De universiteiten en onderzoeksfinancier NWO gaan onderling niet twisten over het onderzoeksbudget. Wanneer de overheid extra geld vrijmaakt, gunnen zij elkaar het beheer erover.
Dat zei Sijbolt Noorda, voorzitter van universiteitenvereniging VSNU gisteravond in het VSNU-café. Daar was ook Hans Chang aanwezig, directeur van het natuurwetenschappelijke FOM-instituut, dat nauw aan NWO is gelieerd.
De uitspraak paste in de opgetogen stemming in het café. Nieuwe bewindslieden, nieuwe kansen, vonden de aanwezigen. Weg met al het kijven. Het gestolde wantrouwen tussen universiteiten en overheid, waar de veelbesproken commissie-Chang tegen fulmineerde, moet rap verdwijnen.
Changs commissie pleitte voor een forse verhoging van het onderzoeksbudget met 1 miljard euro, te verdelen in 500 miljoen voor NWO en 500 miljoen voor de universiteiten. Maar dan moesten de universiteiten wel met een plan komen voor de besteding ervan.
Het miljard is er niet gekomen, maar Chang bleef gisteren optimistisch. Hij zag ruimte voor een verhoging van 300 miljoen van het NWO-budget. Bovendien konden volgens hem ook de universiteiten meer geld krijgen, dat allereerst aan de alfa-studies zou moeten worden besteed.
Een milde discussie ontstond alleen over de vraag welke nieuwe wetten er nodig zouden zijn. Sebastiaan den Bak, voorzitter van studentenverbond ISO en bestuurskundestudent aan de UT, pleitte voor wetten die meer `differentiatie' in het hoger onderwijs mogelijk zouden maken.
Maar er kan al van alles, vond Hans Adriaansens, oprichter en aanjager van de intensieve university colleges die veel navolging krijgen. `Kleine groepen, intensief onderwijs, selectie na de poort… Je moet alleen voorkomen dat het geld voor undergraduate onderwijs ergens anders terechtkomt.' Hij dacht aan bekostiging via de student. Dat zou de nieuwe minister wel mogen regelen.
Adriaansens kreeg bijval van Karl Dittrich, voorzitter van kwaliteitbewaker NVAO. `We hebben ons wel erg laten wegdrukken de afgelopen tien jaar, terwijl er veel mogelijk is.' En met veel nadruk voegde hij eraan toe dat de instellingen de lerarenopleidingen niet moesten vergeten: `Anders zitten we hier over tien jaar opnieuw en vragen we: hadden we geen andere accenten moeten leggen?'
Maar de blijmoedigheid overheerste. Ook een ambtenaar van OCW bespeurde optimisme onder haar collega's. `De nieuwe minister is een wetenschapper. Iedereen vindt het spannend: wat zal hij van onze plannen vinden?'
Uiteindelijk was minister Ronald Plasterk de grote afwezige in het café. Veel verwachtingen werden uitgesproken, maar naar het antwoord van de minister konden de aanwezigen slechts gissen.