De banketbakker uit Bennekom is net langs geweest om honderd liter melk te halen. `Voor de room in de Koninginnedagtompoezen. Hij heeft de kwaliteit van onze melk ontdekt', vertelt Lodewijk Pool trots. De boer uit Bennekom runt een biologisch bedrijf en streeft naar hoogwaardige producten.
Ver achter in het land genieten zo'n zestig zwartbonte Holsteinkoeien en Blaarkoppen van het zonnige weer op de laatste donderdag van april. In een van de open schuren staan nog eens twintig zwangere dieren en binnen in de stal liggen de deze maand geboren kalfjes.
Op het erf wordt druk gewerkt. Iemand sloopt een van de schuren, twee mensen zijn bezig met de aanleg van een moestuintje en verderop verplaatst een shovel grond. Naast de reguliere bedrijfsvoering is `De Hooilanden', zoals de boerderij heet, drie middagen per week een zorgboerderij voor zo'n acht cliënten.
`Deze mensen zijn bijvoorbeeld autistisch, hebben ADHD of een persoonlijkheidsstoornis', legt Lodewijk uit. `Vaak kunnen ze geen gewone baan aan. Ze zijn snel moe, zeggen geregeld af, maar hier kunnen ze wel werken. Jongens die verantwoordelijk genoeg zijn rijden op de shovel. Ik laat ze de koeien uit het land halen, stallen uitmesten, kalfjes voeren, hooien. Een van de jongens is nu de boel aan het slopen omdat we de grote schuur willen verbouwen.'
Zijn studietijd omschrijft Lodewijk als een periode die vooral in het teken stond van zijn persoonlijke ontwikkeling en het studentenleven. Hij woonde op Huize Heilige Hubertus aan de Noorderhagen en was lid van dispuut Yunophiat. Van 1994 tot 2001 studeerde hij civiele techniek en management.
`Ik haalde mijn vakken wel, maar ik vond het niet zo interessant om alles te kunnen doorrekenen. Alleen mijn afstuderen in Zuid-Afrika en mijn stage in Nepal vond ik echt leuk.' In dat laatste land was hij betrokken bij de aanleg van een weg naar een dorp dat van de buitenwereld was afgesloten. `Dat ging tenminste echt ergens over.'
Met een jaar senaat bij Audentis, werk achter de bar in 't Gat in de Markt en een eigen bedrijfje in de verhuur van rugtaps van Grolsch, bouwde Lodewijk aan `een uitstekend cv om waar dan ook terecht te komen'.
`Na mijn studie bood een recruiter me een traineeship aan. Er is alleen een probleem, zei hij: dat wil jij niet. Dat klopte. Ik zag studiegenoten die op grote projecten werkten de hele dag achter een computer zitten. Dat wilde ik niet. Je bent een radertje in het geheel. Hier op de boerderij ben ik zelf verantwoordelijk voor het hele bedrijf.'
Om er achter te komen wat hij wel wilde, werkte Lodewijk een paar maanden op de boerderij van zijn vader. `Hij vroeg mij het bedrijf over te nemen, maar dat zag ik niet zitten.' Vervolgens vertrok de alumnus voor zeven maanden naar India en Nepal om een cursus reiki en massage te volgen. Bij terugkomst dacht hij een reikicentrum op te zetten, maar uiteindelijk kocht hij alsnog de boerderij waar hij als kind vanaf zijn vierde opgroeide.
`Ik vroeg me af wat ik belangrijk vond in het leven. Dat is niet in de file staan naar mijn werk en vervolgens een hele dag achter de computer zitten. Op de boerderij kan ik mijn bijdrage leveren aan de maatschappij en zie ik ook nog eens de hele dag mijn kinderen.' Lodewijk en zijn vrouw Floortje de Kanter hebben een zoon van twee en een dochter van acht maanden.
Vanaf het begin (in oktober 2004) wilde Lodewijk het melkveebedrijf combineren met zorg. `Dat is begonnen met twee jongens. Een lokale zorginstelling belde me toevallig over een proefproject. Met die organisatie heb ik nog steeds een relatie. Nu komen er zo'n acht cliënten en dat is ook wel zo'n beetje het maximum.' Lodewijk en Floortje worden betaald uit het persoonsgebonden budget (het zogenaamde rugzakje) van de cliënten. Die krijgen zelf een uitkering, maar alleen als ze dat rugzakje inzetten om te werken, bijvoorbeeld op een zorgboerderij.
