De simulatiepatiënten gaan assisteren bij de colleges Vaardig Communiceren en Professioneel Gedrag voor bachelorstudenten in het eerste, tweede en derde jaar. Bij deze colleges worden sinds 2005 simulatiepatiënten ingezet. De opleiding beschikt momenteel over vijftien personen, die regelmatig meewerken aan trainingen en toetsen. `We hebben nu een vast groepje mensen, vooral afkomstig van patiëntenverenigingen en toneelverenigingen. Zij vinden het leuk om toneel te spelen en met studenten om te gaan. Ze leveren een bijdrage aan toekomstige professionals, dat schept voldoening,' vertelt Paul van Katwijk, coördinator professioneel gedrag bij technische geneeskunde.
De inzet van acteurs blijkt effectiever dan studenten onderling te laten oefenen en daarom zijn er meer simulatiepatiënten nodig. `We zijn op zoek naar mensen van allerlei leeftijden, maar vooral ouderen, omdat bij hen de drempel voor studenten hoger ligt dan bij leeftijdgenoten. We zijn onder meer aan het werven bij zorginstellingen, maar we kunnen bijvoorbeeld ook gepensioneerde UT-medewerkers gebruiken', aldus Van Katwijk.
Deze mensen helpen studenten bij het trainen van vaardigheden tijdens consulten. In het eerste jaar oefenen de studenten alleen de eerste fase van het consult: contact leggen met de patiënt en afstemmen op zijn of haar hulpvraag. Daarbij moeten de studenten het vertrouwen zien te winnen van de patiënt, goed leren luisteren en de juiste vragen stellen. In het tweede en derde jaar komen daar de anamnese en het lichamelijk onderzoek bij. Tijdens geïntegreerde toetsen worden de studenten beoordeeld op het hele consult, dus op zowel het gesprek als het lichamelijk onderzoek.
De simulatiepatiënten krijgen elke keer een rolbeschrijving met een bepaalde gezondheidsklacht en emotie of gedraging. Zo kan de opdracht zijn een lastige, bange of boze patiënt te spelen. `Wij verwachten dat ze zich kunnen verplaatsen in patiëntenrollen en passend kunnen inspelen op de oefenende studenten. Ook moeten ze kunnen improviseren', vertelt TG-docent Annelies Lovink.
De rollenspellen worden uitgevoerd in de spreekkamers bij technische geneeskunde. Deze vertrekken zijn uitgerust met camera's die de consulten registreren. Na afloop gaan de studenten in groepjes de opnames bekijken en elkaar feedback geven. Daarna moeten ze een verantwoording schrijven en een reflectie geven op het patiëntencontact. `We laten de complexiteit van consulten zien en de mogelijke valkuilen. Studenten vinden deze gesprekken vaak moeilijker dan ze dachten, maar uiteindelijk heel leerzaam', constateert de docent.
De acteurs kunnen zelf aangeven hoe ver ze willen gaan en of ze wel of niet willen meewerken aan lichamelijke onderzoeken. Het gaat om eenvoudige handelingen als bloeddruk meten, hart en longen nakijken en het bewegingsapparaat testen. Voorwaarde is dat ze geen moeite hebben om aangeraakt te worden en om in hun ondergoed voor een groep studenten te staan.
Belangstellenden moeten in het tweede semester van februari tot juli beschikbaar zijn. Naar verwachting gaat het om één dagdeel per twee weken op donderdag of vrijdag. Voor hun medewerking krijgen ze een kleine vergoeding.
Opgave is mogelijk bij Paul van Katwijk of Annelies Lovink.
 |
| Simulatiepatiënten kunnen aangeven of ze wel of niet willen meewerken aan lichamelijke onderzoeken. Foto: Arjan Reef. |
