![]() |
Het UMT overlegde in De Lutte over Route '14. Foto: UT Nieuws. |
Graduate School, de onderzoeksschool voor masterstudenten op Angelsaksische leest geschoeid, met daarin ondergebracht verschillende vakgroepen en opleidingen, start in september. CvB-voorzitter Flierman noemde dat trots `de eerste mijlpaal' die is bereikt. In april moeten er duidelijke programma's liggen. Hoogleraren wordt gevraagd daarmee te komen. Ze moeten aansluiten op een bestaande opleiding. Het gaat om internationaal profilerende graduate programma's, die talentvolle studenten uit binnen- en buitenland moeten aantrekken. De lat ligt hoog, er komt een strenge selectie aan de poort.
In de Graduate School krijgen studenten vakken die specifiek gericht zijn op promotieonderzoek. Voor studenten uit de bèta- en technieksector bestaat dit traject uit een tweejarige master en een vierjarig promotietraject. Voor sociale wetenschappen geldt een master van een jaar en een vierjarige promotiefase. Een verkort promotietraject lijkt er vooralsnog niet in te zitten. Flierman: `We bekijken wel of we binnen de bestaande wettelijke kaders iets verder kunnen gaan dan wat andere universiteiten doen.'
Naast een Graduate School komen er scholen voor engineering en social/ behavioural sciences, bedoeld voor studenten die daarna, met hun masterbul op zak, direct de arbeidsmarkt op willen. Met deze `schools' streeft de UT naar meer internationale zichtbaarheid en kwaliteit. CvB-voorzitter Anne Flierman: `Het betekent wel dat we het onderwijs en dus ook de staf anders gaan groeperen. Concrete beslissingen zitten er aan te komen.'
Ook staat vast dat technologie als een rode draad door het onderwijs en onderzoek loopt. Het UMT betoogde dat die benadering veel breder is dan `harde techniek' en ook de volwaardige rol omvat vanuit de niet-technische wetenschappen binnen de UT. Met andere woorden, geen innovatie zonder inbreng vanuit de faculteiten GW en MB.
`Die sterke koppeling is echt uniek,' reageert hoogleraar communicatiewetenschap Erwin Seydel. `Eigenlijk maken we geen onderscheid meer tussen de twee vakgebieden. Innovatie ontstaat nooit door technologie alleen. Er is draagvlak voor nodig binnen de samenleving. Daar doet een gedragswetenschapper onderzoek naar. Succesvolle innovatie krijg je alleen wanneer ze is ingebed in de maatschappij. De UT verbindt deze twee onderzoekterreinen.'
Hoe die inbedding van maatschappij- en gedragswetenschappelijk onderzoek kan worden uitgedragen, schetst Hans Kuipers, wetenschappelijk directeur van IMPACT. `We gaan workshops organiseren rond specifieke toepassingsgebieden zoals duurzame energie, water, veiligheid en onderwijs. Dat zijn de grootste maatschappelijke vraagstukken die nu en in de toekomst spelen. Twee coördinatoren, vanuit de technische en sociale hoek, geven inhoud aan deze workshops die in het voorjaar zullen plaatsvinden. Ze moeten leiden tot geïntegreerde samenwerkingsprojecten.' Flierman: `Er bestaat een goede kans dat deze geïntegreerde projecten financieel gesteund worden door het kabinet aangezien de politiek ook steeds meer inzet op de maatschappelijke acceptatie van technologische innovatie.' In Route14 staat dat ook als aandachtspunt genoteerd.
Hoewel het UMT-overleg dit keer vooral ging over de inrichting van het onderwijs, haakte CvB-lid Kees van Ast desgevraagd even in op de zorgen die de Student Union heeft over colleges in de avonduren. Zo'n maatregel zou volgens de Union funest zijn voor het alom gepredikte studentactivisme (zie ook ingezonden stuk op pagina 5). `Het zal echt niet zo zijn dat er alléén van zes tot negen uur 's avonds college wordt gegeven. Er blijft voldoende ruimte voor sport, cultuur en ander activisme. We willen de behoeften van studenten en medewerkers inventariseren en bekijken of we ook openstelling van de campus kunnen realiseren na kantoortijd. Er zijn best mensen die liever de tweede helft van de dag werken dan de eerste helft. Als UT zijn we in Nederland eigenlijk uniek in het níet hebben van avondcolleges. Andere universiteiten doen dat allang.'
