Tussenjaar populairder dan ooit

| HOP, Steffi Weber

Het ‘tussenjaar’ is weer helemaal terug. De invoering van het leenstelsel zorgde voor een tijdelijke dip, maar het aantal jongeren dat na school eerst een jaartje gaat werken of reizen, was nooit eerder zo hoog.

Van de eerstejaarsstudenten die in 2017 aan hun studie zijn begonnen had 10,5 procent na het eindexamen een tussenjaar ingelast. In het hbo ligt dat percentage met 11,5 procent hoger dan in he wo, waar 8,5 procent van de eerstejaars een tussenjaar had gedaan. Dat blijkt uit onderzoek onder ruim 16 duizend eerstejaarsstudenten, dat ResearchNed in opdracht van internationaliseringsorganisatie Nuffic uitvoerde.

Basisbeurs

Nuffic peilt sinds 2008 jaarlijks hoeveel jongeren een tussenjaar inlassen en wat ze in die tijd doen. Vier jaar geleden liepen de aantallen drastisch terug. Toen het leenstelsel zou worden ingevoerd, kozen veel jongeren eieren voor hun geld. Ze gingen meteen na hun eindexamen studeren, om nog in aanmerking te komen voor de basisbeurs. In 2014, het jaar dat het leenstelsel oorspronkelijk zou worden ingevoerd, deed slechts 6,1 procent een tussenjaar. Een jaar later, bij de daadwerkelijke invoering, daalde dat percentage naar 4,9 procent.

Inmiddels zijn de cijfers dus weer op het oude niveau en in het hbo zelfs erboven. Bij de universiteiten is het nog niet zover; in de jaren 2012 en 2013 lag het aandeel eerstejaars met ‘tussenjaarervaring’ met ruim 9,5 procent nog hoger dan vorig jaar.

Reiservaring

Hbo’er nemen dan wel vaker een tussenjaar, maar als het om reiservaring gaat, moeten ze de universitaire eerstejaars voor laten gaan. Van hen is één op de twintig tijdens het tussenjaar op reis geweest. Bij de hbo’ers zijn dat er maar half zoveel: zij gaan vaker werken.

Een tussenjaar heeft voordelen, zeggen de ondervraagden. Een duidelijke meerderheid voelt zich bijvoorbeeld zekerder over de studiekeuze. Of deze studenten het daarna in hun opleiding ook beter doen, is niet onderzocht.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.