Positief advies komt eraan

| Redactie

De universiteitsraad besprak dinsdag het UT-reorganisatieplan. Voordat daarmee in mei wordt ingestemd moet het CvB eerst nog een aantal vragen beantwoorden. Op basis daarvan wordt de tekst van het plan hier en daar nog aangepast. Raadslid Herman Poorthuis voerde dinsdagmiddag uitvoerig het woord. De raad kan zich in grote lijnen vinden in het reorganisatieplan, maar er blijven vraagtekens bestaan

De universiteitsraad besprak dinsdag het UT-reorganisatieplan. Voordat daarmee in mei wordt ingestemd moet het CvB eerst nog een aantal vragen beantwoorden. Op basis daarvan wordt de tekst van het plan hier en daar nog aangepast.

Raadslid Herman Poorthuis voerde dinsdagmiddag uitvoerig het woord. De raad kan zich in grote lijnen vinden in het reorganisatieplan, maar er blijven vraagtekens bestaan rondom de inhoudelijke argumentatie. `We willen de doelen duidelijk hebben. Waarom is zijn shared service centra nou de beste organisatievorm?' Poorthuis doelde daarmee onder andere op het beoogde Onderwijs Service Centrum, waarin alle dienstverlening op het gebied van onderwijs wordt ondergebracht. `De kwaliteit en de meerwaarde van de dienstverlening van zo'n centrum is voor ons nu nog niet te overzien.'

Half maart liet het CvB al weten `goede hoop te hebben' dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen. De vereiste personele reductie van 47,2 fte zou via natuurlijk verloop gerealiseerd kunnen worden. Poorthuis: `Daar zijn wij natuurlijk erg blij mee.' Maar collegevoorzitter Flierman leek wat in te binden. `Natuurlijk verloop is de inzet, maar honderd procent zekerheid is er niet. Eind april moet uit gesprekken met het overlegorgaan OPUT blijken welke regelingen, zoals prepensioen, we kunnen aanbieden.' Poorthuis zei benieuwd te zijn naar de uitkomst van deze gesprekken. `Het moet wel een heel aantrekkelijke regeling worden, anders zal de animo niet groot zijn', waarschuwde hij. Zijn conclusie: `Het CvB wil gedwongen ontslag voorkomen, maar zal het instrument daartoe niet uit handen geven.'

De raad sprak ook over de voorgenomen opheffing van de Centrale Commissie Onderwijs. Het CvB ziet deze aloude commissie niet langer als belangrijk adviesorgaan, maar wil alleen nog overleg voeren met de decanen, die immers eindverantwoordelijk zijn voor het onderwijs binnen hun faculteiten. `De bestuurslijnen moeten helder zijn', zei Flierman. `Via de faculteitsraden komen studenten en medewerkers volop aan bod. Wat is dan nog de meerwaarde van de CCO?' Raadslid Dick Meijer gaf aan dat de CCO misschien niet als belangrijk adviesorgaan wordt gezien voor het UMT (CvB, decanen en instituutsdirecteuren), maar dat het personeel dat wel zo ziet.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.