Science

Popster voor de wetenschap

| Martine Zeijlstra

Steeds vaker verlaten wetenschappers hun ivoren toren om hun onderzoek bekend te maken bij een groot publiek. Zo ook de UT’ers Khiet Truong, Richard Ruitenburg en Stefano Stramiogli.

De spotlights staan aan en de camera’s draaien als Khiet Truong (assistant professor Human Media Interaction) de zwarte dansvloer van club AIR oploopt. Een groot publiek zit geduldig te wachten op haar college voor de Universiteit van Nederland. ‘Ik ben een beetje nerveus, ik weet niet of de robot dat oppikt’, zegt ze tegen de mensen in de zaal. Ze loopt naar een kleine robot toe die prominent op tafel zit: Nao. ‘Wat ben je aan het doen?’ vraagt de robot. ‘Ik geef een college in Amsterdam’, zegt Truong. ‘Oh, nice’, antwoordt Nao. ‘Geniet je ervan? Ben je nerveus?’ ‘Ja, ik geniet er erg van en ben helemaal niet zenuwachtig,’ zegt Truong sarcastisch. ‘Super, dan gaat het fantastisch. Je klinkt helemaal niet zenuwachtig’, zegt de robot terug.

Zweterige handen

Dat Truong wel degelijk zweterige handen krijgt van een dansvloer vol mensen die niet dagelijks met wetenschap in aanraking komen en nog nooit van haar onderzoek hebben gehoord, gaat compleet langs Nao heen. In het college ‘Kan een robot de emoties in jouw stem herkennen’ legt Truong uit waarom het zo lastig is voor Nao om ingewikkelde emoties als sarcasme te herkennen.  De universitair docent is niet de enige wetenschapper die wel eens in de spotlights staat om wetenschappelijk onderzoek onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Steeds vaker verlaten professoren en promovendi hun ivoren toren om dat te doen. Voorzien van microfoon en met draaiende camera’s lijken de wetenschappers net een popster. Waarom staan wetenschappers in de rij om hun onderzoek te presenteren aan een groot publiek? Ze willen wetenschap graag toegankelijk maken voor veel mensen, zegt Eveline van Rijswijk. Zij is hoofdredacteur van de Universiteit van Nederland (vierde seizoen, bijna zeshonderd colleges in totaal) en heeft al heel wat hoogleraren, universitair docenten en promovendi voorbij zien komen. ‘Ze vinden het fijn dat ze anderen iets online kunnen leren. En ze weten ook dat wetenschap communicatie is.’ Het levert goede pr voor de universiteit, de wetenschapper, en het onderzoek.

Indianenverhalen

Voor Truong was het delen van kennis over haar onderzoek de belangrijkste reden om mee te doen aan de Universiteit van Nederland. ‘Het is goed als veel mensen horen en zien wat wij doen. Over kunstmatige intelligentie verschijnen veel indianenverhalen die helemaal niet kloppen. Vaak denken mensen dat robots al van alles kunnen en dat het sociale wezens zijn die er op grote schaal aankomen om taken van ons over te nemen of om ons te vervangen. Daarom is het fijn om aan een groot publiek te vertellen dat sociale robots nog ver weg zijn. Robots hebben nog geen benul van ingewikkelde emoties en hoe ze die moeten verwerken.’ 

De onderzoeker krijgt vrij veel aanvragen voor robotverhalen in de media, maar ze zegt niet overal ja op. ‘Soms willen redacties dat ik Nao meeneem, maar krijg ik niet de ruimte om de wetenschap achter de robot uit te leggen.’ Op dat soort verzoeken gaat ze niet in. ‘Gelukkig was er bij de Universiteit van Nederland wel alle ruimte om uitgebreid in te gaan op emotieherkenning door robots.’

‘Als wetenschapper ben je verplicht datgene wat je ontdekt te delen met de buitenwereld.’

Niet alleen bij de Universiteit van Nederland treden onderzoekers op. Er zijn nog veel meer plekken en evenementen waar onderzoekers de bühne op gaan met hun verhaal. Zoals Science Battle, waarbij vier promovendi van verschillende universiteiten de strijd met elkaar aan gaan, omringd door theaterpubliek. Datzelfde publiek bepaalt met een applausmeter welke promovendus het beste zijn of haar onderzoek uitlegt en daarmee de wedstrijd wint. Promovendus Richard Ruitenburg van Asset Life Cycle Management stond afgelopen mei voor het eerst in het theater om zijn onderzoek uit te leggen. ‘Het is vooral erg leuk mensen een inkijkje te geven in een wereld die ze normaal gesproken nooit zien. Ik vind dat je als wetenschapper een verplichting hebt om datgene wat je ontdekt ook te delen met de buitenwereld. Ik kan laten zien wat de maatschappelijke waarde is van mijn onderzoek. Dat draagt bij aan het vertrouwen in de wetenschap bij een groot publiek. Ook is het erg leuk om je onderzoek te vertalen naar een lekenpubliek. Wanneer krijg ik nog een keer de kans om in het theater te staan?’, zegt Ruitenburg.

