Premier Balkenende vindt het vernieuwde Innovatieplatform ondernemend genoeg. Hij is dan ook niet van plan om de samenstelling te wijzigen. Oppositiepartij VVD had daarom gevraagd.
VVD-kamerlid Charlie Aptroot beklaagde zich onlangs over het gebrek aan `echte ondernemers' in het nieuwe Innovatieplatform en vroeg de minister-president om opheldering. Balkenende stelt in zijn antwoord niet met die opmerking uit de voeten te kunnen. `Mij is niet geheel duidelijk wat uw definitie van een echte ondernemer is', schrijft hij. Ook wijst de premier er op dat het `IP' zeven leden uit de private sector telt.
Het Innovatieplatform is er volgens de VVD vooral voor de bevordering van ondernemerschap en moet worden aangejaagd door ondernemers zelf. Balkenende schrijft dat het platform veel breder is, omdat het ook binnen de overheid, de wetenschap en het onderwijs moet zorgen voor een innovatieve en ondernemende cultuur. Bovendien zijn de ontwikkeling van waterbeheer, energie en de zorgsector aan het takenpakket van de club toegevoegd. `De samenstelling van het IP weerspiegelt die brede taakopdracht', aldus Balkenende.
De samenstelling van het Innovatieplatform werd eind vorige maand geregeld. Balkenende zit het overleg voor, en ook de ministers Plasterk (OCW) en Van der Hoeven (Economische Zaken) doen mee. Het hoger onderwijs is alleen vertegenwoordigd door collegevoorzitter René Smit van de Vrije Universiteit/Windesheim. Verder zijn plaatsen ingeruimd voor natuurkundige Robbert Dijkgraaf en waterbeheerdeskundige Suzanne Hulscher. Namens het bedrijfsleven zijn directieleden van Philips en Corus lid van het IP. De kleinere `echte' ondernemers zijn vertegenwoordigd door Bas Verhart van Media Republic en Melek Usta van detacheringsbureau Colourful People.