Om maar met Tabaksblat te beginnen: zijn corporate governance code is een gedragscode voor beursgenoteerde ondernemingen, niets meer en niets minder, zegt Brack, hoogleraar Regulatory Environment of Business Enterprise aan de faculteit Management en Bestuur. Het belang en de rol van de code-Tabaksblat, vindt hij, wordt in deze zaak schromelijk overdreven. `Tabaksblat doet aanbevelingen, maar verplicht niets. Het enige bindende is de slogan: pas de code toe of leg uit waarom je dat niet doet. Zeggen: ik heb helemaal geen zin om die code toe te passen, is bij wijze van spreken al voldoende.'
Volgens Brack speelt er `iets veel fundamentelers': het ongebreidelde marktdenken dat de VVD halverwege de jaren negentig introduceerde in Nederland. `Daarbij hoorde meer invloed van aandeelhouders. De gedachte was: meer macht voor hen leidt vanzelf tot beter bestuur.' In de twaalf jaar dat de VVD meeregeerde - acht jaar onder Kok en vier jaar onder Balkenende - wisten de liberalen een duidelijk stempel drukken. De aanpassing van het vennootschapsrecht, waardoor de aandeelhouders meer macht kregen, is volgens Brack `de kern van de hele ABN AMRO-case'. Daardoor, betoogt hij, mogen beursgenoteerde ondernemingen bepaalde besluiten alleen nemen, wanneer de aandeelhouders daarin gekend zijn. `Bijvoorbeeld acquisities of afstotingen van een bepaalde omvang. Is daarmee meer dan een derde van de totale waarde van een onderneming gemoeid, dan is toestemming van de aandeelhouders noodzakelijk.'
En daar zit de crux. `Volgens die regel had ABN AMRO ook helemaal geen toestemming nodig van de aandeelhouders voor de verkoop van LaSalle aan Bank of America.'
De uitspraak van de Ondernemingskamer vorige week noemt Brack `discutabel', omdat de OK dat artikel, een paar jaar geleden specifiek voor dit soort gevallen ingevoerd, links heeft laten liggen. `De Ondernemingskamer heeft zich gebaseerd op een algemeen gesteld, vaag ouder artikel; een artikel dat de juristen van ABN AMRO over het hoofd hebben gezien. En, om eerlijk te zijn, ik ook. Ik hoop ook dat ABN in cassatie gaat; het zal niet de eerste keer zijn dat de Ondernemingskamer het lid op de neus krijgt.' Toch betwijfelt hij dat, aangezien ABN domweg geen tijd heeft om drie maanden te wachten op een uitspraak van de Hoge Raad.
Ondertussen slijpen de Amerikanen de messen. Brack pakt een kopie van de dagvaarding die Bank of America tegen ABN AMRO heeft ingediend. In twintig pagina's - inclusief bijlagen zelfs tachtig - beticht de advocaat van Bank of America, Eric M. Roth van het gerenommeerde advocatenkantoor Wachtell, Lipton, Rosen & Katz, ABN AMRO van breach of contract, ofwel wanprestatie. `Omdat ABN heeft gegarandeerd dat toestemming van de aandeelhouders niet noodzakelijk was.' ABN wacht dus een enorme schadeclaim als de deal niet doorgaat. Het spreekt voor zich dat dat ten koste gaat van de waarde van het bedrijf en daarmee van de waarde van de aandelen ABN AMRO. Het definitief afketsen zal dus ook de ABN AMRO-belegger in de portemonnee voelen. Daarom acht Brack het `zeker niet uitgesloten' dat de aandeelhouders alsnog akkoord gaan met de verkoop. Het bedrag dat Bank of America biedt is immers ook een prima prijs. `Ze staan dus ook voor de keuze: ga ik voor zekerheid of gok ik op een hoger bod? Of dat laatste verstandig is, is maar zeer de vraag.'
Dat bestuursvoorzitter Rijkman Groenink nu de volle laag krijgt, is typisch Nederlands, smaalt Brack. `Er is iets misgegaan, dus moet er een zondebok gevonden worden. Maar als je het mij vraagt, heeft Groenink het in deze zaak helemaal niet zo slecht gedaan. Als de hedgefunds aan je deur staan te rammelen, dan moet je actie ondernemen. De verkoop van LaSalle was een briljante truc, want daarmee zou ABN ineens niet meer interessant zijn voor het consortium dat de bank wil opsplitsen en onderling verdelen, de voor het personeel minst aantrekkelijke optie.'
Is dit gedoe in de toekomst te voorkomen? Peter Elverding, tot 1 mei jongstleden CEO van DSM, had wel een idee: een extra bonusdividend van tien procent per jaar voor trouwe aandeelhouders. Met zo'n loyaliteitsbonus zou DSM een beter zicht krijgen op zijn aandeelhoudersbestand (registratie is immers noodzakelijk om voor de bonus in aanmerking te komen) en daarmee tijdens bijvoorbeeld een dreigende vijandelijke overname, gemakkelijk aandeelhouders kunnen mobiliseren. Het `uitstekende' (dixit Brack) voorstel werd echter door de Ondernemingskamer met de grond gelijk gemaakt: er mogen geen verschillende rechten en plichten aan een bepaald soort aandeel worden gekoppeld.
En zo blijven beursgenoteerde bedrijven afhankelijk van de stemming van hun aandeelhouders. Doorgeschoten marktwerking, zegt Brack, maar `that's in the name of the game'. Hij citeert met instemming een uitspraak van de CEO van de Triodos Bank onlangs in NRC Handelsblad: `Wie dit gedonder niet wil, moet niet beursgenoteerd zijn.'
| Rijkman Groenink, de bestuursvoorzitter van ABN AMRO |