kijk, dan ben ik niet zonder zorgen over het pad waar ze op staan.'
De omzetting van biomassa in energie is het antwoord?
`Het kan niet alles oplossen, maar het zou in een derde van de behoefte kunnen voorzien. Het voordeel van biomassa is dat het meteen kan worden omgezet in bio-diesel of ethanol. Ik zie dus vooral toekomst in de transportbrandstoffen.'
Als nadeel wordt genoemd dat biomassa de wereldmarktprijs van voedsel opdrijft.
`Klopt. En dat is moreel onverantwoord en niet de weg die we moeten gaan. We willen niet in een voedsel-energie competitie verzeild raken. Die competitie is te voorkomen door ook de houtachtige gedeelten van de plant, die niet eetbaar zijn, voor biomassa in te zetten. Dat noemen we de tweede generatie biomassaprocessen. De technieken om brandstof uit houtachtige gewassen te halen bestaan al.'
Zoals?
`Binnen TCCB doen we onderzoek naar pyrolyse, dat is het heel snel verhitten en weer laten afkoelen van houtachtige stoffen zodat er direct ruwe bio-olie ontstaat die naar de raffinaderij kan. Zo heb je dankzij pyrolyse een tussendrager die gemakkelijk te vervoeren is. Anders moet je met heel veel vaste stoffen slepen. Chemisch technologen hebben niet voor niets een gebedje: lieve heer, kunt u van alle vaste stoffen vloeistoffen en het liefst gassen maken?'
Dat zegt u elke avond op?
`Haha, welnee.'
U pakt nog wel een roerige periode mee met de TNW-reorganisatie. Verhuist u ook mee naar de Meander?
`Jazeker! In september gaan we. We krijgen mooie laboratoria. De reorganisatie waarbij zeven chemische vakgroepen zijn gesneuveld heeft ons behoorlijk wat reputatieschade opgeleverd denk ik. Ik had een reorganisatie op deze schaal nog niet meegemaakt. Maar ik ben toch wel optimistisch hoor. We slaan een nieuwe weg in met biomassa, membraantechnologie, katalyse en reactorkunde als speerpunten.'
Heeft u in die 35 jaar nooit iets anders gewild?
`Natuurlijk keek ik om me heen, maar deze baan had alles wat ik zocht. Alleen die ambtelijke taken hebben me nooit aangestaan. Vooral in het begin, tijdens de democratiseringsgolf. Al die vergaderingen, daar deed ik niet zo erg aan mee. Iedereen moest ineens zijn zegje doen, ter zake kundig of niet.'
Bent u niet zo democratisch?
`Er zijn altijd zoveel creatieve elementen van anderen ingebracht dat mijn leiderschap niet te strak kan zijn geweest. Maar ja, dat zou je anderen moeten vragen. Ik heb altijd veel loyale medewerking gehad van iedereen. Wanneer ik boos word? Als mensen zich niet voor honderd procent inzetten. En ik ben zeer gevoelig voor menselijke verhoudingen. Rattengedrag, daar knap ik op af, dat is volstrekt ontoelaatbaar. Talent is geen excuus om je verder gestoord te gedragen.'
Op al die prijzen zullen anderen weleens jaloers zijn geweest.
`Ik heb de gewone strijd met collega-wetenschappers gevoerd. Ik ben ambitieus, ik wil bij de besten horen. Maar niet tegen elke prijs. Over het algemeen ben ik meer op diplomatie dan op overheersing gericht.' Lacht. `Maar kennelijk ben ik voldoende agressief om zelf niet overheerst te worden.'
Hoe is het met de man-vrouw verhouding in uw groep?
`Redelijk tot slecht. Zeker in het begin heerste er op de faculteit een masculiene atmosfeer die wat ruig en plagerig was. Ik moet ook zeggen dat alle vrouwelijke afstudeerders bij mij op de kamer hebben zitten huilen. Dan spreek ik over jaren geleden hoor. Nu gaat het beter, er komen hier zeer talentvolle vrouwen vandaan.'
U werkt één dag in de week op de UT. En voor de rest?
`Ik zit in diverse commissies van de KNAW, waaronder die voor ethiek. Ik doe nog weleens wat voor bedrijven zoals Shell. En ik studeer geschiedenis in Nijmegen. Ik wil zelf wat gaan schrijven over de geschiedenis van mijn vakgebied, vandaar.'
Zit u dan tussen de jonkies?
`Ja, ik en nog een rimpelstudent. Dat is erg gezellig. Ze vragen ons ook mee op excursies enzo. Of we drinken een biertje met ze. Dat zou eigenlijk meer moeten, maar ik ben er helaas maar één dag in de week.'
Zou uw vrouw het niet leuk vinden als u vaker thuis was?
`Mijn vrouw doet ook allerlei dingen. Ze schildert en gaat binnenkort exposeren. Dat is voor mij een nieuwe gewaarwording. Zij stond vaker in mijn schaduw. Nu ben ik de man van de artiest.'
Wat gaan ze eigenlijk doen met uw afscheid?
`Je hebt nu al zeven keer het woord afscheid genoemd. Maar dat is het niet. Afscheid is een misleidend woord.'
Wat is het dan wel?
`Het is omdat ik 65 word en officieel met pensioen ga. Het zal over proceskunde gaan en ik hou zelf een verhaal. Maar ach, natuurlijk is het ook een soort van afscheid. Ik blijf nog twee jaar en daarna is er natuurlijk niet wéér een afscheid. Dan wil ik langzaam weggaan. Fade away. Morgen kijk ik eenmalig om, om te zien welk pad is afgelegd.'
| Wim van Swaaij: `Talent is geen excuus om je verder gestoord te gedragen.' (Foto: Arjan Reef) |