De verhuurder doet alle moeite om zich van de bewoners te ontdoen. Hij blijkt het huis te hebben verkocht aan een woningstichting en wil het pand leeg opleveren. In augustus stuurde hij een paar van zijn handlangers naar het pand om de bewoners angst aan te jagen. Er ontstond een handgemeen en er vielen rake klappen waarbij een van de bewoners met de dood werd bedreigd. De rechter noemde deze vorm van eigenrichting ‘een doodzonde’. De advocaat van de bewoners wil dat de verhuurder en zijn handlanger, die optrad als ‘kraakwacht’, een straatverbod krijgen.
Vrijdag volgt de uitspraak, maar voor die tijd overleggen bewoners en oud-bewoners al over de toekomst van Huize Heilige Hubertus. Volgens bewoner en woordvoerder van het huis Sebastiaan Ratha wordt het een ‘gezellig samenzijn met eten en drinken’. Een van de opties die wordt besproken is volgens Ratha dat het huis wordt teruggekocht van de nieuwe eigenaar. Met het oog daarop zal dan eerst een stichting worden opgericht, die met behulp van het bijeengebrachte geld van oud-bewoners het huis koopt. De maandelijkse hypotheekbedragen zullen door huidige bewoners en de generaties daarna worden betaald. Gerenommeerde studentenhuizen als ’t Pott en Patatras kennen volgens Ratha een soortgelijke constructie.
De eis van verhuurder K.is dat de bewoners twee dagen na het vonnis het huis verlaten. Ratha acht de kans echter klein dat de rechter gehoor geeft aan deze eis. Saillant punt is dat er geen huurcontract bestaat, terwijl er al ruim twintig jaar maandelijks huur wordt betaald. Volgens Ratha heeft deze constructie juridisch eenzelfde waarde als ware er een contract. De bewoners willen dit in een extra kort geding door de rechter laten toetsen.