Robots als oplossing voor het personeelstekort? Veel blijft mensenwerk

De beveiligers bij Schiphol zijn niet aan te slepen en de zorg staat door personeelstekort op knappen. Zijn robots het antwoord op al deze vacatures? UT-experts zien grote mogelijkheden in de nabije toekomst, maar plaatsen ook kanttekeningen.

Photo by: Enith Vlooswijk

Het is dringen op de arbeidsmarkt. Niet zozeer voor iemand die een baan zoekt, vooral voor bedrijven en instellingen. CBS becijferde onlangs dat tegenover elke 133 vacatures slechts 100 werkzoekenden staan. In Twente is de situatie niet anders. In twee jaar tijd verdubbelde het aantal vacatures bij Twentse werkgevers zich tot zo’n 11.300, zo laat de meest recente Twentse arbeidsmarktmonitor zien. Diverse organisaties lopen vast: bedrijven schroeven de productie naar beneden ondanks de vraag naar hun producten vanuit de markt, horeca verminderen openingsuren en klassen in het onderwijs worden steeds voller door een structureel gebrek aan meesters en juffen.

‘De coronacrisis heeft grote invloed gehad op de arbeidsmarkt, evenals het economisch herstel dat daar op volgde’, ziet Linda van Asselt, UT-alumna en programmamanager bij de Twente Board, een samenwerkingsverband tussen onderwijs, overheid en ondernemers in Twente. ‘Het personeelstekort is zeker geen tijdelijk of nieuw probleem, het is nu alleen heel direct zichtbaar geworden. De vergrijzing is al even gaande en gaat nog wel enkele tientallen jaren door. Daarmee is de demografische ontwikkeling een belangrijke factor, zo niet de belangrijkste, in het groeiende tekort op de arbeidsmarkt. Dat geldt voor Twente, maar zeker ook breder.’

Van Asselt zegt dat technologie, waaronder ook de inzet van robotica, een belangrijke rol gaat spelen in het beperken van het personeelstekort. ‘Maar als technologie overal in zit, dan vraagt dat wel wat: zowel van technici die deze ontwikkelen, maar ook van iedereen die ermee moet werken. Waar we op inzetten is een heel breed palet: van het beter inbedden van IT en techniek in het onderwijs vanaf de basisschool tot omscholing en bijscholing van mensen die nu al op de arbeidsmarkt actief zijn.’

Toekomstmuziek

Maar hoever zijn we eigenlijk? Staat er binnenkort een robot voor de klas of aan het ziekenhuisbed? Volgens Suzanne Janssen, universitair docent Organizational Communication, is zo’n toekomst nog ver weg. In 2018 ontving ze een Veni-beurs voor haar onderzoek naar ‘een robot als collega’. De huidige inzet en impact van met name sociale robots is nog beperkt, stelt Janssen. ‘Wat sociale robots allemaal kunnen, zien we vaak in een laboratoriumsetting. In een organisatiecontext, bij een bedrijf of instelling, is de rol van dergelijke technologie gering.’ Vooralsnog worden dit soort robots vooral ingezet als ondersteuning of als gadget. ‘Zo van: kijk ons eens innoveren. Tot dusver hebben industriële robots, bijvoorbeeld in de auto-industrie, de grootste invloed op de werkgelegenheid. Maar ik vind deze technologie voor mijn eigen onderzoek minder interessant, omdat deze robots nauwelijks interacteren met mensen.’

Het toekomstbeeld van een robot die alle menselijke taken overneemt, is op de korte termijn zeer onwaarschijnlijk, vervolgt de universitair docent. In werkelijkheid gaat het vaak om één of een aantal heel specifieke taken. Bovendien is lang niet alles zinvol om te automatiseren. ‘Het gebruik van een robot kan veel duurder zijn dan een goedkope arbeidskracht. Daarmee is de introductie van een robot ook bedrijfseconomisch niet altijd zinvol. Daarnaast zijn er allerlei ethische vragen, denk aan de zorg. En zou je willen vliegen in een vliegtuig zonder menselijke piloot, maar alleen een robot?’

