Een bindend studieadvies is een gegeven: alle universiteiten hebben het, dus het BSA komt er ook gewoon bij ons, betoogde studieadviseur Brigitte Tel van technische natuurkunde als inleiding op de discussie. De vraag is volgens haar slechts hoe het wordt ingevoerd. Tel wil dat er een centrale BSA-coördinator komt voor alle opleidingen en dat er een goede discussie wordt gevoerd over welke norm er gehandhaafd wordt. Wat haar betreft verschilt die per opleiding.
Tom Mulder, hoofd beleidsstaf van de UT, liet doorschemeren waar college van bestuur en beleidsmakers op dit moment aan denken. Dat is geen systeem waarbij wordt gezegd `je hebt minder dan veertig punten, toedeledoki'. Eerder wordt gedacht aan periodieke afspraken tussen student en opleiding over de studiedoelen voor elk kwartiel. `Dat kan ook zijn dat je een paar maanden geen punten gaat halen omdat je je op een bestuur van een vereniging richt. Als er maar consequenties aan worden verbonden als je de afspraken niet nakomt', aldus Mulder. Dat blijkt lastig, want de wet biedt momenteel alleen ruimte om een BSA te toetsen op punten van eerstejaarsvakken.
In de discussie die volgde, bleek twee derde van de ongeveer 25 aanwezige studenten wel wat te voelen voor een bindend studieadvies, mits er aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Genoemd werden een goede voorlichting, een betere studieloopbaanbegeleiding, een hogere kwaliteit van het onderwijs en het inbouwen van een tweede kans. Ook Mulders scenario van een stappenplan in plaats van een harde puntennorm kreeg steun.
Het meest genoemde tegenargument was dat een BSA niet nodig zou moeten zijn. Eerst moeten het onderwijs en de begeleiding beter, pas daarna kun je kijken of je een BSA wilt, aldus enkele tegenstanders.
Voor de beleidsstaf lijkt invoering echter al een feit; de vraag is alleen hoe en hoe snel. Tom Mulder: `Van alle universiteiten zijn we met afstand de slechtste als je het hebt over aantallen studenten die in hun derde of vierder jaar nog met hun studie stoppen. Dat is een probleem voor de universiteit, maar ook voor de student. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat studenten na een jaar op de juiste plek zitten.'