'HRM moet zich minder richten op cijfers'

| Paul de Kuyper

HRM-onderzoek houdt zich te veel bezig met cijfers en te weinig met hoe bedrijven geholpen kunnen worden. Dat zegt hoogleraar human resource management Tanya Bondarouk aan de vooravond van de 25e verjaardag van haar vakgroep.

Photo by: Rikkert Harink

‘People like to hate it’, zegt hoogleraar Tanya Bondarouk. Ze wil af van het slechte imago dat human resource management (HRM) volgens haar heeft. ‘HRM wordt vaak gezien als administratief, als een ondersteunende stafdienst. Jammer, dat is zo’n gemiste kans. Uit onderzoek blijkt dat strategisch talentmanagement bedrijven tot 30 procent financiële winst oplevert.’

Sociale innovaties

Met een groot symposium viert de vakgroep Human Resources Management dinsdag dat ze 25 jaar bestaat. Reden voor een feestje, glundert Bondarouk, die sinds 2014 de vakgroep leidt. ‘Ik ben trots op wat we op de UT hebben opgebouwd.’

Met haar collega’s doet Bondarouk onder andere onderzoek naar het nieuwe werken, HR-analyses en shared service centers (bundelingen van bedrijfsonderdelen). Maar de nadruk binnen de vakgroep ligt op sociale innovatie en elektronische HRM.

Bondarouk: ‘We zijn gewend om over technische innovaties zoals smartphones te praten. Sociale innovaties zijn geen producten maar organisatorische vernieuwingen, nieuwe ideeën om mensen te managen. Een voorbeeld is een ziekenhuis waar de patiënt niet als passief poppetje wordt gezien, maar als iemand die meedenkt en medeverantwoordelijk is voor zijn eigen gezondheidszorg.’

Moderniseren

De laatste tien jaar is in Twente vooral het onderzoek naar e-HRM – elektronische HRM – hard gegroeid. De eerste Europese conferentie op dat vakgebied vond op de UT plaats en collega’s uit het hele land sturen studenten naar Bondarouk om onderzoek te doen op dit vakgebied.

Volgens de hoogleraar is de ‘e’ overigens inmiddels overbodig. ‘Die “e” hoef je niet meer apart te benoemen. HRM is tegenwoordig e-HRM. Het is vanzelfsprekend dat HRM vernieuwt, bedrijven moeten moderniseren. Jonge mensen vinden het onaantrekkelijk als ze bij een bedrijf niet via de webcam kunnen solliciteren.’

Volgens Bondarouk is e-HRM een vakgebied dat zichzelf voortdurend jong houdt. ‘Zolang er nieuwe technologie wordt ontwikkeld, is er voldoende ruimte voor ons om onderzoek te doen. We zijn begonnen met onderzoek naar Oracle (HRM-software, red.), daarna kwam HRM via social media en nu onderzoeken we HRM en crowdsourcing. Ik zie geen beperkingen.’

Afstand nemen

Het symposium dinsdag is bedoeld om de HRM-toekomst te verkennen. Hoe die eruitziet durft Bondarouk niet te voorspellen. Wel heeft ze een wens. ‘Ik hoop dat HRM-onderzoekers stoppen met alle statistische modellen. Het is bijna natuurwetenschap geworden, zoveel wiskunde komt er bij kijken. Het wordt tijd dat we gaan bedenken wat de maatschappij echt nodig heeft.’

De hoogleraar hoopt dat haar vakgenoten een beetje afstand nemen en zich herbezinnen. ‘We hebben alles gekwantificeerd, we kunnen overal cijfers bij geven, maar wat hebben we gedaan om de wereld te verbeteren? We moeten ons onderzoek veranderen richting het vooruithelpen van bedrijven en de samenleving.’

Ze wil met nieuwe ideeën komen voor talentontwikkeling en personeelsmanagement en die implementeren bij bedrijven. ‘We moeten onderzoeken hoe we nieuwe methoden gebruiksvriendelijk kunnen maken. Pas daarna kunnen we gaan meten, met cijfertjes, of het ook werkt. Maar de insteek moet zijn dat we HRM beter willen maken, ik wil af van de science for science.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.