De promovendus

| Redactie

Bij de vakgroep Bouw/Infra van de faculteit construerende technische wetenschappen werken promovendi niet in afgescheiden kamers, maar hebben ze samen één grote open ruimte op de derde verdieping van de Horsttoren. Eén van hen is Maarten Rutten (28). Hij doet sinds 2006 onderzoek naar gezamenlijke innovaties in de bouw.

Bij de foto: Maarten Rutten: `Wat ik hier leer, wil ik ook in praktijk brengen.'Foto: Arjan Reef
Bij de foto: Maarten Rutten: `Wat ik hier leer, wil ik ook in praktijk brengen.'Foto: Arjan Reef

Rutten studeerde bouwkunde aan de TU Eindhoven. Na zijn studie vond hij een baan als adviseur bij een energiebureau, maar na een jaar hield hij het voor gezien. `In mijn werk miste ik de diepgang: je gaat direct aan de slag met de oplossing voor het probleem van een opdrachtgever. Tijd en ruimte om je uitvoerig in het probleem te verdiepen is er niet.' Nu heeft hij in zijn promotieonderzoek vier jaar de tijd om zich te verdiepen in de ontwikkeling van nieuwe bouwsystemen (zie kader).

`Ik zie promoveren als een verlenging van het studieleertraject. Wetenschap werkt als een spel waarin je beter kunt worden. Natuurlijk is het ook een baan, maar vergeleken bij het adviesbureau waar ik werkte is hier veel meer ruimte om te leren. Het bedrijf bepaalt wat je doet, maar hier kan ik zelf mijn doelen stellen.'

Toch ziet Rutten geen wetenschappelijke carrière voor zich. Na deze vier jaar wil hij weer terugkeren in het bedrijfsleven. `Wat ik hier leer wil ik ook in praktijk brengen. Als wetenschapper produceer je uiteindelijk vooral letters op papier; je resultaat gaat op in het geheel van wetenschappelijke informatie en je ziet de uitwerking ervan niet. Het lijkt me mooi straks iets te gaan doen waarbij het resultaat van mijn werk concreter is.'

Tot die tijd zal Rutten met veel plezier aan zijn promotieonderzoek werken: interviewen, literatuur doornemen, verbanden leggen. Maar niet alleen de inhoud is belangrijk, ook de werksfeer draagt bij aan hoe hij zijn bezigheden ervaart. De vakgroep Bouw/Infra heeft met de open werkruimte een creatieve oplossing gevonden voor het gebrek aan contact met collega's dat promovendi vaak ervaren. Rutten: `Ik zeg wel eens: als ik hetzelfde onderzoek in een andere ruimte moest doen, zou ik het een stuk minder leuk vinden.'

Innovaties in de bouw

De bouwwereld is sterk gefragmenteerd, legt Rutten uit. Bij de totstandkoming van een nieuw gebouw zijn veel partijen betrokken: architecten, aannemers, energiebedrijven, installateurs en ga zo maar door. Dit heeft als gevolg dat kennis en verantwoordelijkheid verdeeld is. Zo kan een bedrijf dat een innovatief idee heeft voor een nieuw bouwsysteem dit nauwelijks zonder hulp van andere partijen realiseren. Daardoor is samenwerking een belangrijk onderdeel van vernieuwingen in de bouwwereld. Met de aardgasbaten en een deel van de boete die bouwbedrijven naar aanleiding van de bouwfraude hebben moeten betalen, subsidieert de overheid onderzoek naar innovatie in de bouw. Maarten Rutten verricht een case study op twee zogenaamde system integrators: bedrijven die verschillende bouwtaken tegelijkertijd op zich nemen. Het ene bedrijf innoveert op het gebruik van vernieuwbare bouwmaterialen in de woningbouw, het tweede werkt aan een kant-en-klaar kozijnsysteem dat weinig onderhoud vergt. Rutten onderzoekt hoe deze ondernemingen een netwerk van bedrijven creëren om samen het nieuwe idee te ontwikkelen. De resultaten van dit onderzoek kunnen als ondersteuning dienen voor kleine innovatieve ondernemingen in de bouw.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.