De nieuwe besturen van studentenbonden ISO en LSVb waren koud een week aangesteld of het kabinet viel. En dus werden hun voorzitters Sebastiaan den Bak (ISO) en Irene van den Broek (LSVb) meteen voor de leeuwen geworpen. Ze zijn er helemaal klaar voor.
Met Evelien van Roemburg als ISO-voorzitter - inmiddels is ze duo-raadslid voor GroenLinks in Amsterdam - waren de verschillen tussen de studentenbonden het afgelopen studiejaar kleiner dan ooit. Of dat dit jaar weer zo zal zijn valt nog te bezien. Irene van den Broek (24) is afkomstig uit de bij de LSVb aangesloten Utrechtse studentenvakbond USF en past prima in het beeld van de tot actie bereide LSVb-voorzitter. Ze maakte een droomstart: nog maar net benoemd werd ze in Rusland gearresteerd voor haar betrokkenheid bij de demonstraties tegen de dictatuur in Wit-Rusland, eerder dit jaar.
De wortels van Sebastiaan den Bak (22) liggen meer in het verenigingsleven. Met het actiewezen heeft hij geen ervaring. Hij bemoeide zich met de opzet van een dispuut in Enschede en was daarnaast bedrijfsleider van een studentencafé. `Heel leerzaam om een bedrijf te runnen en met personeelsbeleid bezig te zijn', aldus de 22-jarige bestuurskundestudent.
Zelf zien de voorzitters ook wel dat ze anders zijn, maar ze concentreren zich liever op hun overeenkomsten. Den Bak: `Iedereen die etiketjes wil plakken, kan dat natuurlijk doen.' Toch kan hij zich niet voorstellen dat hij LSVb-voorzitter is geworden. `Het is een bond die soms wat radicaal is en misschien wel sneller de barricades opgaat dan wij. Ik weet niet of ik daar de geschikte persoon voor zou zijn. Hoewel het ISO natuurlijk ook wel eens actie voert.'
`De LSVb is vaak wat principiëler', reageert Van den Broek. `Toen Rutte het echt een keer te bont maakte tijdens een overleg, zijn we opgestapt. Het ISO bleef toen wel aan tafel zitten. Wat natuurlijk ook weer voordelen heeft.'
Den Bak: `Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we altijd het midden zoeken tussen de LSVb en het ministerie. We hebben gewoon onze eigen agenda's. Het ISO is bijvoorbeeld veel meer bezig met ondernemerschap onder studenten en docentkwalificaties, terwijl de toestand van de kamermarkt weer typisch een LSVb-onderwerp is.'
Van den Broek besloot te solliciteren nadat ze was gepolst door het vorige bestuur. Ze heeft een behoorlijke staat van dienst wat bestuurswerk betreft. Ze is inmiddels zevendejaars en kent het hoger onderwijs. `Ik volg een opleiding sociale geografie in Utrecht en doe daarnaast politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vorig jaar zat ik in het bestuur van de Jonge Democraten, de jongerentak van D66. Dat was heel erg leuk om te doen,' vertelt ze. `Maar ik ben faliekant tegen leerrechten. Toen D66 met dat voorstel akkoord ging, heb ik mijn lidmaatschap opgezegd. Het leek me geweldig om LSVb-voorzitter te zijn in een verkiezingsjaar. Dat het nu november is geworden in plaats van mei schopt de planning door elkaar, maar het is ook wel leuk dat we de vorming van een nieuw kabinet gaan meemaken.'
Op de vraag of de bonden hun lobby voor de verkiezingen goed op elkaar hebben afgestemd, reageren de twee met een glimlach en een blik over en weer. `We weten wel ongeveer van elkaar wat we belangrijk vinden', zegt Den Bak voorzichtig.
Met de leerrechten - het nieuwe bekostigingssysteem waarmee de gesubsidieerde studieduur voor studenten wordt beperkt tot de cursusduur plus twee jaar - zijn beide voorzitters niet gelukkig. `Het wetsvoorstel moet nog naar de Eerste Kamer, dus je weet nooit', zegt Den Bak. `Maar eerlijk gezegd denk ik dat er weinig meer te halen valt. Het wordt echt een chaos. Studenten hebben geen idee waar ze straks aan toe zijn.'
