Hoe heeft Bussemaker het gedaan?

Ze blijft nog een paar maanden op haar post, maar het hoger onderwijs en de wetenschap blikken alvast terug: hoe heeft minister Bussemaker het gedaan volgens universiteiten, studenten en wetenschappers?

Photo by: Gijs van Ouwerkerk

José van Dijck, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

‘Voor vrouwen in de wetenschap is ze bepalend geweest. Ze wil dat de universiteiten dit jaar honderd extra vrouwelijke hoogleraren aanstellen en dat is heel belangrijk, want er moet echt iets doorbroken worden. Anders blijven we maar tobben met steeds een half procentje meer vrouwelijke hoogleraren. Het gaat om een eeuwenlange achterstelling van vrouwen in de wetenschap.

Wij wilden graag meer geld voor de wetenschap. Dat hebben we niet gekregen, maar ze heeft onze verlangens altijd gesteund, met name op het gebied van fundamentele wetenschap. Ze heeft ons nooit het gevoel gegeven dat we die steun niet verdienen. Als minister moet je laten zien dat je pal staat voor je professionals, of dat nu politieagenten, verplegers over wetenschappers zijn.

Volgens mij is ze een typische sociaaldemocratische minister, niet alleen als het om vrouwenemancipatie gaat. Ze heeft een groot hart voor het mbo, maar ook voor de vrijheid van wetenschap. De discussies met VVD-staatssecretaris Sander Dekker liepen vaak langs politieke lijnen. Dekker is meer op valorisatie en publiek-private samenwerking gericht.

Ze heeft ook altijd achter het proces van de Nationale Wetenschapsagenda gestaan, waarin wetenschappers zelf met vragen van bedrijfsleven en samenleving aan de slag gingen en tot allemaal thema’s en aandachtsgebieden kwamen. We hebben samen met haar de strategie bedacht dat we het aanvankelijk niet over het geld zouden hebben, maar over de inhoud. Maar het is altijd de bedoeling geweest dat we er ook extra geld voor zouden krijgen. We hopen dat het volgende kabinet een injectie geeft.’


Karl Dittrich, voorzitter universiteitenvereniging VSNU

‘Namens de universiteiten en mijzelf kan ik zeggen dat ik heel plezierig met haar heb samengewerkt. Ze heeft het goed gedaan in moeilijke omstandigheden, waarbij ze met veel wheelen en dealen meerderheden in de Eerste Kamer moest zoeken.

Ze is een echte sociaaldemocratische minister die gelijke kansen in het onderwijs belangrijk vindt en oog heeft voor de brede betekenis van onderzoek en onderwijs. Bij de vorige kabinetten sloeg de balans te veel door naar economische zaken, onder haar bewind heeft het ministerie van OCW weer mede de agenda bepaald.

Een van de weinige kanttekeningen is de bezetting van het Maagdenhuis. Toen vonden bestuurders dat ze te veel in de wind zijn gezet. Ze voelden zich in de steek gelaten toen ze werden weggezet als minkukels die niet in staat waren te luisteren naar studenten en medewerkers.

Maar dat is eigenlijk het enige. Ze is betrouwbaar, ze weet wat ze wil, ze luistert naar argumenten. Als ze zegt dat ze moeilijkheden ziet, dan is ze altijd heel reëel. Natuurlijk hadden we graag meer investeringen in onderwijs en onderzoek gekregen, maar wij realiseren ons ook dat de hele onderwijssector relatief ontzien is. En de invoering van het leenstelsel was een absolute topprestatie. Zij heeft er ongelooflijk veel energie in gestopt, ze heeft er zo ongeveer met iedereen persoonlijk over gesproken. Geef haar daar de credits voor.’


Jarmo Berkhout, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond

‘Is het niet een beetje voorbarig om op haar ministerschap terug te kijken? Ze moet waarschijnlijk nog wel een paar maanden, want het zal best lastig worden om een kabinet te vormen.

Ze is erg betrokken bij het onderwijsveld, ze zit er dicht bovenop. Als we iets willen overleggen, dan kan het meestal wel. Maar ze is meer bestuurder dan politicus. Sommige ministers zijn bezig met de politieke kant van de zaak, die willen echt politieke winst boeken. Dat is niet erg haar straatje, zij wil liever goed bestuur leveren.

Of dat een compliment is? Het is tegelijkertijd de smet van de hele regering en zeker van de PvdA-sectie. Bussemaker vergeet dat mensen ook behoefte hebben aan politiek. Het is heel ‘paars’ om te denken dat je er met bestuursrationaliteit wel komt. Je moet niet alleen maar doen wat ‘haalbaar’ is.

Het grootste onderwerp in haar regeerperiode is natuurlijk het nieuwe leenstelsel geweest. Het is behoorlijk paradoxaal dat een sociaaldemocratische minister van onderwijs en emancipatie dingen doet die de toegankelijkheid van het onderwijs schaden. Dat is nauwelijks uit te leggen. Het gaat daarbij niet alleen over aantallen studenten en of de schade meevalt, maar ook over de vraag wat zoiets betekent voor de maatschappij: als je dat uit het oog verliest, verlies je heel veel steun. Ze nam de zorgen over het stelsel ook niet of nauwelijks weg. Het is toch vreemd dat je zoiets invoert en dat de Onderwijsinspectie je dan moet vertellen dat het slecht is voor de toegankelijkheid?

Een ander voorbeeld is natuurlijk de Maagdenhuisbezetting. Toen kreeg ze kritiek van haar eigen partijvoorzitter Hans Spekman. Het was een protest van ontevreden burgers en Bussemaker heeft het steeds gedownplayd. Het is overdreven, zei ze dan, en we nemen al veel maatregelen. Later zei ze in een interview dat het protest helemaal geen invloed heeft gehad op haar beleid. Ze heeft inhoudelijk wel de juiste dingen voor ogen, denk ik, en ze heeft ook veel ervaring in het onderwijs. Maar het is teleurstellend dat ze er op deze manier mee omgaat.’


Jan Sinnige, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg

‘Ze is een heel toegankelijke minister, altijd bereid om met studenten in gesprek te gaan. Vinden wij bijvoorbeeld het tekort aan studentenpsychologen een probleem, dan wordt er serieus naar ons geluisterd en gaat ze ermee aan de slag. Dat doet ze echt goed. Politiek gezien is ze erg handig. In het kabinet van VVD en PvdA heeft ze eigenlijk nooit echt onder vuur gelegen.

We vinden haar vaak aan onze zijde, zeker als het over docentkwaliteit gaat. Op een onderwijsfestival zei ze tegen de decanen: ik spreek ook u aan, want u moet de veranderingen in de faculteit doorvoeren. En als ze een prijs mag overhandigen voor de docent van het jaar, dan komt ze graag langs.

Maar het is en blijft de minister die de basisbeurs heeft afgeschaft. Dat is de grootste hervorming in jaren in het hoger onderwijs en wij zijn het er principieel niet mee eens. Ik snap dat dit haar opdracht was, maar het blijft wel aan haar kleven. Zij is degene die de wet heeft geschreven.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.