Heerkens profileert zich liever niet als voor- of tegenstander. `Gezien mijn rol als UT-onderzoeker wil ik graag een beetje afstand houden. Maar als je naar mijn mening vraagt, dan denk ik dat het heel moeilijk zal zijn om na een doorstart dit vliegveld rendabel te houden en daarmee te zorgen voor een positief effect voor de regio. Ik vind wel dat het af en toe nodig is om risico's te nemen - anders waren er bijvoorbeeld ook nooit spoorlijnen gebouwd - maar toch is enige voorzichtigheid geboden. Een project moet uitzicht geven op maatschappelijk rendement, en daar twijfel ik bij de luchthaven sterk aan. De grens tussen gezonde durf en het bouwen van luchtkastelen is flinterdun.'
De luchtvaartdeskundige begrijpt niet waarom lokale bestuurders, met name de gemeente Enschede, pleiten voor een doorstart. `Eigenlijk zijn er geen doorslaggevende maatschappelijke of financiële argumenten. Ja, trots op het vliegveld, hoor je dan. Of ze zien het als investeringsobject voor belangrijke ondernemers in de regio. Verder heeft de gemeente Enschede natuurlijk relatief weinig last van geluidshinder, dat is niet een goede reden, maar het maakt het wel gemakkelijker om vóór een doorstart te zijn.'
Heerkens was jaren geleden betrokken bij een onderzoek naar regionale luchtvaart. Zijn conclusie destijds was dat er teveel regionale luchthavens zijn, waardoor slechts weinig vliegvelden goed van de grond komen. Ook zei hij het te betreuren dat er `te weinig op Europees niveau wordt gekeken'. Heerkens denkt er nu niet anders over: `Münster is een groot regionaal vliegveld en handelt half zoveel passagiers af als alle Nederlandse regionale luchthavens bij elkaar. Je zou beter kunnen investeren in goede infrastructuur naar zo'n vliegveld.'
Maar hij heeft meer ideeën. Zo heeft Heerkens al eerder geopperd, tijdens discussies over de vliegbasis Twenthe, om er een kenniscentrum voor onbemande vliegtuigen op te zetten. Met daarin een belangrijke rol voor de UT. `Computergestuurde vliegtuigen zijn de toekomst', legt hij uit. `Nederland doet nog niet zoveel op dit gebied. Zweden is er al ver in, Frankrijk ook. Nederland zou wat kunnen met civiele toepassingen.' Natuurlijk, weet Heerkens, de realisatie van een dergelijk kenniscentrum vergt een omslag. `Maar als de betrokken ministeries en de UT er de schouders onder zetten, is het zeker niet ondenkbaar.' Nee, hij heeft dit idee nog niet overal gespuid. `Ik ben eerder terughoudend, maar af en toe vind ik dat er wel iets moet worden gesuggereerd. Er moet wel vooruitgang zijn.'
Als alternatief voor het vliegveld heeft hij verder al eens gepleit om een ontwerpwedstrijd uit te schrijven. `Laat iedereen een voorstel indienen voor die lap grond aan de snelweg en laat de regio het meest gunstige ontwerp realiseren. Misschien heeft een bedrijf wel behoefte aan een ondergrondse fabriek? Kijk, de kosten van alternatieve aanwending zijn nog nooit berekend. En dat wordt vast ook niet gedaan. Maar niets doen met zo'n stuk grond kost überhaupt geld.'
Op de ideeën van Heerkens is tot dusver `lauw gereageerd', vertelt hij. `Ik heb het idee dat veel mensen denken dat de besluitvorming rondom het vliegveld toch al genomen is. Ze hebben geen zin meer om de strijd aan te gaan.'
Of de beslissing inderdaad al is gevallen, durft de luchtvaartdeskundige niet te zeggen. `Maar ik ben bang dat als de tegenstanders, die nu elk vanuit hun eigen belangen opereren, zich niet verenigen, de boel inderdaad snel beklonken is.'
| Heerkens: ...maak van het vliegveld een kenniscentrum voor onbemande vliegtuigen met daarin een rol voor de UT… (Foto: Gijs van de Ouwekerk) |