| Bartjan de Bruijn (rechts) aan het werk. |
De Bruijn: `Het slopersbedrijf had al meer telefoontjes gehad van mensen die iets aan de schutting wilden doen, maar de gemeente had nog niemand toestemming gegeven. Ik denk dat ik het goede argument gaf: je kunt niets doen met zo'n wand óf er iets moois van maken.' De dienstdoende ambtenaar bleek gevoelig voor het argument van De Bruijn dat niets doen verpaupering in de hand werkt. `Op een aantal voorwaarden mochten we aan de slag. Zo moesten we de hele wand aanpakken, mochten we geen drugs en doodskoppen tekenen en geen reclame-uitingen doen.'
Veel winkeliers uit de omgeving droegen een paar euro bij om spuitbussen aan te schaffen. `Van een sneakershop kregen we twintig euro en de dames van een uitzendbureau gaven vijftien euro uit eigen portemonnee.' Lachend: `Maar dan moesten we wel ergens heel klein medewerkster Irma feliciteren met haar verjaardag.'