'Willen we in Twente niet te veel?'

| Redactie

UT-hoogleraar en SP-Tweede Kamerlid Eric Smaling presenteert in Den Haag zijn boek ‘De laatste boer’. In het boek, dat een mix is van een wetenschappelijke beschouwing en een politiek manifest, gaat Smaling met zijn co-auteurs na hoe het zit met de Nederlandse ruimte. Is er tussen de groeiende steden nog ruimte voor landbouw? En welke rol heeft de overheid in de indeling van de ruimte? De auteur over de Nederlandse overheid, de positie van Twente, Enschede en de campus van de Universiteit Twente.

Nou, zeg het maar: is er nog perspectief voor de Nederlandse boer?

‘Ja, dat denk ik wel. De titel ‘De laatste boer’ is natuurlijk opzettelijk wat gechargeerd. Maar er zijn wel twee bewegingen die weinig goeds betekenen voor de landbouw. In de eerste plaats zijn er veel uittreders, onder meer omdat boeren haast verplicht zijn op te schalen. Ten tweede neemt de ruimte voor landbouw steeds verder af. Gelukkig is de staatssecretaris bezig met wat maatregelen die natuur en landbouw dichter bij elkaar brengen. En ook de verhuizing naar de Randstad doet de landbouw goed. Want als mensen in steden gaan wonen, komt er op andere plekken meer ruimte voor de boer, bijvoorbeeld in Noordwest Twente.’

Welke positie hebben de Twentse steden daar dan in?

‘In Twente zitten wel wat treksteden, wat dus goed is voor de landbouw. Maar je kunt je afvragen of we in Twente niet te veel willen. Je ziet dat gemeenten elkaar beconcurreren om maar zo veel mogelijk geld uit de ruimte te halen. Een gevolg is dat er een diplomatieke oplossing komt voor bijvoorbeeld het plaatsen van de campus, tussen Hengelo en Enschede in. Het clusteren met andere bedrijvigheid heeft natuurlijk voordelen en het is een prachtige campus, maar het trekt wel een beetje de ziel uit de stad. Enschede moet zelf weer gaan leven en dat geldt ook voor andere steden.’

U pleit - zoals een SP’er betaamt - voor meer regulering door de nationale overheid. Waarom wordt het daar beter van?

‘Omdat gemeenten dan minder met elkaar hoeven te concurreren. De plannen voor de invulling van de ruimte liggen dan al vast. En dus is er bijvoorbeeld ruimte voor duurzame landbouw. Boeren moeten niet verplicht worden tot intensieve landbouw, maar moeten beloond worden voor andere activiteiten. Een boer is ondernemer en beheerder van de natuur tegelijk. De helft van de inkomsten komt dan uit het bedrijf, de andere helft uit bijvoorbeeld het verlenen van zorg. Dat is even out of the box denken, maar je kunt die sectoren prima combineren.’

Houden we onze productie dan wel op niveau?

‘Nee, maar dat hoeft ook niet. Wat mij betreft slikken we een productieafname van tien tot vijftien procent. We zijn nu de tweede exporteur ter wereld van landbouwproducten. Dat is niet per se nodig. In plaats van intensievere landbouw op minder ruimte, pleit ik voor minder productie, zonder landbouwgrond in te leveren.’

Het boek ‘De laatste boer’ van Eric Smaling, Floris Meslier en Jules Iding is onder meer te bestellen bij AKO.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.