| Henk Bessels: `Het zal geen zwart gat zijn waar ik in terecht kom.' (Foto: Arjan Reef) |
Het is deze zonnige maandagmorgen goed toeven op het terras van de sportkantine. Henk Bessels geniet van een kop koffie. `Dit kan straks élke doordeweekse ochtend', zegt hij. `Alhoewel, ik heb veel te doen thuis. Achterstallig onderhoud vooral. De tuin enzo, je kent het wel. Het zal geen zwart gat zijn waar ik in terecht kom.'
Bessels begon eind jaren zestig op de campus. Via het toenmalige klussenbedrijf Eijsink kreeg hij een baantje als `ground man', beheerder van de tennisbanen. `Ik had een opleiding in de textiel gehad, maar in die tijd was daar geen droog brood in te verdienen. Dus moest ik op zoek naar wat anders. Op de UT rolde ik van het een in het ander. Op een gegeven moment onderhielden we met drie man de sportvelden. Dat werk heb ik een aantal jaren gedaan en het beviel prima.'
De `ommezwaai in zijn leven' - zoals hij het zelf noemt - kwam toen de toenmalige kantinemedewerker Joop Herblot zijn functie neerlegde. Bessels werd gevraagd die baan over te nemen, maar was er in eerste instantie niet zo happig op. `De baan die ik had, vond ik leuk en die kantine stelde destijds niets voor.' Tijdelijk wilde hij het uiteindelijk wel doen. Lacht: `Maar dat werd dus 35 jaar.'
Bessels kreeg de smaak te pakken en behaalde allerlei horecadiploma's. `De sportkantine ontwikkelde zich van een klein houten schuurtje tot een groot en leuk bedrijf. De kracht van deze kantine is dat alles door en voor studenten gebeurt. Dat is uniek. Zelf was ik verantwoordelijk voor het dagelijks beheer, de inkoop en de organisatie van het personeel. We werkten met barteams van studenten.'
Leuk vond hij de `enorme afwisseling'. Bessels: `'s Ochtends krijg je vaak de huisvrouwenclubjes en gaandeweg de dag komen de studenten. Eerst die van het CIOS, later die van de UT.' Ook allerlei sporttoernooien en natuurlijk de Batavierenrace maakten zijn werk interessant. `De Bata is een schitterend evenement dat we als universiteit moeten koesteren. Het was voor mij, als kantinebeheerder, altijd het hoogtepunt van het jaar. We draaiden dan bovendien een topomzet.'
Hard werken was het wel. `Officieel ging het om acht uur per dag, maar het kwam in de praktijk al snel neer op werkwerken van vijftig a zestig uur. Nog even moest ik dan voor dit of dat naar de groothandel. Eigenlijk was je nooit echt vrij.' En dus wilde Bessels wel eens wat anders, na 35 jaar de kantine te hebben gerund. Sinds een jaar of zes regelt hij nu de financiën en de reserveringen van het Sportcentrum.
`Of ik die kantine een beetje los kon laten na zoveel jaar? Ja hoor. Hellen van de Water is bovendien een prima opvolgster.' Wel mist hij de betrokkenheid bij studenten. `Mijn werk als kantinebeheerder was veel meer verweven met het studentenleven. Zo wist ik altijd precies hoe VV Drienerlo ervoor stond en hoe het met de studies van de sporters ging. Als kantinebeheerder was ik ook een soort van vertrouwenspersoon.'
Het grootste verschil tussen de huidige generatie en de student van de jaren zestig en zeventig noemt Bessels `tijd'. Hij vindt dat studenten van tegenwoordig zakelijker zijn, wegens tijdgebrek waarschijnlijk. `Eind jaren zestig was het geen probleem om twee jaar in de sportraad te zitten of om vijf dagen per week bardienst te draaien. Voor de student van nu is dat echt onmogelijk.'
Volgende week wordt hij 62 jaar. Een mooi moment om te stoppen? `Ja, maar wel met een heel dubbel gevoel', bekent Bessels. `Werken bij het Sportcentrum doe ik ontiegelijk graag, maar het is mooi geweest na veertig jaar.'
Helemaal weg is hij trouwens niet. Bessels blijft wekelijks sporten - spinning - in het Sportcentrum. Overigens net zoals zijn oud-collega's Henk Siers, Andre Ligthart en Johan Weijerink, die eerder dit jaar afscheid namen. `Ik ben gek op sport en daar zal ik, zolang ik het kan, mee doorgaan.'
Henk Bessels neemt op donderdag 26 april afscheid met een receptie in de Professor J. Schuijer zaal, van 16.00 uur tot 18.30 uur.