Rietjens doet promotieonderzoek naar de samenwerking tussen militairen en civiele actoren, zoals humanitaire organisaties, in complexe noodsituaties. `Een heel mooi onderwerp, omdat het om positieve zaken gaat', vertelt Rietjens. `Tijdens mijn UT-studie civiele techniek wist ik al dat ik na mijn stage en afstuderen in Laos en Johannesburg graag de kant uit wilde van ontwikkelingskunde. Deze promotie bij de vakgroep internationaal management past daar helemaal bij.'
De afgelopen jaren voerde Rietjens al twee casestudies uit, waarvoor hij Nederlandse militairen interviewde over hun verblijf in in Kosovo en Kabul. Zijn vertrek naar Afghanistan is het laatste veldonderzoek, een activiteit die al lang op zijn wensenlijstje stond. `Eigenlijk zou ik vorig jaar al vertrekken, maar toen brak alle tumult los rondom de Abu Ghraib-gevangenissen.'
Nu is hij er helemaal klaar voor, zegt hij. Afgelopen dinsdag kreeg hij zijn diploma en de rang van majoor. `Het is een cursus bedoeld voor mensen uit het bedrijfsleven die voor korte tijd ingezet worden in militair gebied. Zonder deze opleiding is het heel moeilijk om in Afghanistan te komen, of je moet in bezit zijn van een diplomatiek paspoort. Bovendien is het gevaarlijk gebied en zul je daarom toch van een aantal zaken op de hoogte moeten zijn. Puur als zelfbescherming, bij een aanval word ik heus niet ingezet.'
Zijn eerste schietoefeningen waren geen succes, bekent Rietjens. `Die kogel vloog alle kanten uit. Nu heb ik dat schieten aardig onder de knie.' Ook handig was de kennis over mijnen die hij opdeed. `In Afghanistan liggen negen miljoen mijnen, dan is het goed om te weten waar je op moet letten als je buiten het kamp bent.' Het aanleren van de traditionele militaire gedragscodes kostte hem wat meer moeite. `Als burger ben je dat soort regeltjes niet gewend. Zo moet je als militair altijd een baret dragen als je buiten bent, ik stak `m per ongeluk in mijn zak. En tijdens de diploma-uitreiking vergat ik om in houding te gaan staat toen de kolonel me wilde feliciteren.'
In Afghanistan sluit Rietjens zich aan bij de Nederlandse militairen van het provinciaal reconstructieteam, die voor stabiliteit en wederopbouw in de regio moeten zorgen. Begeleid door een tolk en vier man bewaking gaat hij onderzoek doen naar de samenwerking met locale hulporganisaties. `De militairen kunnen bijvoorbeeld wel een school bouwen, maar je moet ook leerkrachten hebben en schoolbanken. En daarover moeten militairen en hulporganistaties met elkaar communiceren.' Na drie weken veldwerk keert Rietjens terug, waarna het schrijven van zijn proefschrift wacht.
`Ik hoop in maart 2006 te promoveren. Daarna wil ik als universitair docent bij de KMA aan de slag, dat wereldje trekt me enorm. De onpartijdige positie die ik nu heb, bevalt me goed. Ik ben geen militair, geen ontwikkelingswerker en kijk managementgericht naar oplossing van bepaalde vraagstukken.'
Promovendus Bas Rietjens schopte het in zeven werkdagen tot majoor…