De meeste mensen blijven volgens Janssen vooralsnog vertrouwen op menselijke arbeidskrachten. Daarom is een minder holistische blik op de inzet van robots waardevoller, stelt de universitair docent. ‘Kijk bovenal naar de verschillende taken die een robot kan uitvoeren. Het rondbrengen van medicijnen in een verpleeghuis kan een robot prima doen, maar het daadwerkelijk verzorgen van een patiënt kunnen we misschien beter overlaten aan verpleegkundigen.’

Mens blijft ‘in control’

Sarthak Misra, UT-hoogleraar Surgical Robotics, is een expert op het gebied van robots in de gezondheidszorg, in het bijzonder bij minimaal invasieve chirurgie. Samen met zijn team leidt hij het Surgical Robotics Laboratory, met laboratoriumfaciliteiten op zowel de UT als het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Het doel van het laboratorium is het ontwikkelen van nieuwe robots en technieken om moeilijk bereikbare plekken in het menselijk lichaam te bereiken. ‘We ontwikkelen zowel micro-robots als grotere slangachtige robots. Met onze technologie kunnen we ingrepen minder invasief, nauwkeuriger en sneller maken. Veel van het hardcore onderzoek en ingenieurswerk wordt op de UT gedaan, en de klinische toetsing van prototypes gebeurt in ons lab in het UMCG.'

Of zijn robots het personeelstekort in de toekomst kunnen oplossen, durft de hoogleraar niet te zeggen. Maar een clinicus kan zich volgens Misra wel beter concentreren op de ingreep, omdat een robot eenvoudige taken overneemt. Daardoor zijn er in de toekomst minder assistenten nodig. Ook bij de training van nieuwe clinici kunnen robots helpen, weet de hoogleraar. ‘Een relatief jonge chirurg kan met een robot sneller ingewikkelde ingrepen uitvoeren, omdat veel taken geautomatiseerd zullen zijn. Hierdoor kunnen we clinici sneller opleiden, wat helpt bij het oplossen van het personeelstekort.’ Tijdens de operatie blijft een clinicus ‘in control’, benadrukt de hoogleraar. ‘Een arts zal altijd de cruciale medische beslissingen nemen; een reeks van complexe analyses kan een robot niet maken – zover is de technologie nog niet. Maar bij zeer nauwkeurige en herhaalbare taken en het herkennen van patronen kan een chirurgische robot enorm helpen.’

Bovenal zorgen robots voor betere patiëntenzorg, stelt Misra. En betere gezondheidszorg leidt uiteindelijk tot minder patiënten en minder ondersteunend personeel dat nodig is om patiënten te verzorgen. Dit vermindert de druk op het zorgsysteem, en is daarmee mogelijk de belangrijkste bijdrage van robots bij het oplossen van het personeelstekort. ‘Neem een openhartoperatie. De patiënt moet na zo’n operatie lang herstellen. Door chirurgische robots kunnen we de ingreep minder invasief maken, waardoor een patiënt minder lang in het ziekenhuis hoeft te blijven. Dat betekent minder verpleging en lagere kosten.’

Ook Misra’s micro-robots moeten leiden tot betere, gepersonaliseerde zorg. Daarnaast zijn de micro-robots goed in te zetten voor preventie en vroegtijdige diagnose, waardoor mensen minder snel voor langere tijd in het ziekenhuis belanden. ‘Met een micro-robot slik je de dokter als het ware in’, legt de hoogleraar uit. ‘Onze micro-robots kunnen sensoren en medicijnen heel precies afleveren in het lichaam, of ergens van binnen een biopt prikken, zonder gezond weefsel te beschadigen.’ Maar, zo benadrukt Misra, de technologie is nog niet klaar voor toepassing in de dagelijkse klinische praktijk. ‘We zijn nog ver verwijderd van volledig autonome micro-robots die ingrepen in ons lichaam verrichten. Hopelijk wordt dit in de toekomst werkelijkheid - misschien in het leven van mijn zoon. Dat is mijn droom.’