Van den Broek vult aan: `De telefoon stond echt roodgloeiend toen staatssecretaris Rutte zijn plan door de Tweede Kamer kreeg. Studenten maken zich grote zorgen. Ook ik vraag me af of de invoering gaat lukken. De IB-Groep en het ministerie mogen zeggen dat ze het aankunnen, maar ik heb grote twijfels.'
Het is zeker niet hun enige punt van kritiek. De instellingen krijgen volgens de beide voorzitters te veel autonomie in de nieuwe hoger-onderwijswet. Den Bak: `Daar concentreert de ISO-lobby zich vooral op voor deze verkiezingen. Er is echt meer duidelijkheid nodig. Kijk bijvoorbeeld naar het profileringsfonds waarmee de instellingen bepaalde studenten extra leerrechten kunnen geven. Nergens staat hoe groot dat fonds moet zijn, of aan welke voorwaarden moet worden voldaan voordat studenten er een beroep op kunnen doen. Minimale regels zijn echt noodzakelijk in de wet. Nu komt het neer op: “zoek het als instelling zelf maar uit”.'
Het belang van standvastige medezeggenschapsraden en goede studentvertegenwoordigers wordt daarom steeds groter, verwacht Den Bak. De bestuurscolleges die ze tegenover zich vinden zijn gehaaide onderhandelaars, weet hij. `De studenten worden in mei gekozen, gaan een paar dagen op cursus en mogen dan aan de onderhandelingstafel met zwaargewichten. Sommige besturen - zoals dat van de Rijksuniversiteit Groningen - doen er alles aan om studenten zo goed mogelijk te laten meebeslissen. Maar elders gaat het een stuk moeizamer. En dan denk ik vooral aan het hbo.'
Van den Broek beaamt dat. `Het is wel interessant om te zien dat de opkomst voor raadsverkiezingen veel hoger is bij instellingen waar de medezeggenschap wat voorstelt. Als bonden zijn we echt bezig geweest om de landelijke verkiezingsdag in mei tot een succes te maken. In Amsterdam zag je meteen dat het aantal stemmers omhoog schoot. Maar goed: als je weet dat de opkomst bij veel hogescholen niet hoger is dan twee procent, dan is er nog wel wat werk aan de winkel. We gaan er dan ook zeker mee door.'
Maar eerst is het tijd voor die andere verkiezingen, want op 22 november wordt er een nieuwe Tweede Kamer gekozen. Den Bak en Van den Broek zeggen als volleerde lobbyisten geen voorkeur te hebben voor een politieke partij. `Dat laten we lekker aan de studenten zelf over', zegt Den Bak. En Van den Broek: `We gaan natuurlijk wel goed kijken naar de plannen die politieke partijen met het hoger onderwijs hebben. En daar zullen ze de LSVb in ieder geval over horen. Selectie, topcollegegelden, leenstelsels in plaats van studiefinanciering, een open onderwijsbestel: we zijn er allemaal niet blij mee.'
Van PvdA-leider Wouter Bos snapt Van den Broek in ieder geval weinig. `Die wil dat alle studenten hun studiefinanciering volledig lenen. Terwijl toch bekend is dat er veel studenten zijn met leenangst. Vooral allochtone studenten en studenten uit gezinnen met lage inkomens - nota bene de achterban van de PvdA - hebben moeite met lenen. Wij zijn voor een stelsel waarbij je meer terugbetaalt als je inkomen later hoger is.'
Den Bak heeft minder moeite met studieschuld. `Ik ken in mijn omgeving genoeg mensen die zonder al te veel moeite hun lening aflossen. Je moet het zien als een goede investering. Ik zie echter ook niet veel in een volledige lening. En er moet nog eens naar de berekening van het maandbedrag worden gekeken. Ik geloof dat er 150 euro per maand voor kamerhuur in de som is verwerkt. Dat is natuurlijk veel te weinig. Wat mij betreft is dit een belangrijk politiek thema.'
Eensgezind zijn ze in hun kritiek op het experiment met commerciële hogescholen en universiteiten. `Een open onderwijsbestel gaat niet werken. We hebben maar een beperkt budget voor het hoger onderwijs. Hoe meer gegadigden zich voor subsidie melden, hoe dunner de spoeling wordt', aldus Den Bak. `Kwaliteit en continuïteit van wat we al hebben is van veel groter belang.'
Sebastiaan den Bak en Irene van den Broek (Foto: FMAX/ Hans Stakelbeek)