Eindhoven was vorige week even Frits Philips-stad, vanwege de honderdste verjaardag van meneer Frits, en de TUE heette toen even de Philips Universiteit. Maar hoe nauw de band tussen de universiteit en het elektronicaconcern nu eigenlijk is, daar is niet of nauwelijks achter te komen, constateert Cursor. `Op centraal niveau worden deze gegevens niet bijgehouden,' zegt een beleidsmedewerker tegen de verslaggever. En als dat wel zou gebeuren is het nog maar de vraag of de TUE haar financiële relatie met Philips uit de doeken zou willen doen, denkt hij. Een andere stafmedewerker herinnert zich dat er wel eens `een onderzoekje' is geweest naar aantallen TUE-hoogleraren met een Philips-connectie. Maar cijfers hierover geeft of heeft hij niet. Ook al zouden er wel getallen te genereren zijn, zegt een faculteitsdecaan: `Je komt al gauw op getallen die geen recht doen aan het werkelijke belang van de aanwezigheid van Philips voor het onderzoeksklimaat en de inspiratie op ons terrein.'
Op een feestje van de communicatiedienst van de VU gaf een reclamedeskundige zijn visie op de doelgroep `jongeren tussen 18 en 24'. Volgens de expert zijn dat geen oppervlakkige types. Ze zijn, zo zegt hij in Ad Valvas, wel degelijk met normen en waarden bezig, steunen goede doelen en doen vrijwilligerswerk. En doordat ze veel mailen en msn'en verdiepen ze hun vriendschappen. Minder intellectueel dan vroeger zijn de jongeren wel. Ze kijken liever SpongeBob dan dat ze Marx lezen. De deskundige: `Misschien moet je Marx op een andere manier aanbieden. Het is ouderwets, zo'n boek met een lange tekst. Je kunt je wel voorstellen dat je naar een dvd over zijn ideeën en leven kijkt.' Een tip voor de VU had hij ook nog: `Je ziet dat games erg opkomen. Dat kun je gebruiken als je een studie wilt promoten. Bijvoorbeeld door in spelvorm een simulatie te maken van wat je met een bepaalde studie kunt. Of dat je in een grafische weergave van het VU-gebouw een missie moet vervullen en zo informatie opzoekt.'
Een paar bladzijden verder in hetzelfde Ad Valvas constateert een Amerikaanse visiting professor communicatiewetenschappen dat het spelen van (gewelddadige) videogames een agressiestimulerende werking heeft. Boosheid afreageren op een boksbal of door het spelen van videospelletjes werkt niet, zoals ten onrechte toch nog wel gedacht wordt. Een grootscheeps Amerikaans onderzoek toonde bovendien aan dat mensen die als kind veel geweldsfilms bekeken, zich later vaker agressief gedragen of een grotere kans hebben op een strafblad. `Het effect van mediageweld op agressief gedrag is groter dan het effect van condooms op het voorkomen van aids.'