Intelligentie

Volledige robotisering van de zorg laat kortom nog wel even op zich wachten. Sterker nog: zorgpersoneel blijft onmisbaar. Hoe zit dat in de maakindustrie, een sector die traditioneel vooroploopt in de introductie van nieuwe technologie? Ian Gibson is als hoogleraar Industrial Design Engineering verbonden aan de UT, en is tevens wetenschappelijk directeur van het Fraunhofer Innovation Platform for Advanced Manufacturing (FIP-AM@UT). Hij ziet bij bedrijven een groeiende interesse in robotica als oplossing voor de krapte op de arbeidsmarkt. ‘Opvallend genoeg gaat het daarbij vooral om sectoren waar relatief veel hoogopgeleid personeel werkzaam is, waar het bijvoorbeeld veel tijd kost om een machine-operator volledig in te werken. Bedrijven zijn bezorgd dat als deze mensen vertrekken, de productiviteit daalt en het moeilijk wordt om geschikte vervangers te vinden’

Gibson verwacht dat robots op de werkvloer binnenkort een hoge vlucht gaan nemen. Ook bij FIP-AM@UT ontwikkelden ze enkele demonstrators voor industriële fabricage, waarmee bedrijven heel concreet de mogelijkheden voor de nabije toekomst kunnen zien. Maar Gibson plaatst tegelijkertijd een kanttekening. ‘Als we kijken naar de indrukwekkende machines van Boston Robotics, de wereldleider in mobiele robotica, of de ontwikkelingen rond autonome voertuigen, zou je zeggen dat we er bijna zijn, en dat het alleen een kwestie is van het ontwikkelen van de toepassingen. Maar, dat is iets wat ik eigenlijk al dertig jaar verwacht. Zaken zijn kennelijk nooit zo eenvoudig als ze lijken.’

Volgens Gibson zijn de grootste ontwikkelingen in robotica voor de maakindustrie die op het gebied van intelligentie. ‘In de vroege dagen van de industriële robotica werd de geautomatiseerde taak gescheiden van de menselijke omgeving, zodat het risico voor de mens tot een minimum werd beperkt. Sensoren werden primair ontwikkeld voor het uitvoeren van de robottaken en niet voor het bewaken van andere zaken in de directe omgeving. Tegenwoordig zijn er steeds meer robots die naast de eigenlijke taak ook andere dingen in de gaten kunnen houden, om zich aan te passen aan verstoringen in de werkruimte. Ik heb de indruk dat we vrij dicht in de buurt komen van robots met beperkte besluitvormingsmogelijkheden die in een industriële omgeving naast menselijke operators kunnen werken.’

Cultuur

Juist de doorontwikkeling van intelligentie maakt dat robots in de toekomst wellicht meer met in plaats van naast mensen gaan werken. Dat samenwerken verandert de cultuur binnen een organisatie, weet Janssen. Medewerkers krijgen andere rollen en verantwoordelijkheden. ‘Dat weten we bijvoorbeeld uit studies naar de introductie van de Da Vinci-robot in het ziekenhuis. Deze robot is een soort verlengstuk van de chirurg. Door de robot zit de chirurg ver van de patiënt af, waardoor verpleegkundigen meer autonomie en verantwoordelijkheid krijgen. De rol van de chirurg verandert van dirigent van een team naar een meer solistische specialist. Ook onderscheidt de kleine groep die met de Da Vinci-robot kan werken zich van andere medewerkers in het ziekenhuis, waardoor verhoudingen in de organisatie veranderen.’ Zelf deed Janssen onder meer onderzoek naar de introductie van robots op de Universiteit Utrecht. ‘Mijn onderzoeksgroep bestond uit schoonmakers, die een robotstofzuiger tot hun beschikking kregen. Voor de onderlinge relaties en samenwerking bleek de introductie echter weinig uit te maken. Het wordt pas echt interessant als nieuwe technologie een organisatie blijvend verandert, zoals bij de introductie van de Da Vinci-robot. Dan gebeurt er echt iets met de cultuur van een organisatie.’

