De hervorming van de Student Union was een van de drie speerpunten van de verkiezingscampagne van Campussy-oprichters Pieter Stek en Maarten Fonville. Zij pleiten voor meer democratie en beleidsvrijheid. `De Union is met handen en voeten gebonden aan de geoormerkte budgetten die het college van bestuur hen toekent, hun beleidsvrijheid is daardoor beperkt', zegt Pieter Stek. Hij wil, naar voorbeeld van de Britse Unions, een vrij besteedbaar budget. Maar, zegt hij, `financiële vrijheid eist solide democratische controle.' Dat mandaat geeft de Student Union draagvlak, denkt Stek. `Het is voor mensen makkelijker om een nadelige beslissing te accepteren wanneer een democratisch gekozen bestuur die neemt. Mensen die het niet eens zijn met het beleid, moeten zich verkiesbaar kunnen stellen.'
De fractie van UReka is het daar niet mee eens. Volgens Annemiek van der Velde, vicevoorzitter van UReka en van de Uraad, kan dat zelfs averechts werken. `Zo'n bestuur moet een goed team zijn. Wanneer je die mensen langs democratische weg kiest, loop je de kans dat ze niet met elkaar overweg kunnen.'
Martijn van Andel, fractievoorzitter van Campus Coalitie, is evenmin een voorstander van een democratisch gekozen bestuur. `Het is belangrijk dat Union-bestuurders capabel zijn, het moet geen populariteitswedstrijd worden. Bovendien, de opkomst tijdens de verkiezingen voor de UR is zo'n dertig procent. Ik kan me voorstellen dat verkiezingen voor een nieuw Union-bestuur nog minder mensen zullen trekken.' Retorisch: `Levert dat dan een representatief bestuur op?'
Het `populariteitsprobleem' van de Union is volgens Van Andel en Van der Velde voornamelijk te wijten aan gebrekkige communicatie. Van Andel nam onlangs deel aan een discussie over sport en campus. `Daar zei iemand van de Union dat ze vaak niet op de hoogte zijn van bepaalde problemen, omdat studenten hun klachten niet uiten. Dan moet je er dus voor zorgen dat ze dat wél doen, door duidelijk te communiceren hoe dat kan en waar.'
Ook Pieter Stek van Campussy vindt dat de Union zich daarin actiever kan opstellen. `De idee bij de Union is vaak: de informatie staat online, de bijeenkomsten zijn openbaar, dus we hebben aan onze verplichtingen voldaan. Als mensen niet willen komen, dan zijn de problemen klaarblijkelijk niet zo groot, dus waar klagen ze dan over?'
Een democratisch bestuur zou voor meer draagvlak en vertrouwen kunnen zorgen, vindt Campussy. Een borrelcratie, noemt Stek de Union in zijn huidige vorm en hij verwacht op korte termijn geen waterscheiding. Wel ziet hij mogelijkheden om snel een begin te maken met democratisering, door jaarlijks een viertal studentleden te laten kiezen in de raad van toezicht. Die bestaat nu nog alleen uit vier vertegenwoordigers van de koepels, een afgevaardigde van het CvB, een extern lid vanuit het bedrijfsleven en een extern lid, voorgedragen door de Union zelf.
`De RvT kan het bestuur benoemen en ontslaan en het jaarverslag goed- of afkeuren, maar zolang ze het over alles eens zijn, blijft het cirkeltje gesloten en maken, pak `m beet, tien mensen de dienst uit', zegt Stek. `De waarde van democratische controle is dat je vragen kan stellen. Nu is het een old boys network en de vraag is: hoe hard pak je je vriendjes aan?'