Aan de hand van een erg vereenvoudigde vorm van straight poker, waarbij er twee spelers waren die allebei een kaart kregen, liet van der Genugten zien welke verschillende spelmogelijkheden er zijn. Hieruit bleek, na enig rekenwerk, dat er veel strategieën te hanteren zijn. ‘Het maakt daarnaast ook nog verschil of jij de eerste of tweede speler bent in het spel. Als eerste speler hanteer je andere strategieën dan als je tweede speler bent. Daarnaast ben je afhankelijk van de speelwijze van je tegenstanders. Want dat wat jouw tegenstander doet, beïnvloed jouw spelresultaat, maar dat wat jij doet, beïnvloed evengoed het spelresultaat van je tegenstander. Pas dus je strategie aan op wat je tegenstanders doen.’ Maar met alleen strategie kom je er niet. ‘Bluffen is een wezenlijk onderdeel van poker, maar ook verleiden is belangrijk. Als je bijvoorbeeld een Aas hebt, de hoogst mogelijke kaart, dan kun je er voor kiezen om in eerste instantie te passen en je tegenspeler de gelegenheid bieden om te spelen en zo de inhoud van de pot te spekken. Daarna speel je alsnog, en win je zo de pot’. Als je echt Texas Hold’em gaat spelen wordt het nog veel ingewikkelder. Er zijn meer spelers in het spel, en veel meer kaarten. ‘Je begint met twee kaarten, maar op tafel liggen ook kaarten. De kansberekening wordt veel ingewikkelder. Bovendien komen er steeds meer kaarten op tafel te liggen, die de kansen telkens doen veranderen. Het aantal mogelijke strategieën is ontelbaar geworden. Daarom dien je altijd goed je tegenstander te observeren, om zo goed mogelijk te bedenken wat hij of zij gaat doen. Hier speel je dan op in. Kansberekening alleen is bij Texas Hold’ em niet genoeg’.
Cariene van Aart
De studenten krijgen uitleg van professor Ben van der Genugten (foto's: Gijs van Ouwerkerk)