Minister Plasterk van OCW zou het toejuichen als ook de universitaire medische centra een federatie en gemeenschappelijke `centres of excellence' vormen. Dan kunnen ze net als de drie technische universiteiten meer gewicht in de schaal leggen.
Dat zei de bewindsman gisteren bij de opening van het Netherlands Institute for ICT-research (NIRICT, zie ook het artikel op pagina 5 van deze krant) in de Utrechtse Jaarbeurs, een initiatief van de 3TU-federatie dat bij Europese onderzoeksaanvragen beter kan concurreren met Franse en Duitse tegenhangers. Een mooi voorbeeld van focus en massa dus. En dat kan de Nederlandse wetenschap goed gebruiken.
Uit de toespraak van Plasterk sprak ambitie: `Het standaard beleidsverhaal in Nederland zegt dat de kwaliteit van het onderzoek goed is. Dat het wel oké is. Ik vind dat nog niet zo vanzelfsprekend. Volgens mij behoren we niet over de breedte tot de wereldtop. Hier en daar wel, maar lang niet overal. En daar moeten we wel naartoe.'
Financiële toezeggingen deed hij nog niet. Eerst wil hij kijken hoe het extra geld voor de wetenschap het beste kan worden ingezet. Eén ding is echter duidelijk voor de bewindsman: `We kunnen ons doel alleen bereiken door veel scherper te kijken naar de landen waar de echte wereldtop zit, met name de VS en het Verenigd Koninkrijk.'
Of Nederland daarmee ook het Angelsaksische model voor onderzoek zou moeten invoeren, weet Plasterk nog niet zeker, al is dat idee wel verleidelijk. In de VS en Groot Brittannië is het onderzoek sterker geconcentreerd bij een beperkt aantal researchuniversiteiten. `Die hebben de kritische massa om Nobelprijzen te genereren en veel bedrijvigheid om de universiteiten heen aan te jagen', aldus de minister. `Grotere concentratie van het onderzoek zou in Nederland hetzelfde effect kunnen hebben.'
Daarbij kan gekozen worden voor de manier waarop de 3TU-federatie het doet, met gezamenlijke `centres of excellence'. `Dat lijkt me ook een goede route voor onze acht universitaire medische centra.' Verder denkt Plasterk dat sectorplannen kunnen helpen, `maar dan moeten die wel echt iets om het lijf hebben'. Universiteiten moeten bij samenwerkingsplannen overigens niet alleen aan elkaar denken, zei hij, maar ook aan instituten als NWO, KNAW en TNO.