Hij legt zijn onderzoek uit met hulp van de Titanic. Na het ongeluk met dat schip vroegen ze de overlevenden: was het mogelijk geweest om de ijsberg te omzeilen en betere beslissingen te nemen? ‘Ja, zeiden de mensen: als we een verrekijker hadden gehad, waren we er omheen gevaren. Met mijn onderzoek wil ik laten zien wat de ijsbergen van de toekomst zijn en hoe bedrijven daar omheen kunnen varen door betere beslissingen te nemen.’

Sint Bernard

Stefano Stramiogli (hoogleraar Advanced Robotics) gaf een vijftal colleges bij de Universiteit van Nederland om tegenwicht te bieden aan sensatieverhalen over robots die banen inpikken. Zo liet hij duizenden mensen zien wat de voetbalkwaliteiten zijn van robots. ‘Wanneer is een robot een betere voetballer dan Messi?’ In ‘Hoe redden robots levens’ presenteerde hij de robot-variant van een Sint Bernard met een rumvaatje om zijn nek na een lawine, de quadcopter. Deze robot is voorzien van de nieuwste technieken en vloog over het publiek. Stramiogli legde uit wat het apparaat allemaal kan om (lawine)slachtoffers te detecteren. ‘Ik wilde met mijn colleges een realistisch beeld schetsen van robotonderzoek en mensen enthousiast ervoor maken.’

‘Het was een soort marathon’

Samen met het team van de Universiteit van Nederland bedacht hij vijf colleges. De opnames ervan vonden allemaal op dezelfde avond plaats. ‘Het was een soort marathon voor mij en mijn team’, zegt hij. Ze hadden alles van te voren klaar gezet op karretjes, zodat hij het ene na het andere college kon geven. ‘Het was heel gaaf om te doen, het was echt jammer dat het was afgelopen. Maar het was ook heel vermoeiend’, zegt hij. Niet alleen door de snelheid, maar ook de camera’s om hem heen. Stramiogli is het wel gewend om voor grote groepen mensen een college te geven, maar met camera’s erbij is het toch anders. ‘Ik ben een Italiaan en praat snel en gepassioneerd. Ik kan goed mijn enthousiasme overbrengen, maar om je punt te maken moet je op beeld net iets rustiger zijn.’

Om je punt te maken moet je op beeld net iets rustiger zijn.

Een mediaoptreden kost dus tijd. Maar wat levert het op, behalve zweethandjes? Wel degelijk wat, vinden Truong en Stramiogli. ‘Bij andere optredens zeggen mensen vaak dat ze mijn college hebben gezien bij de Universiteit van Nederland’, zegt Truong. Stramiogli herkent dat. ‘Ik kreeg erg veel reacties na mijn optredens. Veel mensen hadden het op televisie gezien en spraken me na afloop erop aan. Ik had niet verwacht dat het zo’n impact zou hebben, maar ik vond het erg mooi. Als ik ook maar een paar harten heb weten te stelen door de uitleg van mijn onderzoek, heb ik het niet voor niks gedaan. Ik zou het zo weer doen, al die positieve reacties maakten het meer dan waard.’

‘Als ik een paar harten heb weten te stelen, heb ik het niet voor niks gedaan.’

UT'ers in de media: de cijfers

2014

UT in de Mediaprijs

  1. Sarthak Misra
  2. Renske van Wijk
  3. Vanessa Evers

Buitencategorie: Hans Heerkens

Student media prijs: Emile Nijssen en Stefan Witkamp (Athom)

2015

UT in de Mediaprijs

  1. Sabine Siesling
  2. Wilfred van der Wiel
  3. Hans Hilgenkamp

PhD media prijs: Claas Willem Visser

Buitencategorie: René Torenvlied

Student media prijs: Solar Team Twente

2016

UT in de Mediaprijs

  1. Dimitrios Stamatialis
  2. Arjen Hoekstra
  3. Hans Heerkens

PhD media prijs: Bart Klaassen

Student media prijs: AER


Universiteit van Nederland: 4 seizoenen, 600 colleges, 219 wetenschappers, colleges zijn 20 miljoen keer bekeken. Science Battle: 45 voorstellingen, 45 promovendi, 50-200 theaterbezoekers per keer, locaties over het hele land.

 

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.