Op goed geluk naar Mongolië

| Redactie

Twaalfduizend kilometer van Londen via Oekraïne, Kazachstan, Oezbekistan en Kirgizië naar de Mongoolse hoofdstad Ulaanbaatar. In Nederland is de Mongolië Rally niet zo bekend, maar in Engeland en Mongolië des te beter. Vier UT-studenten gaan komende zomer de uitdaging aan. `De landen waar we door komen zijn niet de vriendelijkste voor westerlingen.'

De rallyerijders, van links af Martijn Beijerink, Jork Muyres, Jos Kosters en Frank Roeloffzen. Foto: Arjan Reef.
De rallyerijders, van links af Martijn Beijerink, Jork Muyres, Jos Kosters en Frank Roeloffzen. Foto: Arjan Reef.

`Bij de start in Londen staat het hele Hyde Park vol met auto's voor de rally. Er doen zo'n vijfhonderd teams mee', vertelt Martijn Beijerink (26), student International Engineering and Management. Samen met bedrijfskundestudent Jos Kosters (22) vormt hij een van de twee Enschedese teams. In het tweede team zitten IEM-student Jork Muyres (22) en bedrijfskundestudent Frank Roeloffzen (26). Jork heeft anderhalf jaar geleden stage gelopen in Mongolië en bracht het idee in om mee te doen aan de rally. `Gewoon voor het avontuur.'

Het doel van de rally is niet om als eerste in Ulaanbaatar aan te komen, legt Jos uit. De teams rijden vooral voor een goed doel. `Om mee te mogen doen moet je sowieso duizend Britse ponden sponsorgeld per team ophalen voor zo'n goed doel. Wij schenken dat aan SOS Kinderdorpen. Verder blijft alles wat we voor de race gebruiken achter in Mongolië. Onze tenten, auto's en andere benodigdheden voor de race zijn voor de lokale bevolking. Na vijf weken stappen we slechts met een backpack met kleren terug in het vliegveld naar huis.'

Zaterdag 19 juli valt het startschot en de vier rally-rijders zijn op dit moment dus druk met de voorbereidingen. Beide teams rijden in een Suzuki Samurai, een ideale auto voor de rally volgens Jos. `Het is een eenvoudige auto waar elke monteur mee uit de voeten kan. Er zit weinig techniek op en omdat hij wel four-wheel drive heeft, kun je er overal mee komen.' Echt handig zijn ze zelf nog niet met auto's. Martijn: `Olie verversen en een band verwisselen lukt wel, maar we zijn nog wel van plan stage te lopen bij een monteur. De versnellingsbak schijnt een minpunt van veel Suzuki's te zijn. Daar nemen we dus een extra van mee, maar die moeten we er dan wel in kunnen zetten.'

`Ook andere onderdelen zoals reservebanden, een uitgebreide sleutelset, luchtfilters tegen het zand en reserveonderdelen voor de motor gaan achterin mee', vult Jos aan. `De organisatie is niet zo professioneel dat ze je overal te hulp schieten. Er zijn eigenlijk twee posten, een in Londen en een in Ulaanbaatar. Daartussenin ben je op jezelf aangewezen.'

De voorbereiding bestaat verder uit het inlezen over de race en de landen waar doorheen gereden wordt. De doortocht is niet overal zonder gevaar, weet Martijn. `Kazachstan, Oezbekistan en Kirgizië zijn niet de vriendelijkste landen voor westerlingen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken waarschuwt om 's avonds in Kirgizië niet de straat op te gaan in verband met bendes. Echt bang zijn we niet, er komen daar wel meer westerlingen. Bovendien was het alternatief om door Iran en Afghanistan te gaan.'

`Misschien dat als we in Oezbekistan andere teams tegenkomen we het stuk door Kirgizië in colonne afleggen', speculeert Jos. `Dat is al iets veiliger. Aan de andere kant is de kans niet zo groot dat we slachtoffer worden van wilde bendes. Het is een officiële rally en we doen het voor een goed doel. Als er iets gebeurt, komt het direct vol in de publiciteit.'

Na vier weken hopen de vier avonturiers in de hoofdstad van Mongolië aan te komen. In het Europese deel van de race hopen de studenten flink op te schieten, maar daarna wordt het terrein minder toegankelijk. Bovendien wordt het dan lastiger om aan eten te komen. Jos: `Misschien komen we in geen drie dagen een supermarkt of een kruidenier tegen. Daarom nemen we gaspitjes mee en een heleboel blikken bruine bonen.' Ook gaat er reservebrandstof mee en enkele watertanks. Martijn: `Water kon nog wel eens het grootste probleem worden. We kunnen echt niet zonder en in de Gobi-woestijn zullen we het niet veel tegenkomen.'

`Ach, ook dat komt wel goed', reageert Jos. `Ja', bevestigt Martijn zijn optimisme. `Dat is toch een beetje ons motto: op goed geluk. We hopen dat we het halen, van voorgaande edities weten we dat er aardig wat uitvallers waren.'

Op 19 juli vindt de start plaats in Londen. De verrichtingen van Jos, Martijn, Jork en Frank zijn te volgen via www.mongolierally.nl. In één van de auto's komt een GPS-tracker zodat live te zien is waar de studenten zich bevinden.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.