Proctoring: ‘Uitgangspunt is wantrouwen’

| Stan Waning

Privacygevoeligheid, inherent racisme, geslaagde fraude en studenten die niet naar de wc kunnen. De controverse en zorgen rondom proctoring – software die studenten controleert tijdens het maken van een tentamen – groeien met de opkomst van het middel. Roland van Rijswijk, UT-professor Network Security, heeft ook zijn bezwaren. ‘Dan gaan alle alarmbellen bij mij af.’

Zowel als docent als vanuit zijn expertise volgt Van Rijswijk de ontwikkelingen rondom proctoring. Hij zag de vele petities wereldwijd, hoorde Kamervragen en las schrijnende voorbeelden waarin de controle software zelfs racistisch bleek.

‘Ik heb mijn bezwaren voor het gebruik van proctoring’, begint de hoogleraar. ‘Maar, wat ik goed vind van de UT, is dat het besluit tot het einde van het semester geldt. De grootste vrees is namelijk dat  proctoring  iets structureels wordt als het goed bevalt. Door een einddatum aan het besluit te koppelen, zorg je er  voor dat er eerst een nieuw besluit moet komen.’

Proctoring en de UT

De UT bepaalde dat proctoring enkel wordt gebruikt als het echt niet anders kan. Ook is er een rapport opgesteld met richtlijnen die  de privacy waarborgen. Waar de ene proctoringsoftware gebruik maakt van een tweede camera, die de student nog beter kan controleren, doet de UT dat niet.

Evaluatie

Hoewel Van Rijswijk (foto) de deadline van de UT prijst, mist hij een volgens hem cruciaal onderdeel. ‘Een van mijn grootste zorgen is het ontbreken van een evaluatie.  Dat moet serieus heroverwogen worden. Er kleven zoveel vraagtekens aan proctoring. Dan moet je achteraf in ieder geval conclusies kunnen trekken. Hoe vaak is het ingezet? Wat zijn de ervaringen? Hoe vaak is een rode vlag afgegeven? Is er vaker sprake van fraude dan tijdens fysieke examens? Zijn er klachten binnengekomen? Ik ben erg verrast dat zo’n evaluatie niet expliciet in het CvB-besluit is opgenomen.’

In eerdere artikelen over proctoring komen heftige voorbeelden naar voren. Zo zou de software bijvoorbeeld niet werken bij studenten met een donkere huidskleur. In de Verenigde Staten dienden Afro-Amerikaanse studenten daarom een extra lamp te gebruiken. Gesluierde studentes moesten hun hoofddoek afnemen om te laten zien dat ze geen oortje droegen. Ook zou proctoring discriminerend werken, omdat de omstandigheden van studenten thuis niet gelijk zijn. Wat ter verdediging van proctoring ook niet meehelpt, is dat de voorbeelden van een geslaagde fraude talrijk zijn. Zo beschreef VICE het verhaal van een student die met een meterslange HDMI-kabel een escape inzette. In de kamer naast hem voorzag een compagnon hem van de juiste antwoorden.

Toilet

Eveneens een omstreden punt: het gebruik van het toilet. Of beter gezegd: het niet gebruiken van het toilet. Een student met de ziekte van Crohn beschrijft in het NRC de extra stress die dat geeft. Binnen de richtlijnen van het UT is er geen mogelijkheid tot een sanitaire pauze. ‘Opvallend, want naar het gebruik van extra tijd kijkt men heel zorgvuldig. Dat zou ook bij wc-bezoek moeten. En sommige studenten maken nu eenmaal vaker gebruik  van het toilet dan andere.'

Privacy

De grootste frictie schuilt echter in het privacy-aspect. ‘Dan vallen mij twee zaken op in de richtlijnen. Daarin staat dat de UT gebonden is aan de wettelijke plicht om de data van de studenten te beschermen met de Algemene verordening gegevensbescherming (GDPR) en ook Privacy Shield-gecertificeerd is. Het Europese Hof van Justitie (CJEU) heeft alleen een streep gezet door het Privacy Shield, wat ervoor zorgt dat die clausule nu betekenisloos is. Tegelijkertijd is er volgens het document van de UT een verwerkersovereenkomst afgesloten, wat waarschijnlijk voldoende is om aan de eisen van de GDPR te voldoen.’

‘Zenuwachtig’

Bij Van Rijswijk gingen de alarmbellen af bij het lezen van de richtlijnen over zero-knowledge encryption. ‘Daarin praat Proctorio over een eigen en uniek algoritme en dat maakt mij zenuwachtig. Het betekent  dat je niet kan inspecteren wat zij implementeren. Het is cruciaal dat onafhankelijk en in openheid kan worden vastgesteld of het systeem dat Proctorio zero-knowledge encryption noemt inderdaad de beloftes die ze afgeven waarmaakt. Technisch is dat  niet eenvoudig en bedrijven die dit soort zaken allereerst proberen geheim te houden zou ik in ieder geval niet het voordeel van de twijfel geven.’

Het gebruik van proctoring kent niet alleen privacy-bezwaren. Ook ethisch kun je vraagtekens plaatsen bij de inzet van een controlesysteem gebaseerd op algoritmes. ‘Het uitgangspunt van proctoring is wantrouwen. De vergelijking met de toeslagenaffaire is al vaker gemaakt en die is terecht. Je ziet dat veel bedrijven sinds het thuiswerken ook monitoringssoftware inzetten. Die inzet heeft psychologische gevolgen waarvan ik me afvraag of die opwegen tegen de resultaten van proctoring. Daarom mis ik die evaluatie ook zo.'

Wat volgens Van Rijswijk het belangrijkste is? ‘Dat de vraag ‘wat is op structurele basis de meerwaarde van proctoring?’ telkens gesteld blijft worden. Daarom ben ik als wetenschapper zo benieuwd wat proctoring nou echt uithaalt.’

reactie ut

Op de UT is tot op heden één toets voor 23 studenten afgenomen met Proctorio. Daarnaast zijn er tien toetsen afgenomen met behulp van online surveilleren. Fraude werd tot op heden nog niet geconstateerd. ‘Het aantal reacties over proctoring is zeer beperkt. Daarbij horen we overigens signalen vanuit beide kanten: studenten die graag meer proctoring ingezet zien worden als studenten die willen dat we het niet inzetten. Vanuit docenten zijn er geen klachten gekomen, voor zover ik nu kan overzien. Zij zijn overigens in staat zelf keuzes te maken of zij proctoring inzetten’, laat UT-woordvoerder Laurens van der Velde weten. ‘Aan het eind van dit collegejaar zal opnieuw evaluatie plaatsvinden van de inzet van proctoring, zo is in het CvB afgesproken. Het is in ieder geval al geborgd om in te zetten als optie in het vastgestelde OER (bachelor), geldig vanaf september 2021.’

 

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.