Hans Kuipers, wetenschappelijk directeur van het deelnemende UT-onderzoeksinstituut IMPACT en hoogleraar fundamentals of chemical reaction engineering, noemt het project een enorme uitdaging. De aanvraag acht hij kansrijk. In het najaar ontstaat daar meer duidelijkheid over, maar de signalen wijzen in de goede richting. Kuipers noemt een gezamenlijke, nationale onderzoeksinspanning `absoluut noodzakelijk' om doemscenario's zoals geschetst in de film An inconvenient truth van voormalige Amerikaanse presidentskandidaat Al Gore, het hoofd te bieden. Catastrofale rampen als extreme temperaturen, overstromingen en epidemieën staan voor de deur als er niet wordt ingegrepen. `Daarom moeten we nú uit de startblokken en investeren in baanbrekend onderzoek naar nieuwe en betaalbare technologieën voor duurzame energie. Beter extra voorzichtig zijn dan nalatig. Nederland is erg ambitieus met de - in EU-verband vastgestelde - dertig procent minder CO2 in 2020. Áls de overheid het vraagstuk serieus meent, moet ze nú de knip trekken.'
`We dromen allemaal van een auto op waterstof. Prototypen rijden al rond. Toch kun je geen waterstof bij de lokale supermarkt kopen. Het omzetten van methaan in waterstof is simpelweg te duur. We moeten dus naar een goedkopere methode. Daarin wil de UT investeren. Net als in onderzoek naar het gebruik van biomassa. Bij IMPACT doen we er veel onderzoek naar. Gaan we een stapje verder, dan komen we bij onderzoek naar geschikte conversietechnologieën waarmee we chemische bouwstenen kunnen isoleren. Daarmee kunnen we fossiele brandstoffen omzetten in efficiënte, schone energiedragers. Keramische membranen voor zuurstofscheiding, ook wel oxyfuelprocessen genaamd, spelen hierin een sleutelrol. Bij verbranding van fossiele brandstoffen scheidt het membraan de stikstof van zuurstof. Alleen zuivere zuurstof wordt voor verbranding gebruikt. Zo pakken we het vervuilingprobleem bij de bron aan.'
Volgens Kuipers neemt de UT op dit gebied een vooraanstaande positie in. `Een aantal van onze vakgroepen doen hier onderzoek naar. Met de aangevraagde subsidie willen we dit verder uitdiepen en onze positie versterken. De ontwikkeling van een efficiënt en betaalbaar zuurstofgeleidend membraan is zó cruciaal, dat de scheidingstechnologie ermee valt of staat.' Behalve keramische membranenontwikkeling wil IMPACT een deel van het geld inzetten voor de ontwikkeling van waterstofproductie en aangepaste katalysatoren. Kuipers vertelt dat de TU Delft zich voornamelijk richt op windenergie. De hoogleraar toont een afbeelding van een offshore (dus in zee geplaatste) windmolen van de toekomst. `De diameter is groter dan het grootste vliegtuig ter wereld dat bij Airbus in aanbouw is. Uit welk materiaal moet die windmolen dan bestaan, zodat-ie ook nog kan ronddraaien? Met deze vragen houden aio's uit Delft zich bezig. Eindhoven zal zich met name richten op de opslag van waterstof. In samenwerking met MESA+ doet de UT ook onderzoek naar geavanceerde materialen die hun toepassing vinden bij zonne-energie. Hoe kunnen we met nanotechnologie een betere zonnecel realiseren zodat we meer energie uit zonlicht verkrijgen?'
Kuipers zegt dat de 3 TU's en ECN met het project voor een gigantische uitdaging staan. `In totaal zullen zeventig aio's van de drie universiteiten erbij betrokken zijn en ik denk echt dat Nederland op deze manier een grote rol kan spelen in milieuvriendelijk energiebeleid.' Dit najaar hopen de deelnemende partijen groen licht te krijgen.
Vrijdag 13 april organiseert IMPACT in gebouw de Waaier een symposium over Energy & Resources. Daar zal de vraag centraal staan hoe wetenschap en chemische procesindustrie reageren op de wereldwijde problematiek rond duurzaam gebruik van grondstoffen en energie. Bekende sprekers uit wetenschap en bedrijfsleven waaronder Shell, Dow Chemical en DSM geven die dag hun visie.