‘Taal is cultuur,’ zegt Van Lanen. ‘Een Japanse ja betekent totaal iets anders dan een Nederlandse ja. Boodschappen verschillen dus. Bij een elevator pitch draag je een boodschap uit. Het is een vorm van communicatie waarbij je rekening houdt met de ontvangende partij. Het gaat vandaag dus niet om jou. Het gaat om de andere partij.’ Vervolgt: ‘ Waarom geef je vandaag eigenlijk een elevator pitch? Je wilt iets met het publiek. De luisteraars moeten onder de indruk zijn, je moet hun aandacht vangen en vasthouden en zij moeten zich herinneren waar jij het over had.’
De cursusleidster vertelt dat de deelnemers een sales pitch gaan oefenen. ‘Wat jij zegt is belangrijk voor jouw professor. Hij is op zoek naar meer inkomsten voor onderzoek. Vandaar het thema van deze dag: dare to share. En wees daar goed in. Dat leidt tot meer geld, tot een groter netwerk, tot meer kansen en tot meer carrièremogelijkheden na je promotie.’
De groep start met een oefening. Ze moeten gaan staan en zichzelf voorstellen. ‘Dat is om je alvast een beetje comfortabel maken voor een groep. ‘ Van Lanen waarschuwt ook. ‘Ik ga heel erg vervelend zijn als je eehm gaat zeggen. Dat geeft namelijk een onzekere indruk. Het ziet eruit dat je denkt en je verliest de aandacht van het publiek.’
In teams van twee gaan de PhD-ers aan de slag. Ze moeten elkaar dertig seconden in de ogen kijken. ‘Kijk, maar geef geen oordeel.’ Het wordt stil en het blijft stil. ‘Er is een truc om dit te doen’, vertelt Van Lanen na afloop. ‘Hou de duimen gestrekt voor je, focus daar op en beweeg je duimen naar buiten en blijf ze volgen. Het verbreedt je zicht en het maakt je meer comfortabel voor een grote groep.’
De volgende opdracht. ‘Ga voor de groep staan en kijk iemand aan in de ogen. Hou dat ongeveer vijf seconden. Wees er zeker van dat je iemand aan kijkt. Hou dat vast. Maar zorg ervoor dat je ook contact houdt met de rest van het publiek.’ Uit de zaal: ‘Waar moeten we over praten?’ Van Lanen: ‘Niets. Je zegt niets. En we beginnen met een applaus, omdat je ook moet wennen aan het ontvangen van applaus.’ De eerste begint. Dertig seconden lang. ‘Ga ook niet zitten als er nog wordt geklapt. Neem het in ontvangst, geniet er van.’
Het is tijd om over te gaan tot de boodschap. 'Stel je voor dat je oma je vraagt wat je doet. Ze heeft waarschijnlijk geen idee. Ze kan niet bij blijven met de ontwikkelingen en ze is niet naar de universiteit geweest. Wat ga je haar vertellen? Wees kort en to the point! De deelnemers staan weer een voor een op. Ze doen hun zegje. Van Lanen geeft tips, allemaal bedoeld om ’s middags een strakke pitch te geven. Duidelijk, scherp en zonder haperingen.
Foto: Gijs van Ouwerkerk