‘Héél benieuwd naar de invloed op gedrag’

| Marieke Enter

De Haagse zucht van opluchting was tot in Enschede hoorbaar, nadat de Eerste Kamer vanmiddag instemde met het wetsvoorstel achter de corona-app. Direct kondigde minister De Jonge aan dat de CoronaMelder vanaf aanstaande zaterdag landelijk beschikbaar is. ‘Nu breekt opnieuw een spannende fase aan, zowel maatschappelijk als vanuit de wetenschap’, vindt UT-hoogleraar Lisette van Gemert.

De CoronaMelder kreeg vanmiddag op Binnenhof 22 een wettelijke basis: de meerderheid van de Eerste Kamer stemde in met de Tijdelijke Wet Notificatieapplicatie COVID-19. (foto: Unsplash)

Van Gemert is hoogleraar Persuasieve Gezondheidstechnologie en lid van zowel de begeleidingscommissie als de twee taskforces die de minister heeft ingesteld rond de ontwikkeling van de CoronaMelder. Ze is opgelucht dat de Eerste Kamer instemde met wat formeel de ‘Tijdelijke wet notificatieapplicatie COVID-19’ heet, al had de senaat nog wel de nodige kritische vragen – bijvoorbeeld over het ingeperkte testbeleid. Daarnaast nam de Eerste Kamer een motie aan om de app voortdurend te blijven verbeteren, en liefst ook onafhankelijk te maken van de Apple- en Google-platformen waarop ze nu draaien.

Een motie voor de bühne, of een terechte wens?

Technologie is nooit af. Zo gauw je het implementeert, komen er weer nieuwe inzichten of nieuwe problemen. Dat geldt ook voor de CoronaMelder; het is nou eenmaal inherent aan zo’n app. De minister gaf aan om bug bounty’s te willen uitloven om versneld zicht te krijgen op verbeterpunten en dat vind ik wel een slim idee. Loskomen van Apple en Google zal moeilijk worden; de CoronaMelder is gebouwd op een internationaal model voor risiconotificatie (GAEN). Maar ik begrijp wel wat achter de motie zit. Privacy by design staat op gespannen voet met verzamelen van gegevens over de app. Vragen zoals ‘wordt de app wel gebruikt, lukt het om meer besmettingsrisico’s te identificeren dan zonder app, volgen mensen de handelingsperspectieven als ze een melding krijgen’ zouden gemakkelijker te beantwoorden zijn als het niet nodig was om de app anoniem te houden, en om Google en Apple op afstand te houden.’

Gevraagd naar de privacy-waarborgen noemde de minister in het debat de CoronaMelder ‘een domme app’, omdat de app niet bijhoudt waar je was en met wie, maar alleen anonieme codes verstuurt. Was die woordkeuze wel slim?

‘Nee, die formulering was helemáál niet slim. Hoe meer mensen de app gaan gebruiken, hoe beter het is voor de indamming van het virus. De betiteling “domme app” nodigt daar niet echt toe uit en is bovendien inhoudelijk misplaatst: de app moet juist heel slim zijn om zonder locatie- en contactgegevens z’n werk te kunnen doen. De makers hebben al het mogelijke gedaan om de vrijwilligheid en privacy te waarborgen; ze hebben echt een huzarenstukje verricht.’

'Ik neem aan dat zaterdag, als de app beschikbaar komt, ook meteen een gerichte publiekscampagne van start gaat'

Hoe gaat het nu verder?

‘Qua advisering zijn nog regels in de maak over het eindpunt van de app. Als de app geen nut meer heeft, niet meer bijdraagt aan het doel of grof wordt misbruikt, dan moet je ‘m kunnen ontmantelen. En daar moeten goede, wettelijke afspraken over worden gemaakt. Verder is het natuurlijk van belang dat het Nederlandse publiek vertrouwd wordt gemaakt met de app: nog lang niet iedereen weet waar de app precies voor is en hoe je ‘m moet gebruiken. Ik neem aan dat zaterdag, als de app beschikbaar komt, ook meteen een gerichte publiekscampagne van start gaat.’

En dan: afwachten wat er gebeurt, want ‘drang en dwang’ zijn uit den boze?

‘Daar komt het wel op neer, ja. De wet bepaalt dat niemand gedwongen mag worden om de CoronaMelder te installeren. Niet door de overheid, niet door je werkgever, niet door de GGD, door níemand – je hebt altijd vrije keuze. Wel kan het je heel vriendelijk gevraagd worden, want voor een zo groot mogelijke impact op de verspreiding van het virus moeten zo veel mogelijk mensen de app installeren. De commissie en taskforces zijn heel benieuwd naar de invloed op gedrag. Zijn mensen met de app op hun telefoon (on)voorzichtiger dan anderen? Lukt het om laaggeletterden en migranten te bereiken? Wat gebeurt er als mensen een melding krijgen: volgen ze de adviezen goed op, hebben ze er lak aan of raken ze totaal in paniek? Er breekt nu een spannende nieuwe fase aan, zowel wetenschappelijk als maatschappelijk. We moeten nu alles op alles zetten om de bron- en contactopsporing goed voor elkaar te krijgen.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.