`Dit is een heel bijzonder lab', zegt Gert Banis, hoofd van het jarige Hogedruklab. En dat vindt hij niet alleen, zegt Banis. `We hebben hier unieke faciliteiten. En dus kun je hier bijzondere onderzoeken doen die nergens anders in Nederland of Europa uitgevoerd kunnen worden. Je hoort het onderzoekers die hier langskomen vaak zeggen: uniek, dit moet je vooral zo houden.'
Maar of dat gaat lukken is nog maar de vraag. Het lab, formeel behorend bij de faculteit TNW, zit ruim in zijn vierkante meters, en heeft nu eenmaal de nodige specifieke overheadkosten: ruimtes voor grote compressoren, opslag voor de speciale gassen en een personeelsformatie van 1,1 fte. En die kosten bepalen voor een belangrijk deel de - hoge - prijs die doorberekend wordt aan de labgebruikers.
Hoofdgebruikers van het lab zijn drie onderzoeksgroepen van TNW: fundamentele aspecten van de procesindustrie, industriële polymerisatieprocessen en thermochemische conversie van biomassa. `Die zijn naar de decaan gestapt om over de tarieven te praten. Die zijn te hoog, vinden ze.'
Onderhandelingen met het Dutch Polymer Institute over een gebruikerscontract lopen nog, maar ook hierbij vormt het prijskaartje de bottleneck, aldus Banis.
`We hebben onze personele overhead al teruggebracht van twee naar 1,1 fte en sinds een jaar zijn we qua vierkante meters al behoorlijk ingedikt: 40 procent van onze ruimte staat leeg', legt Banis uit. `Maar dat levert niet meteen een besparing van 40 procent op: het zijn niet allemaal vierkante meters die zo weer verhuurd kunnen worden.'
Verplaatsen van alle apparatuur en opstellingen naar andere gebouwen, zoals het in aanbouw zijnde Meander bijvoorbeeld, is alleen een theoretische optie, denkt Banis. `Hier ligt alle infrastructuur: je betaalt je blauw als je dat ergens anders opnieuw gaat aanleggen.'
Het klinkt allemaal wat sombertjes, maar moedeloos is Banis geenszins. `Peter Vroegop, zakelijk directeur van Impact heeft van de TNW-decaan de opdracht gekregen om een businessplan te schrijven voor het Hogedruklab. Dat moet voor de zomer klaar zijn. Uitgangspunt daarbij is dat het HDL open blijft. Als er een oplossing komt voor de hoge vierkantemeterprijs, is alle kou acuut uit de lucht.'
Banis, betrokken bij het lab sinds 1979, heeft goede hoop dat dat lukt. En wie weet loopt dan ook de organisatie in het lab weer net zo soepel als in de tijd van de legendarische CT-hoogleraar Westerterp. `In zijn tijd, van 1980 tot 1998 was het lab een geoliede machine, met een hechte groep medewerkers. Iedereen dacht toen dat dat normaal was, maar nadat Westerterp afscheid had genomen kwam er al gauw de klad in. Dat heeft er niet alleen mee te maken dat er nu drie hoofdgebruikers zijn in plaats van één onderzoeksgroep; het gaat er ook om hoe het onderzoek geleid wordt, hoe de faciliteiten worden benut en hoe de financiën worden ingezet.'
Maar het feestje zal er op 10 mei niet minder vrolijk om zijn, verzekert Banis. `We willen graag door naar de 50.'
.aut Menno van Duuren
Het feestje in het Hogedruklab begint dinsdag 10 mei om 10.00 uur met koffie. Tot 12 uur kunnen belangstellende UT'ers en externe relaties een kijkje nemen in het lab en bij 14 stands met hoge druk-attributen. Na de lunch volgt vanaf 14.00 uur een inhoudelijk gedeelte in CT-2520 (Langezijds). Sprekers zijn onder meer emeritus hoogleraar Westerterp en biomassagoeroe professor Wim van Swaaij. Receptie vanaf 17 uur.