Het persoonlijk hoogleraarschap is niet nieuw, maar bij de faculteit technische natuurwetenschappen is het nu `expliciet beleid' om zo eens in de paar jaar veelbelovende jonge onderzoekers te stimuleren, vertelt Bliek. De eerste ronde viel deze eer te beurt aan Hans Hilgenkamp (38), Jurriaan Huskens (37) en Harold Zandvliet (41).
Een persoonlijk hoogleraar mag zijn eigen onderzoekslijn inrichten en heeft promotierecht. Bliek: `Het verschil met gewone hoogleraren is dat ze werken onder de vleugels van een bestaande leerstoel. Ze hebben geen eigen lab en hoeven zich dus ook niet bezig te houden met het inrichten en financieren daarvan. Wel krijgen ze meer wetenschappelijke armslag.'
De jonge professoren krijgen vijf jaar de tijd om zich te bewijzen. `Laten ze in die tijd niet zien dat ze het kunnen, dan worden ze teruggezet naar universitair hoofddocent en raken ze hun promotierecht weer kwijt', legt Bliek uit. Een milder systeem dus dan de tenure tracks in Amerika, waar het veel van weg heeft. Jonge onderzoekers mogen zich daar als associate professor bewijzen en zo een vaste aanstelling bevechten maar vliegen er keihard uit als ze falen.
TNW hoopt met het persoonlijk hoogleraarschap de wetenschappelijke loopbaan aantrekkelijker te maken, maar wil vooral onderzoekers uitdagen. `Er is een groot verschil tussen UHD en hoogleraar. Dit geeft ze de kans om uit de verf te komen, zich te profileren, onafhankelijk van een hoogleraar.' Volgens Bliek zijn de aanstellingen niet zo zeer bedoeld om goede mensen aan de faculteit te binden. `Dat is niet de primaire doelstelling. Het is zelfs de vraag of je dat op deze manier bereikt. Deze mensen gaan zich nu ook meer in de kijker spelen, worden juist bekender in de universitaire wereld.'
Dat persoonlijke hoogleraren onder de vleugels van een bestaande leerstoel opereren, levert dat niet teveel kapiteins op één schip op? Bliek: `Ze moeten natuurlijk goed met elkaar door één deur kunnen. De kernleerstoelhouders is om advies gevraagd. En in alle gevallen bleek er een breed draagvlak voor.'
De drie nieuwe professoren werden benoemd op deelgebieden van de nanotechnologie. Dat zijn Condensed Matter Physics and Devices (Hilgenkamp), Nanofabrication (Huskens) en Physical Aspects of Nano-electronics (Zandvliet).