Over en Sluiten

| Redactie

Ingezonden (1) Geachte UT-ers, Die collegevoorzitter van jullie, die heeft écht oog voor wat er om hem heen gebeurt. Lof, niets dan lof. Ongelooflijk, hoe scherpzinnig die man z'n nieuwe omgeving, hij loopt geloof ik alweer een jaar in Twente rond, heeft geanalyseerd. Toen ik, simpele Twentse boerenvrouw, vanochtend uit mijn eenvoudige plaggenhut kroop en zevenmaal mijn dagelijkse mantra `kiek'n w

Ingezonden (1)

Geachte UT-ers,

Die collegevoorzitter van jullie, die heeft écht oog voor wat er om hem heen gebeurt. Lof, niets dan lof. Ongelooflijk, hoe scherpzinnig die man z'n nieuwe omgeving, hij loopt geloof ik alweer een jaar in Twente rond, heeft geanalyseerd.

Toen ik, simpele Twentse boerenvrouw, vanochtend uit mijn eenvoudige plaggenhut kroop en zevenmaal mijn dagelijkse mantra `kiek'n wat `t wodt' had gepreveld was ik net op tijd om onze authentieke rondbuikige dorpsomroeper het volgende bericht te horen omroepen. De collegevoorzitter van de UT zou, eerst in het universiteitsblad en later in de Twentsche Courant, het volgende hebben gezegd: `De Twentse ambitie mag hier en daar wel een tandje hoger.' En: `Men is hier over het algemeen vrij behoudend en wat in zichzelf gekeerd. Men hecht aan bestaande sociale structuren. Dat zie je ook terug bij de studenten. Lekker thuis zitten bij moeder, die kookt, wast en strijkt.'

In mezelf gekeerd liep ik terug naar de plaggenhut. De buurman had het bericht ook gehoord. `Eéé', riep hij in eeuwenoud dialect. `He'j et al heurd? He'j ooit zulk onmeunig gelul heurd?' Ik liep snel door, want ik moest nog koken, wassen en strijken voor mijn drie inwonende zoons die aan de UT studeren. Ze wonen net als alle andere kinderen uit de regio nog thuis want dan kunnen ze 's middags hun boerenknuisten toesteken om de koeien met de hand te melken en het land te bewerken. Ik maakte ze wakker. Luid slurpend en boerend werkten ze een voedzame zelfgemaakte pap naar binnen. Daarna stapten ze zoals elke dag op de paardentram richting campus. En ik zette me aan de strijk, nog steeds verbijsterd over de messcherpe analyse die ik die ochtend had gehoord. Deze voorzitter heeft ons door!

Hoogachtend,

M. Haverkamp

Ingezonden (2)

Geachte heer Flierman,

Onlangs heeft u zich in korte tijd twee maal zeer negatief uitgelaten over onze regio. De eerste keer was in februari in het UT-Nieuws. U zei toen dat Twente moest oppassen niet af te glijden naar het niveau Oost-Groningen. In de veronderstelling dat het hier een vergissing betrof - u bedoelde vast Oost-Europa, Oost-Polen of, om Reve te citeren, Oost-Takkietakkieland, maar de betreffende redacteur had u verkeerd geciteerd - hebben wij dat destijds maar laten passeren. Maar nu u in de Twentsche Courant Tubantia exact dezelfde woorden in uw mond neemt (dat deed u wel over meer onderwerpen, maar dat terzijde), voelden wij ons verplicht tegen zoveel vooringenomenheid te ageren.

Met Oost-Groningen is namelijk niets mis. Zo is de regio de grootste turfleverancier van Europa en trekt onze havenstad Delfzijl - ook wel het Rotterdam van het Noorden of de Parel aan de Eems genoemd - stappers en shoppers van heinde en verre. De strokartonfabrieken van Vlagtwedde zijn vermaard en de stedelijke driehoek Zuidbroek - Winschoten - Scheemda vormt het industriële hart van dit prachtige stukje Nederland. Er gaat misschien niets boven Groningen, zoals de Stadjers zeggen, maar ik denk dat ik u nu wel overtuigd heb van het feit dat er zeker niets ten oosten van Oost-Groningen gaat.

Wij vinden uw woorden daarom `bie de knorhonden òf' en achten excuses op z'n plaats. Oost-Groningen is niet het Albanië van het noorden, maar misschien moet u dat wel met eigen ogen aanschouwen. U bent in ieder geval van harte welkom tijdens het Potje Poekelen in Veendam eind deze maand.

Hoogachtend,

Stichting Veelzijdig Veendam

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.