Flierman: `De UT kan in de avonduren ook andere groepen dan studenten bedienen. Denk aan de life long learners. Mensen met een baan hebben pas na hun eigen werk tijd om een cursus of workshop te volgen. Voor deze `klanten' kunnen we wat betekenen als we meer met de campus doen dan nu.' Van Ast kondigde aan dat enkele gebouwen bij wijze van proef langer open zullen zijn, tot 20.00 uur.
De school of professional learning and development sluit hier naadloos bij aan, vindt men. Zijm: `De UT moet haar verantwoordelijkheid nemen in het aanbieden van colleges voor degenen die werken en willen doorleren. Vakgebieden veranderen zo razend snel. Wie echt wat wil, moet bijblijven. En daar ligt voor de UT een taak weggelegd.'
Het gerenommeerde ITC is als toekomstige faculteit (2010) inmiddels nauw betrokken bij de plannenmakerij en was dus ook in De Lutte van de partij. ITC-rector Martin Molenaar: `Werken aan het internationale karakter van de UT betekent ook 24 uur per dag en zeven dagen per week service bieden. Je hoeft niet per se fysiek op de campus aanwezig te zijn om je toch met onderzoek of onderwijs bezig te houden. Die kant gaat het op en daar moet je je dienstverlening op afstemmen. Denk aan de mogelijkheid om online vakken of colleges te volgen. We zijn al begonnen met video-opnames van colleges zodat ze altijd en overal beschikbaar zijn. Er moeten meer van zulke high tech onderwijsfaciliteiten komen. Dat geeft internationale studenten - die hier vaak met een gesponsorde beurs zitten - meer ruimte om ook buiten de reguliere kantoortijden gebruik te maken van de campusfaciliteiten en hun werk te doen.'
Het UT wil ook meer werk maken van internationalisering in al haar facetten. De samenwerking met universiteiten in Zuidoost-Azië en Zuid-Amerika wordt geïntensiveerd. Het gaat om de uitbreiding van allianties en partnerschappen met targetlanden als China, Zuid-Korea, Indonesië, Turkije, Mexico en Brazilië. Stuk voor stuk snelgroeiende economieën, waarin kansen en mogelijkheden liggen op het gebied van onderzoekssamenwerking en uitwisseling van studenten, promovendi en wetenschappelijk personeel. Rector Henk Zijm: `Als we willen meetellen in de wereld moeten we daar bij zijn.'
De UT wil zich niet alleen richten op deze opkomende economieën, maar ook steun bieden aan zwakke kenniseconomieën in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. In die landen lopen al contacten met dertien universiteiten. De UT helpt bij het opzetten van onderwijsprogramma's aldaar en geeft buitenlandse studenten de mogelijkheid in Twente kennis op te doen die ze kunnen inzetten om hun eigen land te versterken. Dat biedt perspectieven voor de toekomst. `Na hun studie gaan ze terug. Het is heel belangrijk om in die landen alumni te hebben die de UT en onze mensen kennen. Kijk naar het ITC. Daar komt tachtig procent binnen via alumni', aldus de scheidend rector magnificus, die de komende jaren als UT-ambassadeur de wereld zal rondreizen.
Daarnaast blijven allianties in Europa belangrijk. Duitsland wordt gezien als interessant werkterrein, aldus het UMT. Universiteiten als die van Münster, Osnabrück en Bielefeld liggen binnen handbereik. De internationale samenwerking beperkt zich niet tot onderwijs en onderzoek, maar kijkt ook naar het leveren van kennis aan het bedrijfsleven met bij- en nascholingscursussen.