Voor de meeste bedrijven en instellingen is dit nog niet aan de orde, stelt de universitair docent. ‘Elk beroep bestaat uit ontzettend veel kleine taakjes en activiteiten. Kijk naar het Amerikaanse bedrijf Amazon. In de logistiek gebruiken ze robots om bestellingen te verplaatsen in een magazijn, maar het inpakken van een pakketje – wat een vrij eenvoudige taak is – wordt nog altijd door mensen gedaan. Tot nu toe kunnen robots vooral het werk verlichten. Een volledige functie met verschillende taken is ontzettend moeilijk te automatiseren, om nog maar te zwijgen over alle taken van een verpleegkundige of docent. Maar in de toekomst zal robotisering wel degelijk invloed hebben op beroepen. Mensen moeten zich hierop voorbereiden, door nieuwe vaardigheden te leren.’ Tegelijkertijd plaatst de universitair docent een kanttekening. ‘Als we mensen daadwerkelijk zo gemakkelijk door robots konden vervangen, dan was dat wellicht al op veel grotere schaal gebeurd.’

Misschien zijn de verwachtingen ook wel te hooggespannen. Voorlopig gaan robots het personeelstekort niet oplossen, zo blijkt uit de verhalen van de UT-experts. Nieuwe technologie geeft verlichting en ondersteuning, maar een veelvoud aan complexe taken... dat blijft toch echt mensenwerk.

Twentse robots op de werkvloer

Robird is wellicht één van de bekendste Twentse robots en komt voort uit onderzoek van de UT-vakgroep Robotics and Mechatronics van Stefano Stramigioli. Deze robotische valk werd in eerste instantie ontwikkeld om op vliegvelden echte vogels te verjagen. In 2017 werd hij voor het eerst ingezet op een vliegveld. De robotvogel kan ook worden ingezet in de landbouw of als surveillancerobot in de veiligheidssector.

FROG (Fun Robotic Outdoor Guide) maakte in 2014 voor het eerst zijn opwachting als toergids in het Koninklijk Paleis in het Spaanse Sevilla. De robot fungeerde als meer dan een mobiele audiogids, en zette augmented reality in om informatie te projecteren en paste zijn tour aan op basis van de emotie die af te lezen was van het gezicht van de bezoekers. Frog maakte deel uit van een Europees onderzoeksproject, waaraan UT-hoogleraar Vanessa Evers en haar team meewerkten.

Op dit moment schittert Ravi de Robot, een creatie van UT-onderzoeker Edwin Dertien, in het theater. In een muzikale familievoorstelling vertolkt de robot, die achter de schermen nog wel bestuurd moet worden door Edwin, één van de hoofdrollen.

Nooit meer vieze ruiten dankzij de glazenwasrobot van UT-spin-off KITE Robotics. Met een slim algoritme vindt de robot zelf zijn weg over een grote oppervlakten glaswand. KITE doet het goed en heeft inmiddels al een flinke klantenkring opgebouwd.

De voetbalrobots van RoboTeam Twente spelen nog geen echt voetbalteam van de mat, maar door hun jaarlijkse deelname aan de RoboCup hoopt het studententeam bij te dragen aan de ambitie om in 2050 met robots een menselijk team te verslaan.

Pirate, zo heet de slangachtige robot waaraan UT-onderzoekers al vele jaren werken. De robot moet het controleren van complexe buizenstelsels vergemakkelijken, door het zowel sneller als nauwkeuriger te doen dan een mens dat zou kunnen.

In 2017 introduceerden UT-onderzoekers Stormram 4, op dat moment, volgens de makers, de kleinste en meest nauwkeurige 3d-geprinte biopsierobot ter wereld. Omdat Stormram 4 van plastic is, kan de robot in een MRI-scanner worden gebruikt. Het nemen van een biopsie tijdens borstkankeronderzoek in een MRI verhoogt de nauwkeurigheid aanzienlijk.

Robot Zeno is te vinden in het klaslokaal. De robot is het resultaat van een Europese samenwerking van de UT, en helpt kinderen met autisme in het herkennen van hun eigen gezichtsuitdrukkingen en om te gaan met emoties.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.