Integratiebeleid: vallen en opstaan

| Redactie

De geschiedenis van het Nederlandse integratiebeleid kenmerkt zich door vallen en opstaan zonder veel te leren. Kritische reflectie ontbrak en ontbreekt. Hier ligt volgens Peter Scholten een taak voor de wetenschap. Hij promoveert vrijdag 18 januari bij de vakgroep maatschappelijke risico's en veiligheid van de faculteit MB.

Of het Nederlandse integratiebeleid is geslaagd of mislukt, valt eigenlijk niet te zeggen, betoogt Scholten in zijn proefschrift. Het beleid is daarvoor te sterk gewisseld in de afgelopen dertig jaar. In de jaren zeventig ziet de politiek migranten nog als tijdelijke gasten, beginjaren tachtig komt er een multiculturalistisch perspectief op waarbij migranten worden gezien als permanente etnische minderheden. Later ligt de nadruk op burgerschap en participatie; de laatste jaren doemt een assimilationistisch beeld op: integratie wordt gekoppeld aan grote woorden als nationale normen en waarden.

De promovendus stelt dat reflectie op deze verschillende frames, zoals hij ze noemt, nuttig zou zijn geweest. Een maatregel die vanuit het ene model genomen wordt, is vanuit een ander perspectief immers negatief. `En dus krijg je wat ik noem de dialoog van de doven. Actoren verstaan elkaar niet, omdat ze vanuit verschillende frames denken. Denkers vanuit het ene model vinden dat integratie is geslaagd wanneer arbeidsparticipatie en onderwijsprestaties op peil zijn, andere actoren betogen vanuit een ander frame dat de geringe aanpassing op sociaal- culturele thema's laat zien dat de integratie juist heeft gefaald.'

Scholten vindt dat wetenschappers hier een rol hadden moeten spelen. `Onderzoekers hebben weinig kunnen bijdragen aan het debat. Ze zaten té dicht op het heersende beleid, er was geen sprake van kritische reflectie op alternatieve beleidsmodellen. Ik vind dat wetenschappers mee de waarheid moeten zoeken. Veel actoren zijn zich niet bewust van het frame van waaruit ze redeneren of van waaruit maatregelen worden genomen. Als je weet wat de diepere beelden van integratie zijn dan kun je die controverses overbruggen.'

Zo niet, dan is het integratiebeleid gedoemd om te mislukken, zegt de promovendus. `Al dertig jaar staat het hoog op de agenda. Maar we zijn nog niet veel verder. Wat is het kader? Wie moeten integreren? Zijn het migranten, burgers, allochtonen, minderheden? Willen we dat ze economisch of cultureel integreren? Wanneer is de integratie geslaagd? Als ze hier werken? Of als ze onze waarden en normen overnemen?' Scholten vindt dat Nederlandse beleidsmakers eigenlijk niet bezig zijn met het oplossen van het probleem. `Sterker: ze weten niet eens wat het probleem is. Tegenwoordig is het integratievraagstuk veel te breed. Er komen grote symbolische thema's aan de orde over Nederlanderschap en nationale normen en waarden. Wetenschappers kunnen helpen om het ware probleem naar boven te halen.'

De relatie tussen beleidsmakers en wetenschappers is cynischer geworden, schrijft Scholten in zijn proefschrift. `Vroeger ging men er van uit dat de wetenschap de antwoorden wel zou hebben, maar in deze weerbarstige problematiek kan dat nu eenmaal niet. Dat zorgt voor een cynische kijk van beleidsmakers op de wetenschap. Beide visies zijn niet terecht. Onderzoek spreekt niet de objectieve waarheid. Maar onderzoek is ook niet betrekkelijk. Ik zoek een middenweg. Beleidsmakers en wetenschappers moeten zich er bewust van zijn dat weerbarstige controverses zoals het integratiebeleid worden gekenmerkt door meerdere waarheden, en dat onderzoek een rol kan spelen bij het verduidelijken daarvan.'

Scholten gaat na zijn promotie als universitair docent verder met bestuurskundig onderzoek naar minderhedenbeleid. Het onderwerp boeit hem sinds hij als student bestuurskunde zijn huidige vrouw ontmoette. Zij is van Marokkaanse afkomst. `Dat opende mijn ogen voor de problematiek.' Persoonlijk stoort hij zich aan het veel te brede debat. `Er worden grote woorden gebruikt die de problematiek alleen maar groter maken, vrees ik. Integratie wordt met van alles en nog wat in verband gebracht. Het huidige integratiedebat - zoals het recente boek `Het land van aankomst' van Paul Scheffer wat mij betreft treffend illustreert - gaat niet zozeer over de integratie van migranten, maar over het herverbeelden van de Nederlandse gemeenschap. Nederlanders voelen zich onzeker en zoeken houvast. Wie zijn wij en wie zijn zij? Maar van die kloof moeten we niet uitgaan. Wat mij betreft betekent geïntegreerd zijn dat je een bepaalde verbondenheid met Nederland voelt. Die discussie over normen en waarden vind ik betuttelend en beknellend en ik begrijp eerlijk gezegd niet dat Nederlanders daar niet tegen in opstand komen. De Nederlander zoals ik die meen te kennen, voelt zich helemaal niet thuis in dat discours.'

Peter Scholten verdedigt zijn proefschrift `Constructing Immigrant Policies' op vrijdag 18 januari in de Spiegel 2.

Peter Scholten
Peter Scholten
(Foto: Gijs van Ouwerkerk)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.