Vijf eurocent voor twintig liter water

| Sandra Pool

Water tappen met een soort ov-chipkaart. Het gebeurt in Kenia. In drie landelijke gebieden en in één stedelijk gebied realiseerde het bedrijf Susteq watertappunten met een elektronische kraan. UT-alumnus bedrijfskunde Marten Susebeek (31) is de oprichter en kreeg onlangs een TOP-regeling.

Photo by: Eigen foto Marten Susebeek

Is het niet wrang, de lokale, vooral arme bevolking te laten betalen voor hun eerste levensbehoefte? ‘Een veel gehoorde kritiek,’ zegt Susebeek. ‘Maar nee. Meestal betalen mensen al voor schoon water. Het betekent vaak wel ver lopen of iemand voor je op pad te sturen. Wij brengen de wateruitgifte dichter bij de mensen, monitoren het systeem en zorgen voor het onderhoud. De waterkwaliteit is goed, het is een zekerheid en het scheelt enorm veel tijd.’

Vijf eurocent

En daar mag best wat tegenover staan, vindt de ondernemer. ‘Gemiddeld kost een jerrycan van twintig liter omgerekend vijf eurocent. Een groot deel daarvan gebruiken we voor het onderhoud. Of vijf cent veel is? Dat durf ik niet te zeggen. De nationale overheid stelde het minimum vast op twee eurocent per jerrycan. Wij zitten daar iets boven. In ruil krijgt de gebruiker dat stukje gemak en tijdsbesparing.'

Stage

Susteq levert een water betaal- en monitoringsysteem. ‘Wij zorgen voor een elektronische kraan. De gebruiker koopt bij een plaatselijke kiosk een oplaadbare chipkaart in de vorm van een sleutelhanger. Na het scannen, kan getapt worden.’ Hij kwam op dit idee tijdens zijn stage in Ghana in 2011. ‘Ik hoorde klachten van de locals over de verre loopafstand naar waterputten en de slechte staat van sommige pompen.’ Dat kan beter, dacht hij. ‘Zeker gezien de huidige technologie.’ Eenmaal thuis, klopte Susebeek aan bij Werkgroep OntwikkelingsTechnieken (WOT) op de UT. ‘Ze werkten op dat moment aan een low budget monitoringsysteem voor waterpunten. Dat sloot goed aan bij mijn gedachte om de wateruitgifte dichterbij de mensen te brengen.’

Business

Susebeek bracht beide ideeën bij elkaar en koppelde er een duurzaam business model aan vast: het betaal- en monitorsysteem. ‘Ik benader kleine waterzuiveringsinstallaties in de regio en non-governmental organizations met drinkwaterprojecten in bijvoorbeeld Afrika. Dat zijn de afnemers van mijn product.’

De lokale bevolking is blij met het initiatief, merkt Susebeek. ‘Naast de tijdsbesparing is er nu een verantwoordelijke partij voor het onderhoud van de waterputten. Dat doen de locals zelf, maar wij leiden ze daarvoor op.’

Geen vetpot

Rondkomen doet hij momenteel grotendeels van subsidies en startkapitaal uit de TOP-regeling. ‘Het is nog geen vetpot. Susteq moet het hebben van de schaalgrootte. We, en dan bedoel ik mijzelf als fulltimer en drie parttimers, zijn net in Kenia begonnen.’ Voor volgend jaar staat Ghana op de agenda. ‘En er loopt een lijntje met India.’ Het bedrijf zet vooral in op doorgroeien en opschalen. ‘Het is ons streven om in 2016 een miljoen gebruikers te hebben en zes mensen fulltime in dienst.’

Susteq is op zoek naar geïnteresseerde UT-vakgroepen voor eventuele samenwerking.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.