Collegevoorzitter Anne Flierman heeft de gewoonte om na enkele maanden in een nieuwe functie een verwondernotitie te schrijven: een persoonlijk document waarin hij nog onbevangen tegen de zaken aankijkt. Drie zaken baren hem zorgen: focus, cultuur en governance.
Flierman schrijft in zijn vijf A-4'tjes tellende verwondernotitie allereerst dat hij na zijn vertrek van de Maastrichtse universiteit op de UT hartverwarmend is ontvangen en bijzonder geniet van de campus. `Welke collegevoorzitter ziet nog fazanten en konijnen onder zijn raam?' Hij trekt parallellen met Maastricht, als het gaat om onderzoek en regionale inbedding. Schrijft: `De universiteit Maastricht is goed verankerd in Limburg, maar de UT wordt nog veel meer op handen gedragen door haar omgeving.' En: `Ook in Maastricht waren bijvoorbeeld de neuropsychologen en medici tot bijzondere hoogstandjes in staat, maar de techniek van de UT is fascinerend. Bouwen met atomen, de bubble-puzzles van Spinozaprijswinnaar Lohse, de stromingen op de Noordzeebodem, het is allemaal even bijzonder.'
Over drie punten maakt hij zich zorgen. Het eerste punt: `gefocusseerde collectieve ambitie ten opzichte van de core-business'. `Wat willen wij met elkaar op het gebied van valorisatie van kennis, onderwijs en onderzoek nu echt bereikt hebben, over een aantal jaren, met elkaar? En dan niet alleen voor de eigen eenheid, maar voor de UT als collectief. Binnen de onderzoeksinstituten is die focus er wel, maar overigens meen ik ten aanzien van de core-business en met name het onderwijs bij tijd en wijle een combinatie van zelfgenoegzaamheid, `ieder voor zich' en `laissez faire' te bespeuren. Dat is riskant, want onze omgeving staat niet stil.' Focussering en bundeling van energie zijn wat Flierman betreft noodzakelijk.
Ook aan de organisatiecultuur wijdt hij enkele gedachten. `Naast enthousiasme, ambitie, gedrevenheid en trots op de UT kom ik ook cynisme, verzuring, verkokering en wantrouwen tegen, ook op centrale posities in de organisatie. Mensen in leidinggevende posities dragen deze attitude bewust of onbewust over op hun omgeving met alle nadelen vandien.' Flierman wil investeren in ambitie, respect, openheid en samenwerkingsbereidheid. `Via veel gesprekken, maar vooral door te doen en het voorbeeld te geven.'
Het derde zorgpunt in de notitie is de interne governance. Taken, bevoegdheden en mandaten zijn niet altijd scherp gedefinieerd of men handelt er niet naar, merkt Flierman op. Hij constateert versnippering, vindt dat er soms teveel overlegfora zijn met een onduidelijke rol en mist overlegstructuren waar die zinvol zouden zijn. Het UMT zou in zijn ogen, net als de U-raad vaker, maar korter, formeel moeten vergaderen. Ook vindt hij dat bestuurlijke rollen en procedures niet altijd goed worden ingevuld. `Op verschillende plaatsen en momenten haalt men rollen door elkaar, worden stukken `alvast' informeel toegestuurd en menigeen realiseert zich bij tijd en wijle niet in welke rol hij/zij wel of niet optreedt.' Transparantie, rolvastheid en correcte, zorgvuldige procedures kunnen een organisatie een hoop leed besparen, aldus Flierman.