De visitatiecommissie heeft de `algemene indruk' dat de kwaliteit van de opleidingen gegarandeerd is, dat de docenten gemotiveerd zijn en zeer toegankelijk, en dat de studenten het naar hun zin hebben. De kwaliteit van de docenten wordt gewaardeerd door de studenten. Er is sprake van samenhangende curricula met een goede balans in verscheidenheid aan werkvormen. Het niveau van de opleidingen is goed. De practica zijn modern en `de beoordeling is voorbeeldig te noemen', aldus de voorzitter van de commissie prof. dr. Gerard Nienhuis. Er is ruime aandacht voor het eigen karakter van de `technische' natuurkunde. Verder worden als positieve punten de kwaliteitszorg, de studiebegeleiding en het instroomtraject vanuit het HBO genoemd.
De commissie heeft ook een paar aanbevelingen. De individuele beoordeling van de bacheloropdracht kan beter. De commissie pleit voor het stimuleren van een expliciet keuzemoment na het behalen van de bachelor. Het `ondernemende' karakter van de universiteit is in de opleidingen minder te herkennen. De studieduur is een punt van zorg, de streefcijfers die gehanteerd worden zouden ambitieuzer kunnen. De visitatiecommissie vindt nanotechnology een `opleiding met potentie', maar het eigen karakter mag wel wat meer profiel krijgen. De afstudeerscripties zijn sterk technologisch georiënteerd. Een aanbeveling is ook om Technology Assessment op te nemen in het curriculum.
Over een paar maanden verschijnt het definitieve rapport van de visitatiecommissie. Dat gaat dan als advies naar de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie die de opleiding accrediteert.