`Vooral nieuwelingen moet je aandacht geven. De mensen komen hier niet alleen om te werken, ze willen ook gehoord worden. Ik hoor bijzondere verhalen. Over drugs, drank, of dat ze geadopteerd zijn. Daar hoeven wij in principe niets mee, maar alleen al door te luisteren, kun je die mensen uit hun isolement halen', legt Lodewijk uit. Van dag tot dag bekijkt hij welke taken hij uitdeelt. `We zouden vandaag eigenlijk het veld in gaan, maar daar is het nu te warm voor. Vandaar dat we bij de schuur bezig zijn.'
`Drie middagen is een mooi aantal', aldus Lodewijk. `Al zijn er dagen bij dat ik twee ook genoeg vind. Het verschilt heel erg per week. Je moet echt met z'n tweeën zijn om ze goed te begeleiden. Deze week gaat het hartstikke goed, maar soms hebben we minder werk. In de winter is het rustiger op het bedrijf, ligt het landwerk stil. Dan gaan we bijvoorbeeld hekken maken of iets repareren.'
`De dingen die ik niet met de zorgmensen aan kan pakken, probeer ik op vrijdag te doen. Maandag is een administratiedag en het weekend probeer ik rustig te houden.' Lodewijk heeft een aantal medewerkers in dienst die dan helpen met melken. `Ik kan best eens een weekendje weg, maar niet zomaar drie weken, al willen we dat binnenkort ook proberen.'
Voor zijn vrienden was het wennen dat hij het op vrijdag- en zaterdagavond niet meer al te laat kon maken. `De volgende ochtend moet er wel weer gemolken worden hè.' In Enschede komt hij niet vaak meer, wel nodigt hij zo af en toe zijn vrienden uit voor een barbecue op het erf. `En het gebeurt wel eens dat een nieuw dispuut langskomt. Die maken kennis met de oude lullen. Allemaal studenten uit de stad, die trek ik dan een overall aan.'
Aan het eind van deze middag verzamelen de zorgmensen zich bij wat klapstoeltjes tussen de bomen. De dames halen eerst de koeien nog even uit de wei, die straks weer gemolken moeten worden. De anderen zijn al bezig met een vuurtje en wat kipdrumsticks. Lodewijk haalt een paar biertjes. `Ik had ze een barbecue beloofd als afsluiting van de week. Zo maken we er een gezellige middag van.'
`Lekker buiten werken, je kinderen veel zien en toch iets bijdragen aan de samenleving', vat Lodewijk zijn bestaan samen. Idealer kan het niet, lijkt hij te zeggen. Zijn gezin zou kunnen leven van de melkopbrengst, zo'n 500 duizend liter per jaar, maar dan moet de melkprijs niet inzakken zoals afgelopen jaar. `Met alleen melk is het onzeker. Nu is de verhouding ongeveer twee derde melk en een derde zorg. In de toekomst wil ik liefst nog iets meer zorg en wat minder koeien.'
De biologische melk die zijn koeien leveren, wil Lodewijk bovendien beter in de markt zetten. `Onze strategie is om toe te werken naar een optimale verwaarding van kwaliteitsproducten. Nu wordt mijn melk opgehaald met een tankwagen die ook de melk van de boeren in de omgeving vervoert. Dat komt dan in een fabriek samen met melk van nog eens honderden anderen. Aan het pak in de winkel kan ik niet zien wat mijn melk is. Terwijl ik vind dat ik een uitzonderlijk kwaliteitsproduct lever. Dat wil ik meer gaan uitbaten. Misschien dat we ook kaas en boter gaan produceren. Als maar duidelijk is dat het van onze koeien komt.'
![]() |
Zorgboer, melkveehouder en alumnus civiele techniek Lodewijk Pool: `De verhouding is nu ongeveer twee derde melk en een derde zorg. In de toekomst wil ik liefst nog iets meer zorg en wat minder koeien.' (Foto's: Paul de Kuyper) |
![]() |
Weekafsluiting met gezin en zorgpersoneel. |