Stoplicht
Verkeerslichten beogen hetzelfde. Een systeem van wisselende voorrang. Ieder zijn beurt. En dat werkt, wanneer er inderdaad potentieel conflicterende weggebruikers zijn. Maar zijn die er niet, dan wordt het verkeer nodeloos gestremd. Dan verwordt het verkeerslicht tot stoplicht. Een dom rigide systeem dat het verkeer ontregelt. Maar gewacht zal er worden, want 'regels zijn regels'. Deze dooddoener wordt vandaag door de armen van geest als Gods woord omarmd.
In het economisch verkeer gaat dit nog een stapje verder. Bedrijven kunnen niet eens meer volstaan met wachten voor rood. Nee, moderne regelgeving vereist dat bedrijven ook aan bureaucraten die niet op de kruising aanwezig waren bewijzen dat ze keurig hebben gewacht op groen. Daarom moet elk bedrijf bij elk stoplicht iemand neerzetten die noteert wie wanneer door welk licht rijdt. Plus iemand die controleert of die controleur zijn werk wel goed doet. De compliance-officer.
Op kruisingen is het nu drukker dan ooit. Maar er wordt voornamelijk stil gestaan. Om procedurele redenen. Ja, iedereen let op de regels. Maar niemand heeft meer oog voor het verkeer. Als alle lichten rood zijn, blijven we braaf staan. (Althans, dat lijkt zo, maar onderwijl stroomt het verkeer gestaag naar andere economische centra.) En als alle lichten door een ongelukkige storing op groen springen, botsen we frontaal op elkaar, waarna iedereen zich haast te bewijzen dat hij niet fout zat.
In Friesland is een aantal jaren geleden al ontdekt dat juist op de best 'beveiligde' kruisingen veel dodelijke ongelukken gebeuren. Daarom zijn daar op meerdere drukke kruispunten alle voorsorteervakken, voorrangsborden en stoplichten verwijderd. Sindsdien is daar geen ernstig ongeval meer geweest. De verkeersdeelnemers nemen er weer deel aan het verkeer. Met dit voorbeeld in gedachten wil in na de verkiezingen als kamerlid de strijd aangaan met de rigide regelaars. Hopelijk debatteer ik dan wat scherper dan bij Nova.