De Project Plek

| Redactie

De zelfredzaamheid van studenten wordt bij veel studies aan deze universiteit zwaar beproefd door het veelvuldige projectonderwijs. Minimale colleges, maar maximale inzet. Wat bakken zij daar van? Studie: BedrijfskundeProject: Interne OrganisatiekundeJaar: B2Studiepunten: 5 ECCijfer: 9,5 en 8,5 De bedrijfskundestudenten Eva Warnaar, Danny Kappen en Gijs HeikampFoto: Frans van der Veeken Zodra

De zelfredzaamheid van studenten wordt bij veel studies aan deze universiteit zwaar beproefd door het veelvuldige projectonderwijs. Minimale colleges, maar maximale inzet. Wat bakken zij daar van?

Studie: Bedrijfskunde
Project: Interne Organisatiekunde
Jaar: B2
Studiepunten: 5 EC
Cijfer: 9,5 en 8,5

De bedrijfskundestudenten Eva Warnaar, Danny Kappen en Gijs Heikamp
De bedrijfskundestudenten Eva Warnaar, Danny Kappen en Gijs Heikamp

Foto: Frans van der Veeken

Zodra het eerste jaar bedrijfskunde is afgerond, worden de studenten na de zomervakantie bij het vak Interne Organisatiekunde geconfronteerd met de werkelijkheid. Het is de bedoeling dat ze de neus uit de boeken halen en bij echte bedrijven gaan snuffelen. Voor dit artikel schoof een van de docenten, Martijn van Velzen, een aantal studenten naar voren. Eva Warnaar en Gijs Heikamp, die met hun groep bij Trebbe Bouw hebben rondgekeken. En Danny Kappen, die met nog twee studenten zijn werkgever Eureka onderzocht.

Tijdens een aantal hoorcolleges werd er theorie aangereikt die de studenten moesten toepassen in het bedrijf, om zo een ideale bedrijfsstrategie te ontwikkelen. Eva en Gijs behaalden hiervoor een 9,5, Danny kreeg het bijna net zo prachtige cijfer van een 8,5. Van Velzen wilde tijdens dit vak vooral gemotiveerde studenten stimuleren: `Als een student door drukke bijbaantjes al tevreden is met een zesje, ga ik geen moeite doen om er een zeven of een acht van te maken. Met deze opdracht wil ik de studenten leren dat ze eigenlijk veel meer weten dan ze normaal laten zien in de colleges.'

Die opdracht was niet meteen helder, vertelt Danny. `Het was behoorlijk open, en de eerste resultaten die mijn groep liet zien werden direct afgebrand. Toen bleek pas dat we niet de bestaande situatie moesten vergelijken met de theorie, maar een heel nieuwe strategie van de grond af moesten opbouwen.' Eva en Gijs hadden meer geluk met het gissen naar de bedoelingen van het vak: `We zaten in het werkcollege op het zevende en achtste uur, niet het populairste tijdstip. Dan heb je meer kans om die opdracht duidelijk te krijgen.'

Het vak bestond uit een aantal klassieke hoorcolleges van Jörgen Svensson en één van Martijn van Velzen. Van Velzen probeerde op persoonlijke wijze de studenten in de les te betrekken, door eigen ervaringen te vragen. Danny: `Hij sprak ons bij naam aan, die hij van de tussenopdrachten onthouden had, om de lessen interactief te houden. Dan kun je niet meer anoniem en passief blijven luisteren. Veel mensen moesten daar toch wel even aan wennen.'

Direct en persoonlijk contact met het bedrijf was ook belangrijk, vond Gijs. `Je kunt dit vak ook doen door de jaarverslagen in te zien, maar dan mis je toch een stuk begrip. Zo leerden wij tijdens een interview dat er veel familietradities in ons bedrijf zaten. Veel van de werknemers waren in het bouwbedrijf terechtgekomen van vader op zoon. Dat staat niet in de jaarverslagen, maar heeft wel grote invloed op je ideale bedrijfstrategie.'

Eva en Gijs deden hun onderzoek bij Trebbe Bouw, een zakenrelatie van Eva's vader. Hun ideale strategie kwam voor een groot deel overeen met de huidige gang van zaken, maar er waren ook een aantal aandachtspunten, legt Eva uit. `Het is bijvoorbeeld belangrijk om al vroeg in de planning contact op te nemen met de brandweer, die dan tijdens de bouw de veiligheid van constructies kan controleren. Ook zou het bedrijf meer actief opdrachten moeten werven waarbij ze nog inspraak hebben op de tekeningen. Dan kunnen de planning van de bouw en het gebouw zelf op elkaar afgestemd worden.'

Danny heeft met zijn groep voor het bedrijf Eureka, dat bijlessen geeft aan scholieren, plannen gemaakt voor een maandelijkse borrel. Dat is niet alleen omdat hij daar zelf werkt en niet vies is van een biertje, maar voor een betere binding tussen het personeel. Legt uit: `Er is een heel groot verloop in het personeelsbestand. De werknemers zijn vooral studenten, en om te voorkomen dat zij een leuker baantje zoeken, moet je het wel gezellig houden. De huidige jaarlijkse borrel is niet genoeg.'

De koppeling tussen theorie en praktijk, die docent Van Velzen voor ogen had, is de studenten ook goed bevallen. Bij het vervolg van dit vak - Externe Organisatiekunde - moeten de studenten weer de droge stof in duiken. Zonder praktijkopdracht. `Dan mis je toch die link met je eigen ervaringen. En de lol van het feit dat er misschien nog wel echt iets gedáán wordt met je ideeën.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.