`Een feestdag voor de wetenschap', aldus NWO-voorzitter Peter Nijkamp als hij afgelopen maandag de vier laureaten bekendmaakt. ´Een feestdag voor de natuurkunde´, vindt TNW-decaan Alfred Bliek. ´Een feestdag voor mijn groep´, zegt de gelauwerde Detlef Lohse.
Op de derde verdieping van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek in Den Haag is het op maandagochtend wachten op de officiële bekendmaking van de winnaars van de Spinozapremies 2005. Fotografen, journalisten en genodigden, onder wie rector Henk Zijm en TNW-decaan Alfred Bliek, druppelen binnen. De heren zijn uiteraard trots op hun Detlef. Zijm: `Een geweldige prestatie.' Bliek sluit zich daarbij aan.
Tot en met negen minuten over elf is het officieel top secret wie de premies hebben gewonnen. Persmensen kunnen NWO van oudsher de donderdagochtend voor de bekendmaking bellen met de vraag of het de moeite zal lonen om naar Den Haag af te reizen. `UT-Nieuws? Ja, u moet zéker komen.'
De Twentse geleerde staat om half elf al klaar. Hij heeft net kennis gemaakt met de andere laureaten, vertelt hij. Bekenden? `Lex Schrijver, de wiskundige, kende ik wel, de andere twee komen niet uit mijn vakgebied', aldus Lohse. Dat hij de Spinozaprijs zou winnen wist hij al een maand, maar hij moest zijn mondje dichthouden.´Ik heb het mijn vrouw wel verteld. En de secretaresse wist er vanuit praktisch oogpunt van. Verder niemand. Maar mijn groep zal het geweldig vinden, deze prijs is ook voor hen, dit is het werk van een ploeg.´
Lohse is na Ad Lagendijk de tweede UT-hoogleraar die een Spinozapremie binnensleept. ´Maar eigenlijk ben ik de eerste echte', vindt Lohse. `Ad Lagendijk kreeg de premie voor werk dat hij in Amsterdam verricht had en kwam toen naar Twente met het geld.' Dat is hij toch niet van plan, met de premie onder de arm de benen nemen naar een andere universiteit? Lohse toont een brede glimlach. ´Welnee, waarom zou ik? De onderzoeksinfrastructuur in Twente is geweldig, mijn collega's zijn uitstekend, mijn gezin heeft het goed in Twente, er is geen enkele denkbare reden om te verhuizen.'
Winnaars krijgen de prestigieuze premie onder meer omdat ze jonge onderzoekers weten te inspireren. Lohse: `Een goed voorbeeld zijn, zie ik inderdaad als een van mijn voornaamste taken en ik steek dan ook veel tijd in de opleiding van jonge mensen. Al onze aio's en postdocs komen heel goed terecht. Ik vind het vooral van belang om onderzoekers een goede taste of problems bij te brengen. Ze moeten een gevoel ontwikkelen voor interessante onderzoeksvragen.' Lohse begint daar graag vroeg mee. `Mijn kinderen van vijf en zes gaan wel eens mee naar het lab en dat vinden ze erg leuk. Ik probeer te stimuleren dat ze ook hun klasgenootjes meenemen. Het moet eigenlijk al op de basisschool beginnen.'
Zelf werd hij als postdoc in Chicago gegrepen door het raadsel van de sonoluminescentie: het verschijnsel dat een klein gasbelletje onder invloed van ultrasoon geluid licht kan gaan uitzenden doordat de temperatuur oploopt. Lohse combineerde concepten uit de vloeistofdynamica, akoestiek, chemie, thermodynamica en plasmafysica om hier in 1999 een verklaring voor te geven. Lohse: `Aan toepassingen dacht ik op dat moment niet, dan was ik ook voor gek verklaard.' Maar inmiddels leidde zijn kennis van microbellen onder meer tot het gebruik van belletjes voor medische diagnose en de locale toediening van medicatie. Ook ontdekte hij in 2001 dat pistoolgarnalen op een speciale manier hun akoestische signaal afgeven. Dat gebeurt niet doordat ze hun klauwen hard op elkaar slaan, maar doordat ze tijdens dit proces een caviterende bel vormen, die vervolgens onder vrijgave van een enorme hoeveelheid energie in elkaar klapt wat gepaard gaat met lichtflitsjes. Zijn vondst was van grote waarde voor de marine. De communicatie tussen onderzeeboten kan door de signalen van pistoolgarnalen ernstig verstoord raken.
De pistoolgarnaal figureert ook even later, tot hilariteit van het publiek, tijdens de korte voordracht die Lohse geeft. Ook legt hij uit dat kennis van microbellen kan helpen om inktjetprinters sneller te laten werken. Bij inktjetprinten namelijk groeien luchtbellen omdat er akoestische krachten op werken. Lohse tegen het publiek: `Al deze toepassingen zijn getriggerd door sonoluminescentie. Wat begon als iets fundamenteels, leidde tot vele toepassingen.'
Wat hij maar wil zeggen: je weet van tevoren niet waar fundamenteel onderzoek toe kan leiden. `Het is vaak onvoorspelbaar. En dus moeten we voorkomen dat financiers vooraf gaan eisen dat er toepassingen uit een vinding rollen. Dat werkt zo niet. Daar moeten we met z'n allen op blijven letten en daar zal ik me als lid van de KNAW ook voor inzetten.'
Met de anderhalf miljoen euro zal Lohse zijn onderzoek op het gebied van bubbles voortzetten. `Er zijn nog vele raadsels die vragen om een oplossing.' En er is materiaal nodig. `Ik wil investeren in de hogesnelheidscamera en in een een Taylor Couette turbulentie. Hoe duur die is?' Lacht. `Niet goedkoop.´
Na afloop van de uitreiking vertrekt Lohse naar Leiden waar hij twee weken in het Lorentz Center verblijft voor de organisatie van de workshop Hydrodynamics of, hoe kan het ook anders, Bubbly Flows.
Detlef Lohse: `Je weet van te voren niet waar fundamenteel onderzoek toe kan leiden'. (Fotograaf: Arie Wapenaar)